Waarschijnlijk geconcipieerd in 1787
De kritische houding die in de Verhandeling tot uiting komt en die kenmerken van opstandigheid vertoont, heeft voorzeker te maken met Verlooys eigen overtuiging en natuur. Toch draagt zij ook het stempel van wat rondom hem gebeurde, van de actualiteit die hij beleefde. Er is immers in de Verhandeling meer dan één gegeven te vinden dat laat vermoeden dat het geschrift werd geconcipieerd in 1787, het jaar waarin zich de eerste verschijnselen van revolutionair verzet tegen het Oostenrijkse regime voordeden. Op p. 43 heeft Verlooy het over ‘den overleden Bultos’ en ‘Den onlangs overleden heer des Roches’, met wie hij respectievelijk de Brusselse acteur A.-F. Bultos en de historicus en secretaris van de Académie J. des Roches bedoelde die beiden in 1787 overleden. Op p. 44 vermeldt hij ‘Den Heer Linguet in zyne nieuwelyks hernome jaerboeken’: daarmee verwees hij naar de Franse publicist S.N. Linguet, die in 1786 vanuit Engeland naar de Zuidelijke Nederlanden was gekomen en vanaf 1787 in Brussel de uitgave had hervat van zijn Annales politiques, civiles et littéraires du dix-huitième siècle, die voordien in Londen waren verschenen. Op p. 54 kan men lezen: ‘het is daer door ook dat voor deze leste opgistingen onzen vrydomsgeest zoo was vervallen...’ en op p. 67 luidt het: ‘'t en zy wy wel veel minder vaderlands liefde dragen als wy onlangs schynen getoont te hebben....’ Woorden als ‘deze leste opgistingen’ en ‘onlangs’ kunnen moeilijk op iets anders betrekking hebben dan op de onlusten in de eerste helft van 1787.