Uit de geschiedenis der Nederlandsche taal
(1923)–J. Verdam– Auteursrecht onbekendJ. Verdam, Uit de geschiedenis der Nederlandsche taal. (Editie F.A. Stoett), W.J. Thieme & Cie, Zutphen 1923 (vierde druk)
-
gebruikt exemplaar
exemplaar universiteitsbibliotheek Leiden, signatuur: S.Ned. 16 7115
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Uit de geschiedenis der Nederlandsche taal van J. Verdam, in de vierde druk, herzien door F.A. Stoett uit 1923. De eerste druk verscheen in 1890 onder de titel De geschiedenis der Nederlandsche taal, in hoofdtrekken geschetst.
redactionele ingrepen
p. 44: eindnoot 7 heeft geen nootverwijzing in de tekst en is daarom door de redactie aan het eind van het hoofdstuk geplaatst.
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (p. II, IV en XXX) zijn niet opgenomen in de lopende tekst. De ‘Verbeteringen’ van p. XL, XLI en XLII zijn in de lopende tekst doorgevoerd.
[pagina I]
UIT DE GESCHIEDENIS DER NEDERLANDSCHE TAAL
[pagina III]
Uit de Geschiedenis der Nederlandsche Taal DOOR J. VERDAM, HOOGLEERAAR TE LEIDEN VIERDE DRUK HERZIEN DOOR Dr. F.A. STOETT
ZUTPHEN - W.J. THIEME & CIE - 1923
[pagina XI]
INHOUD.
Hoofdstuk I. | Blz. |
De benamingen onzer taal | 1 |
Hoofdstuk II. | |
De Indogermaansche taalfamilie en de Germaansche taalstam | 5 |
Hoofdstuk III. | |
De Germaansche grondtaal en haar vertakkingen | 24 |
Hoofdstuk IV. | |
Het Oudnederlandsch | 44 |
Hoofdstuk V. | |
Het Middelnederlandsch | 55 |
Hoofdstuk VI. | |
Het Nieuwnederlandsch | 70 |
Hoofdstuk VII. | |
Omvang van het taalgebied | 82 |
Hoofdstuk VIII. | |
Schrijftaal, omgangstaal en tongvallen van het Nederlandsch | 101 |
Hoofdstuk IX. | |
De woordvoorraad onzer taal | 114 |
Hoofdstuk X. | |
Onze persoons-, geslachts- en plaatsnamen | 127 |
Hoofdstuk XI. | |
De klemtoon in het Nederlandsch | 153 |
[pagina XII]
Hoofdstuk XII. | Blz. |
De spreekwoorden onzer taal | 163 |
Hoofdstuk XIII. | |
Invloed van andere talen op het Nederlandsch en van het Nederlandsch op andere talen | 181 |
Hoofdstuk XIV. | |
Invloed van den Bijbel en de Bijbelvertaling | 228 |
Hoofdstuk XV. | |
Vormveranderingen in den taalschat | 242 |
Hoofdstuk XVI. | |
Analogie, bijgedachte, versmelting | 256 |
Hoofdstuk XVII. | |
Verouderde en verouderende woorden en uitdrukkingen. Taaloudheden. - Volksetymologie | 278 |
Hoofdstuk XVIII. | |
Middelen tot aanvulling der leemten in den woordvoorraad. Wijziging en uitbreiding der beteekenis | 302 |
Hoofdstuk XIX. | |
Middelen tot woordvorming. Nieuwe behoeften. Vorming van nieuwe woorden | 314 |
Aanteekeningen | i |
Woordregister | xxxi |
Zaakregister | xxxv |
Verbeteringen | xl |
[pagina XL]
Verbeteringen.
Blz. 168 reg. 8 v.o. | l. toespeling. |
Blz. 168 noot | l. bl. 239-241. |
Blz. 177 reg. 1 v.o. | l. parallelisme. |
Blz. 200 noot * reg. 1 | l. bl. 197. |
Blz. 228 noot ** | l. concise. |
Blz. 316 reg. 9 v.b. | l. Wdb. |
Aanteekeningen bl. III aant. 11 reg. 1 l. schets. |
[pagina XLI]
J. Verdam uit de Geschiedenis der Nederlandsche Taal 4de druk. Verbeteringen
Blz. | |
---|---|
Inhoud (blz. XI) reg. 3 v.b. benaming, l.: benamingen. | |
1 | reg. 10 v.b. gezamelijke, l.: gezamenlijke. |
4 | reg. 13 v.b. Kerk, l.: Gemeente. |
17 | reg. 15 v.o. beantwoord, l.: beantwoordt. |
65 | reg. 2 v.o. pleonatisch, l.: pleonastisch. |
76 | De asterik moet zijn3), terwijl3) op bl. 77 verwijst naar de noot op bl. 76. |
78 | reg. 7 v.o. eldersch, l.: elders. |
96 | reg. 11 v.b. afwijk, l.: afwijkt. |
112 | reg. 10 v.o. zakdoek voor zaddoek, l.: zaddoek voor zakdoek. |
114 | reg. 6 v.o. gezamelijke, l.: gezamenlijke. |
120 | reg. 12 v.b. genossen, l.: genosse. |
133 | reg. 2 v.o. Godhara, l.: Godhard. |
136 | noot reg. 3 Burgelijken, l.: Burgerlijken. |
145 | reg. 9 v.b. Oldebrock, l.: Oldebroek. |
147 | reg. 3 v.b. straat, l.: gracht. |
160 | reg. 12 v.o. gescheidenis, l. geschiedenis. |
168 | reg. 8 v.o. toespelling, l.: toespeling. |
noot blz. 186, lees blz. 239 vlgg. | |
176 | reg. 10 v.o. heden groot, l.: heden rood (gezond, blozend). |
177 | reg. 1 v.o. parallellisme, l.: parallelisme. |
178 | reg. 16 v.b. 1), lees: 11). |
181 | reg. 20 v.b. Psalm 26, 2, l.: Psalm 26, 6. |
200 | noot 1, reg. 1, bl. 202, l.: bl. 197. |
[pagina XLII]
Blz. | |
---|---|
201 | reg. 11 v.b. het authentieke afschrift, l.: het in kleine letters geschreven origineel. |
213 | reg. 7 v.b. impertiment, l.: impertinent. |
214 | reg. 16 v.b. Zij zijn, l.: Die achtervoegsels zijn. |
216 | reg. 5 v.o. schrap stukadoor. |
222 | reg. 15 v.o. baarseh, l.: baarsch. |
225 | reg. 10 v.b. Ducange (dl. I), l.: Ducange (dl. IX). |
227 | reg. 3 v.b. kabeljou, l.: kabeljau. |
228 | noot 2 conlise, l.: concise. |
231 | reg. 7 v.o. schrommelijkste, l.: schromelijkste. |
241 | reg. 16 v.b. ploegt men, l.: men ploegt. |
243 | reg. 9 v.o. volkonen, l.: volkomen. |
259 | noot 3 scuifelen, l.: schuifelen. |
260 | noot 2 fortnicht, l.: fortnight. |
261 | reg. 7/6 v.o. nominatievorm, l.: nominatiefvorm. |
262 | noot ** behoort bij aftouwen. |
277 | reg. 15 v.o. 13), l.: 18). |
reg. 4 v.o. Na hadden moet volgen: Zoo nam durven de beteekenis van dorren over en dit laatste geraakte in vergetelheid. | |
283 | reg. 3 v.o. inheemsche, l.: uitheemsche. |
287 | reg. 14 v.b. nachtzangster, l.: nachtzanger. |
305 | reg. 10 v.o. geschil, l.: verschil. |
308 | reg. 5 v.b. gestrikt, l.: geregen. |
316 | reg. 9 v.b. Wdl. l.: Wdb. |
321 | noot 1 257, l.: 255. |
323 | reg. 16 v.b. Nan, l.: Van. |
324 | reg. 14 v.b. exemen, l.: examen. |
III noot 11 scherts, l.: schets. | |
IV noot 5 geef, l.: geeft. | |
XXVII noot 5 beteekenisverandering, l.: betekenisverandering. |