Langs groene hagen(1899)–Raf Verhulst– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 80] [p. 80] Nevelmaand Vliegend Mistzwerk. I. Ze trekken nu voorbij van Zuid naar Noord, De dichte scharen van de Speremeiden. Haar vale mantels vlotten breed, en spreiden Zich uit en waaien over 't veld. En voort Gaat steeds de snelle rit! Haar lokken vliegen Op 't zonnebeeld, dat waatrig aan den boog Des hemels hangt. Haar drommen verder tiegen, Verholen voor 't gekerstend menschenoog. Ze vlieden voor de balderende klokken Wier stalen stemmen over de akkers schokken. Zij vlieden, want geen zuivre zicht van goud Zoekt meer den marentak in 't heilig woud. Vorige Volgende