Het huis ten einde(1971)–Jan Vercammen– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 82] [p. 82] Van de ruitenwisser Ironisch ruist de regen. Morgen zullen de lijken der slierten mist begraven zijn, dood als blazoenazuur. Ergens wordt wreedheid geel en weerwraak groen waar een menigte blijkt een inktvis te zijn. Meer bepaald landen vier Amerikanen als vaandelvluchtigen in Zweden. En in de Sowjetunie wordt een generaal die protesteert ten gunste van een schrijver in de gerechtszaal aangehouden. Toch roep ik voorbarige beelden op want mijn dood laat zich niet duiden. De ruitenwisser van witmetaal schiet weerlichten af naar mijn netvlies. Een uitgeholde straat vol vrede sluit me glijdend eindeloos in. Een anemieke maan smelt chemisch zuiver tot ozoon. Voetensyncopen zijn pizzicato's van een dichte vleugeladem. [pagina 83] [p. 83] Geen beeld nochtans kan op de beemd van deze heilige woning heilloos zijn. Schaduwen van mensen raken niet de gewelfde grond van uw schaduw. Ze zweven hoger voorbij naar het bos met de blanke trossen. Gij zijt thuis in dit land van eiken en kastanjes dat geen land alleen een licht is. Gij wacht, vergis u niet, op mijn dood. Dat ontstelt u niet. Vorige Volgende