Langs groene hagen(1899)–Raf Verhulst– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 210] [p. 210] Paul Verlaine Verlaine, o arme dichter, maagdlijk kuisch En bijzig wuft; in uwe monnikskluis Van rein betrachten, driester aangevochten Door 't welig, kriele vleesch, vol dartle tochten Dan de Eremijt door geilen, helschen stoet, - Hoe klinkt het wijs en waar uit uw gemoed: ‘Wees brons en marmer, maar wees vleesch vooral. Ja, hoogmoed hebt ge noodig, want hij zal U meerder dienen in het ijdel woelen Dan 't eigen bloed dat door uw hart komt spoelen. [pagina 211] [p. 211] 'k Wil zelfs de preektaal hooren uit ùw mond Gij die ze in vleesch- en zielelijden vondt: Leef om te lijden, lijd om uit te boeten, Boet uit en leef, en dan zult gij weer moeten Voor moed en voor volharding bidden, om Te leven in dees eeuw en wereld, dom En zoo erbarmlijk spottend.’ Lieve dichter, Uw eerlijk zwak-zijn, maakt ons zwakheid lichter Om dragen; en gij, kreupel, leert ons gaan, Zijt ons een steun en leidsman op de baan. Sois de bronze et de marbre et surtout sois de chaír: Certes, prise l'orgueil nécessaire plus cher Pour ton combat avec les contingences vaines, Que les poils de ta barbe ou le sang de tes veines. Mais vis, vis pour souffrir, souffre pour expier, Expie et va-t'en vivre et puis reviens prier, Prier pour le courage et la persévérance De vivre dans ce siècle, hélas! et cette France, Siècle ei France ignorants et tristement railleurs. Uit Bonheur XIV van Paul Verlaine. Vorige Volgende