Het huis ten einde(1971)–Jan Vercammen– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 63] [p. 63] Van de mol Geen mist wist van handen de sporen uit, nog minder van ogen (die vermenigvuldigt hij) van lippen weet ik het morgen. Eén altaar is er waarop hoop als offerande - neem en eet - verwachting wordt. Het huis is een verhuisde vraag zoals gij hebt de mol verjaagd met menselijk geluid. Heel anders dan uw voetgeluid wanneer gij komend zijt (gij zijt nog komend in verwijdering) uw handen gloeiend van uw keel zodat papier zelfs geurend wordt van hun weerschenen droogtekring. Bedenk dat deze mol mijn stappen niet herkennen mag opdat hij tot uw haat geen toegang vindt als niets meer iets van mij bezit niets meer verkondigt: wacht hij komt. Vorige Volgende