Langs groene hagen(1899)–Raf Verhulst– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 168] [p. 168] Het Zonnespoor. Wie eens de zee zag bij zonsondergang Als de eindeloosheid zingt haar avondzang, Die heeft zijn oogen blindgestaard op 't vonkelend En breede zonnespoor dat over 't kronkelend En deinend zeevlak naar den einder liep. Die heeft gewandeld over 's afgronds diep, Aan Godes hand en zonder Petrus' schromen, Naar 't gouden land van zijne vrome droomen. [pagina 169] [p. 169] Hoe hoopvol hieldt ge dan den blik gericht, Nu zonneblind op 't zinkend zongezicht! Gij hadt den weg ontdekt die ons kon leiden Naar 't heimvol land waar duurbren ons verbeiden! Maar... 't spoor verzwond en, ongestuim en vaal, Zwolg de afgrond weer den weg van 't Ideaal. Vorige Volgende