Het huis ten einde(1971)–Jan Vercammen– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 29] [p. 29] Van de glanzende vloer In het papaverveld van Daphni op de asfodelenwand van Mistras liept gij over de Waterslang, witte vrouw in verwijderde weelde. Hier in dit huis zijt gij geheel in ochtendpit en avondvlam maar ook in de magnolia van morgen, de veronica van overmorgen. Nog altijd in de aster en de zinia van de voorbije zomer. In alle weerkaatste licht en voorjaarsgeluid van toen de vloer onder de Noorderkroon te glanzen lag, beschaduwd door uw schouder; toen meteoren waren woord geworden. Op de pauwestaart was de blauwe roos ontloken. Sindsdien werden de nachten door verheiligde herkauwers afgegraasd, de dagen door vermaniakte automaten afgegrendeld. Mijn dood wekt echter geen verleden op geen af te wachten lot. De letterklanken van elk woord, ontwortelde vrouw, vervluchtigd tot geluidloosheid. Vorige Volgende