Tussen twee woestijnen(1958)–Jan Vercammen– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 27] [p. 27] Voor de nacht De mirre van uw schouders geurt in mijn mond. In mijn hand is het spoor van een volkomen parabool gebleven. Het woord van het leven trilt op de boord van kristal. In uw kleed ruist de val nu gij nadertreedt, schuw voor het licht. Achter u geen spoor. Ik wacht. Antilopen spreiden de nacht over ons. Ik zie Orion, de ster en ver hoor ik de herfst met Mozart. De tijd vergaat. Gij zijt de maat. Vorige Volgende