Langs groene hagen(1899)–Raf Verhulst– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 189] [p. 189] Regenvreugde. Weer ronkt de regen rond het huis En schuimt en bobbelt langs de straten; En dretst en spoelt en stroelt, dat bruis En schuim, haar witte vlokken laten Waar 't water blij den ronden mond Uitbuitelt van te nauwe goten. Hoe vreugdig soest de regen rond Het huis! Hoe komt hij gul gespoten, [pagina 190] [p. 190] Met felle gulpen van het dak! De droppels sprenkelen en hippelen Dat waterbellen dicht bestippelen En dansen op der slenken vlak! 't Zijn klare stolpjes van kristal En 't zijn fonteintjes die daar springen Omhoog, in driesten droppelval. Hoe blij om 't huis dat waterzingen! Einde-Oogst na de lange Zomerdroogte van 1899. Vorige Volgende