De oorlog is zijn natuurlijk klimaat, omdat het in voortdurenden oorlog verkeert tegen de begrenzing der materie. Het heeft imperiums gesticht en imperiums verdelgd volgens de eisen van zijn droom. Nieuwe strijd bracht altijd nieuwe kennis. Zoekend naar de beste mixtuur, naar de geschiktste ordening van chromosomen om het bruikbaarst instrument te verkrijgen waarin het zich kon incarneren, heeft dat soevereine ik volkeren en rassen dooreengemengd op de bloedigste slagvelden. Met allerlei listen, onder allerlei pretexten, heeft het mij aangespoord om de aarde te doorkruisen, en reeds is het bezig om mij te jagen naar de planeten.
Er bestaat geen kwaad voor dat ik. Er bestaan slechts trappen van goed. Er bestaat geen smart voor dat ik. Er bestaan slechts trappen van vreugde. Het heeft zich geworpen in de stof, en het moet haar bedwingen, het moet haar beheersen. Er is geen andere weg naar deze overwinning dan strijd, en elke phase van dien strijd werd een phase der kennis. Mijn soevereine ik heeft mij steeds aangehitst tot vechten, in vrede of in oorlog, en het vechten heeft steeds het instrument mijner intelligentie verwijd, verfijnd, gezuiverd, veredeld. Alle soorten van strijd voerend tegen de stof, of tegen mijzelf, wanneer ik mij onderwierp aan de traagheden der stof, wanneer ik weigerde hoger te stijgen naar het betere goede, naar verhevener vreugde, en steeds op anderen strijd loerend, terwijl een vorige nog niet bevochten was, heb ik mij altijd nieuwere en altijd schranderer werktuigen moeten verzinnen, om te doden of om te genezen, om te bouwen of om te verwoesten, om te verrijken of om te verarmen, om te kwellen of om te verheugen en te troosten. Elk mijner duizenden gereedschappen was ook een wapen, en