Langs groene hagen(1899)–Raf Verhulst– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 177] [p. 177] De bloemekens van den nacht. De lente-avond luifelt zacht De madeliefjes toe, Want kinderoogjes zijn bij nacht Van 't lieflijk lonken moe. Maar boven bosch en heuveltop In velden van azuur, Daar luiken andre bloempjes op, De bloemekens van vuur. Dezelfde hand die hier op aard Befloerst de bloemenpracht, Ontsluit omhoog den wondergaard. Der bloemkens van den nacht. Vorige Volgende