Het doode kindje Eric
(1936)–Jan Vercammen– Auteursrecht onbekend
[pagina 11]
| |
[pagina 12]
| |
Want zie, gij zijt mij, na uw zeer ontijdig scheiden
zoo dicht als mijn zóó wilde en zóó ontzinde droom,
dat ik geen helder oogenblik vermag te beiden
en door mijn donkere uren ijl naar de ouden boom,
waarvan geen ooft ooit is geplukt geworden,
omdat zijn breede kruin boven de sterren reikt.
Zelfs moet ik met mijn armen nog zijn stam omgorden,
wijl reeds naar den levant zijn lichte schaduw wijkt.
|
|