Langs groene hagen(1899)–Raf Verhulst– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 127] [p. 127] Voor u. 'k Blijf betooverd en belezen Door de schoonheid van uw wezen; Door uw ongekrenkte trouw; Door uw kinderlijke goedheid; Door uw moederlijke zoetheid, Lieve, zachtgeaarde vrouw. Door den schat van moederzorgen. Waar ons kindren kunnen borgen Als aan de onuitputbre bron; Waar geen stonde zij van scheiden, Waar ze putten blijven, beiden, Die mijn liefde bij u won. [pagina 128] [p. 128] 'k Zie uw goedheid onverscholen Op 't gelaat staan; onverholen, Zelfs als gij uw oogen sluit; Dan nog straalt haar teedre wonne, Als door nevel de ochtendzonne, 't Luiflend vlies der wimpers uit. En met weergekaatste lijnen Blijft gij in mijn harte schijnen, Waar uw beeld vertweelingd ligt: Even als in 't hart der venen, Spiegelend teruggeschenen, Ligt het stralend zongezicht. Deurne, 12n van Hertstmaand 1899. Vorige Volgende