D'Amstelsche zang-goddin
(1660)–F. Verloo– Auteursrechtvrij
[pagina 201]
| |
Hy velt en dwingt de schaamt', na datze was verschenen
Zo blozend als een roos op 't hagel-wit yvoor,
Als voerman van de deugt te vluchten elders heenen,
Terwijl hy storm op storm vast levert aan 't gehoor,
En duizent schichten drijft in d'oogen van zijn Engel,
Die door haar oogen eerst zijn boezem had ontfonkt.
Zy, moê, zoekt adem-tocht, en heeft na 't lang gehengel,
Of eer na 't heet gevecht, hem minnelik belonkt.
|
|