Tussen twee woestijnen(1958)–Jan Vercammen– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 28] [p. 28] Na de nacht De lelie tederheid bloeit aan uw mond. Gij glijdt één stond door de blauwe as van wat de nacht was, in het bleke bad van de dageraad, eer ik uw gelaat weer herkennen kan. De wind streelt als mijn vingeren. Dan begint het ruisen van de populier als het fluisteren van mijn woorden, schier geen woorden blijvend. Alleen mijn tederheid weer, om bij u te zijn weerom. Vorige Volgende