Het huis ten einde(1971)–Jan Vercammen– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 59] [p. 59] Van het gunstige jaargetijde Het is nog even voor de tijd dat de wind door de lorken wil maar toch niet door het boordevolle najaar komt. Er blijft ons nog de cybernetica om in het kweken van wilde cyclamen te slagen. Gij kunt slechts worden gered door een vleselijke medeplichtigheid aan mijn verpuurde puberteit. Dit is een gunstig jaargetijde zonder georganiseerde gerechtigheid die zich religieus vergist. Terwijl de stilte nog ongestold de schaduwen beveiligt zijn wij behoed voor de dieren die buiten onze schaduwen hun stamboom ontschorsen. Wij moeten wederkeren ook als we niet zijn weggegaan. Want hier is beider eenzaamheid het samenwezen van een kind met zijn slaap, van water met zijn spiegelvlak. [pagina 60] [p. 60] Gemeenschap over leed en blijdschap, een wolk over alpentop. Gemeenschap van medeplichtigheid aan de eenzaamheid van mijn dood. Gij kunt geen andere liefde verwachten, vervreemd verwekte vrouw, dan door uw geboorte voorspeld. Geen tijd blijft onvolbracht. Vorige Volgende