Langs groene hagen(1899)–Raf Verhulst– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 108] [p. 108] Lente- en Liefdewonne. De boomen stonden blank als blijde bruiden, In milden Mei; En zilvren lelieklokjes lente luidden In bosch en wei. De perzikbloesems gloeiden warm en vroolijk Als wangenblos; En de penseegezichtjes keken oolijk In nieuwen dos. En wijl dat groen en rood en blank zoo tierig In 't zonlicht zong, Ging - schooner dan de Meimaand - slank en zwierig En lief en jong; [pagina 109] [p. 109] Als eene fee die weelde, wonne, lente, Optoovren zou; - Of bloemen loken waar haar stap ziet prentte - Mijn lieve vrouw. Dan hebben duizend nachtegalentonen In mij gejoeld! En op dien stond heb ik het opperst Schoone Gezien, - gevoeld. Den 9n van Wonnemaand 1896. Vorige Volgende