Battista Guarini's 'Il pastor fido' in de Nederlandse dramatische literatuur
(1971)–P.E.L. Verkuyl– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 114]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Hoofdstuk IV
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 115]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Wel wil ik hier de aandacht vestigen op iets dat naar mijn mening in de beoordeling en waardering van de vertaling van een pastoraal drama verdisconteerd moet worden. Uit wat ik in het voorafgaande, met name in Hfdst. I, par. II hierbovenGa naar voetnoot2, heb vastgesteld, moge zijn gebleken dat een pastoraal drama in zijn oorspronkelijke vorm slechts een beperkte werkingssfeer heeft. Het fungeert immers slechts volledig in de kringen waarin men de allusies op eigentijdse toestanden en personen begrijpen kan. Een vertaling van zo'n spel is pas dan uitstekend te noemen als de niet-Italiaanse versie volledig hetzelfde effect sorteert als door de oorspronkelijke tekst bereikt werd bij de toeschouwers voor wie het stuk geschreven werd. Dat houdt in dat een model-vertaling, bestemd voor een publiek, dat de toestanden en personages waarop gezinspeeld wordt, niet kent, noodzakelijkerwijs een bewerking moet zijn. Toegepast op de PF, die geschreven werd voor een Ferrarees publiek uit het late Cinquecento, betekent dit dat allusies op toestanden in dat milieu en op Guarini zelf of personages uit zijn omgeving, zullen moeten worden vervangen door andere zinspelingen die aangepast zijn aan tijd en milieu van het publiek dat de vertaler op het oog heeft. Hetzelfde geldt voor de zinspelingen die louter als divertissement voor de erudiete lezers-toeschouwers bedoeld zijn. Voor een ander publiek, vertrouwd met andere literatuur, zullen de oorspronkelijke allusies niet effectief zijn. Deze zullen derhalve vervangen moeten worden door herkenbare zinspelingen op andere letterkundige voortbrengselen. Wat de tweede doelstelling betreftGa naar voetnoot2a, de moraliserende strekking die gebaseerd is op de begrippen liefde, eer en trouw: het is onmogelijk de details die op deze fundamentele begrippen teruggaan, te adapteren aan een publiek dat niet of niet meer geboeid wordt door de ethiek van een hoofs-ridderlijk milieu. Dat wil zeggen dat, zodra de belangstelling voor de ethiek van dit milieu niet meer bestaat, een adapterende vertaling van de PF, hoe correct en volmaakt ook, geen publiek meer zal trekken. Mogelijk kan dan een verdergaande bewerking van de tekst, die het wezenlijke ervan wijzigt, nog de gunst van lezers of schouwburgbezoekers verwerven. Guarini's spel is dan echter ‘historisch’ geworden. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1. De vertalingen en bewerkingen in het FransDe eerste PF-vertaling, die gedrukt werd, is een Franse en verscheen in 1593; zij is van een auteur die zich verschuilt achter de spreuk Rus subit ardens sol. Die spreuk is praktisch het anagram van de als | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 116]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
vertaler geïdentificeerde Roland Brisset (2e helft XVIe eeuw)Ga naar voetnoot3. Zijn Berger Fidelle is een van de meest herdrukte vertalingen van de PF geweest: ik heb 14 herdrukken vermeld gevonden. Zij is tekstgetrouw en kon dan ook, na de Parijse herdruk van 1609 waarin voor het eerst de Italiaanse tekst mede werd afgedrukt, dienstig zijn bij de studie van het Italiaans door Fransen en van het Frans door ItalianenGa naar voetnoot4. Brisset gaf een prozavertaling, waarin alleen de sententiegedeelten, die bij Guarini typografisch als zodanig gekenmerkt zijn, en de Koren in en na de bedrijven, in versvorm worden weergegeven. Men mag daaruit opmaken dat Brisset vooral belangstelling had voor de intrige en voor de levenswijsheden in het spel. De lyrische kwaliteiten van Guarini's pastorale tragicomedie - deze aanduiding van het (sub-)genre komt overigens op het titelblad niet voor - zijn in het proza vanzelfsprekend verloren gegaan. Met de traductions fragmentaires Les Sovspirs de Myrtil, Les Regrets de Corisque en Les Voeux d'Amarillis, die uitbreidende bewerkingen van PF-passages blijken te zijn, gedrukt in 1597Ga naar voetnoot5 en voor zover ik weet niet herdrukt, is Brisset's boek van 1593 wel een zeer vroeg getuigenis van de opgang die Guarini's tekst direct na verschijning ook in het buitenland maakte. Het ontstaan van zijn vertaling schrijft Brisset zèlf in zijn opdracht niet alleen aan bewondering voor Guarini's vakmanschap toe - al werkte deze auec plus d'inuention, d'elegance et de naïfueté dan diens landgenoten die eveneens een amoureuse passion wilden uitbeelden - maar ook aan de adueu van de vorstelijke en deskundige personen die aanwezig waren toen ceste Pastoralle, fut recitée en publicGa naar voetnoot6. Of de laatste mededeling een declamatie dan wel een op- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 117]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
voering betreft, is onzeker, maar deze récitation heeft zeker plaats gevonden vóór de eerste opvoering van het spel in Italië te Crema, tijdens de carnavalsfeesten van 1596Ga naar voetnoot7. Het duurt dan tot 1623, vóór er een nieuwe Franse vertaling verschijnt, ditmaal van de hand van Antoine de Giraud (...-...). Deze geeft Guarini's tekst in verzen weer en kan dus iets van de lyrische rijkdom van het spel overbrengen. Het feit dat Giraud in alexandrijnen schrijft, heeft evenwel tot gevolg dat de ritmische gevarieerdheid van Guarini's poëzie niet overkomt. Gegevens over herdrukken heb ik niet gevonden. De populariteit van deze vertaling zal dan ook geenszins die van Brisset's werk hebben geëvenaard. Na 1630 luwt de pastorale mode in Frankrijk sterk: tragicomedie en pastorale dramatique ruimen het veld voor de tragedie en de comedie: de formation de la doctrine classique is in volle gangGa naar voetnoot8. Eerst in 1637 komt dan ook weer een nieuwe PF-vertaling uit: een anonieme in proza. Barbier schrijft deze in zijn Dictionnaire des ouvrages anonymes Tome I, Paris, 1872, 399 toe aan Chevalier de Bueil (...-...), terwijl de Catalogue Soleinne meent dat ze van de hand van Marans (...-...) isGa naar voetnoot9. In 1652 wordt zij voor de eerste en enige maal herdrukt. Ook de vertaling in proza van N. de Marandé (...-...) (1662) brengt het slechts tot één herdruk, in 1676Ga naar voetnoot10. Dan is inmiddels echter in 1664 de succesvolle vertaling in verzen van de abbé De Torches (ca. 1635-ca. 1675) verschenen, die een reeks herdrukken beleefde, waarvan er verscheidene in het buitenland, met name in NederlandGa naar voetnoot11, het licht zagen. In 1668 verschijnt te Nürnberg een nieuwe prozavertaling in het Frans, ditmaal van Blaise Teppati (...-...)Ga naar voetnoot12. In de 18e eeuw tenslotte zien kort na elkaar het licht: een bewerking door Chevalier S.J. de Pellegrin (1663-1745) in 1726, en een vertaling | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 118]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
van J.H. Pecquet (1704-1762) in 1732. In de laatste wordt voor de weergave van PF III, 4 (de beroemde veelvuldig op muziek gezette monoloog van Amarilli: O Mirtillo, Mirtillo, anima mia etc.) gebruik gemaakt van de vertaling van deze scène door de abbé Fr. S. Regnier Desmarais (1632-1713), voor het eerst verschenen in 1655 en herdrukt in diens Poësies françoises (1708 en 1721). Pecquet's vertaling van 1732 is de laatste Franse vertaling van Guarini's volledige drama. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2. De vertalingen en bewerkingen in het SpaansIn 1602 verschijnt te Napels een Spaanstalige PF, werk van Christobal Suarez, dottor en ambos derechos. Deze vertaling beleeft een herdruk in 1622, ook weer te Napels. De tweede vertaling in het Spaans verschijnt in Spanje zèlf. Het is de door Cervantes in zijn El Ingenioso Hidalgo Don Quixote de la Mancha (II, 62) geprezen vertaling door Dr. Cristóbal Suárez Piaciano de Figueroa, in 1604 te Valencia uitgegeven en aldaar herdrukt in 1609. Het duurt vervolgens tot 1657 eer een nieuwe El Pastor Fido het licht ziet. Deze is het produkt van de samenwerking van drie de los mejores Ingenios de EspanaGa naar voetnoot13, te weten Calderón (1600-1681), Coello (1624 of 1630-1693) en Solis (...-...). Men heeft erover opgemerkt dat de tekst nauw aansluit bij die van Il Pastor FidoGa naar voetnoot14; van veel recenter datum dagtekent de karakteristiek ervan als een effort mal venu de Calderón pour adapter le Pastor Fido en uit dien hoofde te verwaarlozen in de geschiedenis van de dramatische pastorale poëzie in SpanjeGa naar voetnoot15. De laatste Spaanse PF-bewerking verschijnt in 1694 te Antwerpen en Amsterdam. Ze is veel uitgebreider dan Guarini's spel - een gevolg van de moralisaties die de vrouwelijke auteur, lid van de Portugees-Joodse gemeenschap in Amsterdam, tot schade van de tekst meende te moeten toevoegenGa naar voetnoot16. Het geringe aantal Spaanse vertalingen valt ongetwijfeld toe te schrijven aan het feit dat de pastorale dramatique in Spanje nooit is ingeburgerd. Men prefereerde daar de herdersroman, de natuurlijke | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 119]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
voortzetting van de zo geliefde (late) ridderromans van het genre Amadis de Gaula e.a.Ga naar voetnoot17 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3. De vertalingen en bewerkingen in het EngelsIn het derde jaar van de zeventiende eeuw verschijnt in Londen een berijmde vertaling van de PF. Hoewel het titelblad geen auteursnaam vermeldt, vindt men in de secundaire literatuur deze vertaling altijd aangeduid als afkomstig van Dymock(e). Blijkens zijn opdrachtsonnet is de vertaler namelijk een familielid van een zekere Syr Edward Dymock. Zijn werk moet slecht worden genoemd: op verschillende plaatsen blijkt hij Guarini's tekst niet te hebben begrepen, en moeilijke passages laat hij eenvoudig vervallenGa naar voetnoot18. Toch is deze vertaling tot 1647 de enige waardoor Engelsen, die het Italiaans niet (voldoende) beheersten, in hun eigen taal kennis konden nemen van de PF. Wellicht is dit er de oorzaak van, dat zelfs deze vertaling een herdruk beleven mocht, in 1633. In 1647 volgt dan Fanshawe's (1606-1666) als uitstekend geroemde vertaling in verzenGa naar voetnoot19, die enkele malen werd herdrukt en ook in de toneelbewerking van Elkanah Settle (1648-1724) (1677) successen heeft geboekt. Fanshawe's werk heeft kennelijk in de bestaande behoefte afdoende voorzien. Een tweetal andere vertalingen (waarvan één reeds stamt uit 1630) bleef tenminste ongedruktGa naar voetnoot20. Eerst in 1782 komt er een nieuwe vertaling uit: die van W. Grove (...-...). Tenslotte wordt in 1809 de laatste Engelse vertaling van de PF gepubliceerd. Men vermoedt dat ze van de hand van W. Clapperton (...-...) isGa naar voetnoot21. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 120]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
4. De vertalingen en bewerkingen in het LatijnEr bestaan twee vertalingen van de PF in het Latijn. Slechts één daarvan werd echter gedrukt en heeft aldus kunnen bijdragen tot de bekendheid van Guarini's spel buiten Italië. De Pastor Fidvs, zoals het spel in het Latijn heet, is werk van J. Valentini Winther (1578-1623), en verscheen in 1607 te StettinGa naar voetnoot22. De tekst is hier en daar aangepast aan de gelegenheid waarvoor de opvoering (en vertaling) van het stuk dienen moest: een vorstenhuwelijk. De Proloog, die ook in Guarini's PF moest functioneren als opdracht aan een vorstelijk bruidspaar, wordt bijvoorbeeld niet door Alfeo (= Alpheus), maar door de Odera (= Oder) gesproken; de Dora (een zijrivier van de Po) uit de Italiaanse tekst is de Viader (= Warthe, de grootste zijrivier van de Oder) geworden; en voor Arcadia komt, ook in het stuk zèlf, Pommeren (Pomerania) in de plaats. De onuitgegeven vertaling, misschien van G. of van Ph. Fletcher, - met de titel Fidus Pastor, Tragicomoedia pastoritiaGa naar voetnoot23 - is ouder en dateert van vóór 1605. Er zijn twee manuscripten van bewaard gebleven, beide te Cambridge. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
5. De vertalingen en bewerkingen in het DuitsGa naar voetnoot24De eerste die Guarini's pastorale tragicomedie in het Duits heeft vertaald, was Eilgerus Mannlich (...-...), wiens Pastor Fido. Ein sehr schön, lüstige und nützliche Tragico-Comoedie in 1619 verscheen. Het is een vertaling in slechte verzen, met een pedagogische doelstelling en zonder enige aanspraak op literaire waarde. Succes is dan ook uitgebleven, tot een herdruk is het blijkbaar niet gekomen. Meer succes boekte de prozavertaling van Statius Ackermann (...-...) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 121]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(1636). Der getreue Hürtte geldt als nauwkeurig, maar nuchter en droog; de metrische vertaalde koren zijn gedeeltelijk van de hand van de bekende barokdichter Paul Fleming (1609-1640). Ackermann's bedoeling is aan de dichters van madrigalen, sonnetten en andere strofische gedichten een boek te verschaffen waaruit zij motieven voor hun poëzie kunnen puttenGa naar voetnoot25. In 1663 verschijnt een herdruk van dit wijdverbreide werk. Christian Hofmann von Hofmannwaldau's (1617-1679) Der getrewe Schäfer kwam al in de jaren 1652-1659 tot stand. Een uitgave ervan, naar het handschrift maar zonder toestemming van de auteur, zag evenwel pas het licht in 1678. Het is een in vrije verzen berijmde vertaling die, um ein Jahr später in der endgültigen Umarbeitung veröffentlicht, sinds deze tweede druk van 1679, binnen een halve eeuw 14 herdrukken beleefdeGa naar voetnoot26. De proloog die er sinds de tweede druk in voorkomt, is niet van de vertaler van het spel, maar werd geschreven door Daniel Kasper von Lohenstein (1635-1683), de bekende auteur van verschillende barokke schooldrama'sGa naar voetnoot27. In 1668 heeft Hans Assmann von Abschatz (1646-1699) een reis naar Italië gemaakt en is hij begonnen aan een vertaling van de PF. Zijn Teutsch-redende treue(r)Schäfer verscheen eerst als een anonieme foliouitgave zonder aanduiding van plaats en jaar als Privat abdruck in der Druckerei des böhmischen Grafen Spork zu Kukusbad in 100 exemplarenGa naar voetnoot28. Pas uit de tweede (en laatste) druk, in de Poetische Uebersetzungen und Gedichte (1704) bleek aan het grote publiek wie de auteur was van deze vertaling in alexandrijnenGa naar voetnoot29. Deze druk bevat als nieuw element dezelfde proloog van Von Lohenstein als in de vertaling van Von Hofmannswaldau staat afgedruktGa naar voetnoot30. Na deze vertaling verschijnt in het laatste jaar van de eeuw een prozavertaling, de Getreue Schäfer (1699), bestemd voor de studie van het Italiaans. De auteur noemt zich Talander, achter welk pseudoniem zich August Bohse (1661-1740?) verbergt. De tekst blijkt grotendeels een copie van Ackermann's vertaling. De Koren zijn echter merendeels door Bohse zèlf in alexandrijnen vertaald. Deze PF-vertaling is niet herdrukt. De eerste achttiende-eeuwse vertaling van Guarini's spel verschijnt pas in de tweede helft van de eeuw. Het is de - anoniem verschenen - | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 122]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
vertaling Der treue Schäfer, die Holzmann & Bohatta in hun Deutsches Anonymen-Lexikon 1501-1850, Band II, 1903, blz. 246 toeschrijven aan Johann Georg Scheffner (1736-1820). Ze kwam uit in 1773. Aan de vertaling in proza en poëzie hebben ook anderen meegewerkt, met name Karl Wilhelm Ramler (1725-1798), en Chr. F. Weisse (1716-1804)Ga naar voetnoot31. De vorm - omslachtig proza, vermengd met rijmende en rijmloze tekstgedeelten in verschillende metra - waarin Scheffner c.s. Der treue Schäfer hebben geschreven, is die van Chr. Wieland's (1733-1813) Grazien-gedichten, en gevolg van de door de Idyllen-literatuur beïnvloede interpretatie van Guarini's spelGa naar voetnoot32. Olschki is van mening dat zowel deze vertaling als de eerder genoemde de hedendaagse lezer niet bevredigen en de oorspronkelijke geest van de PF niet weergeven; dat is zijns inziens te wijten aan de vorm van de PF, en de opvatting van de inhoud, die bij geen der vertalers aan Guarini's bedoelingen beantwoordt. Dat ik geen melding van andere drukken van Scheffner's vertaling gevonden heb, vindt wellicht zijn oorzaak in het gelijk der critici van het werk. Na deze Einzelgänger uit de 18e eeuw, brengt de 19e eeuw merkwaardigerwijs niet minder dan drie nieuwe vertalingen. Volgens Olschki is alleen de laatste - Der treue Hirt van M.E. Merbach (...-...) (1846) - niet zonder verdiensten; de twee andere - van August Arnold (1789-1860) (1815) Guarinis treuer Schäfer en die van J.G. Hieronymus Müller (1785-1861) (1822) - acht hij poëtisch vrijwel waardeloos. Het vrij grote aantal late Duitse vertalingen van de PF hangt wellicht samen met de bewondering die Guarini's spel ten deel is gevallen van de zijde van August Wilhelm von Schlegel (1767-1845)Ga naar voetnoot33. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 123]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
6. De vertalingen en bewerkingen in het NederlandsDe vertalingen en bewerkingen in het Nederlands komen in het tweede deel van deze studie uitvoerig aan de orde. Daarom volsta ik in dit hoofdstuk met de vermelding van titel, jaar van verschijnen, evt. herdrukken en auteur, voor zover deze bekend zijn. Deze summiere opsomming in dit verband vergemakkelijkt naar mijn mening het zicht op de Nederlandse werken in hun Europese kontekst. De lijst ziet er als volgt uit:
Daarnaast vallen er nog enkele vertalingen of bewerkingen van de PF te noemen, die niet bewaard zijn gebleven en waarvan wij het bestaan slechts uit indirecte bronnen kennen of vermoeden. Het betreft hier het volgende tweetal, dat ik desondanks opgenomen heb in mijn Lijst van Nederlandse vertalingen en bewerkingen (Bijlage I), blz. 501-505 hieronder:
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 124]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De ‘indirecte bronnen’ en de verdere problematiek van deze twee stukken komen in deel II nader aan de orde (zie resp. Hoofdst. III en Hoofdst. VIII).
Quantitatief hebben de Nederlanders wat de belangstelling voor Guarini's spel betreft, dus zeker niet ondergedaan voor hun tijdgenoten uit andere taalgebieden, althans in de zeventiende en het begin van de achttiende eeuw. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ConclusieRossi vermeldt ook nog vertalingen en bewerkingen in Italiaanse dialecten, het (Nieuw-)Grieks, het Zweeds en het PoolsGa naar voetnoot34. Bovendien bestaan er door hem niet genoemde in het Pools, Zweeds, Portugees, Nieuw-Grieks, en is er beweerd dat er ook in het Perzisch en in een Indische taal bestaanGa naar voetnoot35. Ik ga daaraan echter voorbij. Het was er mij in dit hoofdstuk slechts om te doen aan te tonen dat de Nederlandse belangstelling voor de PF niet op zichzelf staat, maar deel uitmaakt van de interesse die in geheel West-Europa voor Guarini's spel heeft bestaan. Het eerste bewijs voor die belangstelling levert Frankrijk met de vertaling van Brisset. Deze interesse blijkt meer gericht op de fabula en de sententies dan op de lyrische kwaliteiten van het stuk. Dan volgen Spanje en Engeland. In deze beide landen blijkt echter de behoefte aan vertalingen niet groot te zijn. In het Duitse taalgebied is de interesse het meest uitgebreid. Dat is begrijpelijk, gezien de betrekkelijke onbekendheid met het Italiaans aldaar, zeker in en direct ná de tweede helft van de zeventiende eeuw, al moet worden verondersteld dat de PF toch nog meer in het Italiaans dan in het Duits gelezen werd, omdat het in de ontwikkelde en galante kringen tot de bon ton hoorde het Italiaans te beheersenGa naar voetnoot36. Men blijft in Duitsland tot in de vorige eeuw Guarini's spel vertalen. Dat gebeurt echter méér in het kader van het bestuderen van de taal en de belang- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 125]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
rijkste literatuur van een vreemd taalgebied, in casu het Italiaans, dan op grond van affiniteit met het werk van Guarini. Gezien de kennis hier te lande, inzonderheid van het Frans, maar ook van het Engels, het Duits, en - zij het in mindere mate - het Spaans, kunnen de PF-vertalingen in deze talen bijgedragen hebben tot de kennis van de PF in Nederland. Het is denkbaar dat vertalingen en bewerkingen in het Nederlands geheel of gedeeltelijk steunen op (een der) vertalingen of bewerkingen in genoemde talen. In theorie geldt dit ook met betrekking tot een PF-vertaling in één der talen der Klassieke Oudheid. De enige gedrukte vertaling in het Latijn is die van Winther. Ook deze zou - in theorie dus - bijgedragen kunnen hebben tot de bekendheid van de PF in Nederland, en van nut zijn geweest bij een vertaling van dit spel. Het is evenwel niet waarschijnlijk dat het boek van een humanistisch historicus uit het verre PommerenGa naar voetnoot37, een boek bovendien dat als gelegenheidswerk ter ere van een vorstenhuwelijk aldaar is ontstaan, hier te lande meer dan zeer incidenteel bekend is geweest. |
|