Het huis ten einde(1971)–Jan Vercammen– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 56] [p. 56] Van de naakte haven De braambessen rijpen traag: een zon blijft gedoofd omdat het noorden nog niet doorbroken is. Zo toeft de tijd. Ik adem trager nog. Gij waakt bij mijn blik naar de moerbeitwijgen. Dat ogenblik ligt in uw ogen open als de vlakte van de Camargue. Een wijde aanwezigheid houdt ons zwijgend op. Geef haar geen naam. Zoek vooral voor uw vrees geen onderkomen in bekende streken. Het onbekende is geen landschap meer, geen stad. Het is een naakte haven vanwaar alleen wordt uitgevaren. Onthoud die mij, Euridike. Vorige Volgende