Langs groene hagen(1899)–Raf Verhulst– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 129] [p. 129] Een Naam. Er is een naam die weeldrig klinkt Tot in de schraalste kluis; Een naam die wiedewaalt en zingt En suist als windgeruisch. Een naam, steeds trouw bij lief en leed, Die koost, en streelt en flooit; Een naam die van geen welken weet: Het hart vergeet hem nooit. Een naam dat ik geen zoeter noem'; Een lent, een ochtenstond; En die als eene wondre bloem Ontlook op kindjes mond. En hetzij ver, 't zij dicht bij u, Uw naam is altijd zoet, O Moeder-liet! die naam is de uw, O Moeder, moeder-goed. Vorige Volgende