Een opstandig geschrift
In Verlooys Verhandeling vindt men meer dan één echo van de revolutionaire gebeurtenissen die zich voordeden in de Oostenrijkse Nederlanden tijdens het voorjaar van 1787. De auteur liet hierbij zijn goedkeuring voor de feiten blijken en zag ze als een uiting van vaderlandsliefde (p. 67). Tevens is de Verhandeling zeer duidelijk het resultaat van een kritische ontleding van bepaalde toestanden. Gevestigde waarden werden door Verlooy ter discussie gesteld of gewoon verworpen. Zijn argumentatie daarbij is een neerslag van de revolutionaire ideeën die in 1789 zouden triomferen. Hij spande zich trouwens niet in om zijn inspiratiebronnen verborgen te houden. Zowel Voltaire als Montesquieu, Beaumarchais, Linguet en Raynal werden door hem bij de grote figuren in Frankrijk gerekend (p. 2).
Opvallend is dat hij zich bij het uitoefenen van zijn kritiek zowel keerde tegen de eigen Staten, die wegbereiders van het verzet waren geweest, als tegen de Oostenrijkse gezagdragers. Die eigenaardige opstelling is illustratief voor de opvattingen die hij er in de jaren 1787-1788 op nahield. Hij kon blijkbaar het Oostenrijkse bewind, waarvan zonder twijfel vooruitstrevende elementen deel uitmaakten, niet zonder meer verwerpen en zich vervolgens onvoorwaardelijk partijganger tonen van de Staten, het inheemse element bij uitstek in 's lands administratie, maar tegelijk ook de ziel van het conservatieve verweer. Verlooys opstelling was nationaal én progressief, zoals wij hierna zullen aantonen.
Dat hij een wrevel koesterde tegenover bepaalde Oostenrijkse beleidsbeslissingen blijkt uit verscheidene passages van de Verhandeling. Hij wees op het gebrekkige Frans dat gebruikt werd voor de keizerlijke verordeningen (p. 44). Hij toonde zich verontwaardigd over het feit dat de moedertaal geen aandacht kreeg van ‘'t hooggezag’ (p. 40). Die taal werd achteruitgesteld in ‘d'aenzinelykste raden’ (p. 41) en op het niveau van de staatsaangelegenheden werd ze op gebrekkige wijze geschreven en gesproken (p. 41). Men kan zich dan ook de vraag stellen of Verlooy niet in de eerste plaats aan de