Het dagboek van Alexander Ver Huell 1860-1865
(1985)–Alexander Ver Huell– Auteursrechtelijk beschermd5 January.Zend mijn schilderij de Joden-BuurtGa naar margenoot+ aan den H.r C. Kramm te Utrecht ten geschenke die mijn van der NeerGa naar margenoot+ heeft gerestaureerd en daarvoor slechts eenige prentjes had willen accepteren. | |
1862
| |
[pagina 42]
| |
De Kemnade bij Wijnbergen (gemeente 's-Heerenberg).
Foto, genomen in 1984 door J.A.A. Bervoets.
| |
14 Jan.yGa naar Amsterdam ontfang van de Heeren Kerkhoven en Co. ƒ958,71 _____ Zie voor het eerst de Faust van Gounod. - Het meest van allen trof mij de engelachtig eenvoudige déclamatie van GrätchenGa naar margenoot+ [sic] in de Tuin, dan haar wiegelied, de zamenspraken van Faust en Grätchen en Mephist.s en Martha ook in de tuin, het Soldaten-Choor, het sterven van Valentijn, Grätchen met Mephist.s voor de Kerk. - Het Balzazar-feest voldeed mij niet, noch het Heksen-Choor. - Daarbij brengt de aard van het stuk mede dat men altijd aan Meyerbeer's RobertGa naar margenoot+ denkt, en dan moet de Faust nat.k bij de vergelijking verliezen. _____ - Ik vernam dat men mijn vriend M.r Auguste Philips noemde als aanstaande Minister. Hoe jammer dat ik geen intriguant ben: drie vrienden Ministers J. Loudon, v. Kattendycke en Philips! - si verumGa naar margenoot+!! Ga naar margenoot+- Ik gaf aan een mijner vrienden mijn verontwaardiging te kennen over het toenemen van den Duitschen geest in Amsterdam. Overal Duitsche Théaters, Càfé's, Bierhuizen en Kantoorheertjes. - Hij zegt dat de Duitschers veel knapper, en meer bereisd zijn dan onze jongelui. - Daarbij veel minder exigeant en te vreden wanneer zij maar gratis wat leeren kun- | |
[pagina 43]
| |
nen, zonder als de Hollandsche jongens den companion of opvolger te worden. | |
17 Jan.yte huis gekomen vind ik een brief van den H.r Insinger die niet ongenegen schijnt de Kemenade te verkoopen en zelfs er mij over wil spreken. _____ - Van de Redactie van de Nederland een verzoek om eenige bijdrage. - Ik antwoord zooveel tegenwerking en kwade trouw ondervonden te hebben in de laatste jaren, dat de lust tot verdere uitgeverij mij is vergaan. - Van de Buffa'sGa naar margenoot+ dat ik op vier looten voor de Arij-Scheffers-standbeeld-loterijGa naar margenoot+ Nieten trok. 20 Jan. Schrijf aan de Heeren Ketjen en Tengbergen dat ik bij de geheele verkoop der Kemnade met ons fortuin er niet aan denken kon die te koopen: maar dat zich nu de gelegenheid aanbiedt den uitdrukkelyken wil van mijn Oud-oomGa naar margenoot+ optevolgen. Hij toch schreef o.a. aan mijn vader dat TanteGa naar margenoot+ ‘nimmer zoo onredelyk zoû zijn van een goed te vervreemden dat geheel uit zijn hooge betrekkingen was opgespaard, terwijl hij zonder buitensporigheid die gelden in 3 jaren had kunnen verteeren enz.’ Tante schonk echter ruim 2½ ton aan legaten weg en de halve Kemenade aan J. Tengbergen, niets aan de Ver Huell's. Nu kan ik welligt den Toren met een weinig grond en de heerlijke regten voor een betrekkelyk geringe som krijgen. -
Ga naar margenoot+[vijf doorgehaalde regels, betrekking hebbend op de brochure ‘Volk en Kunst’] 21 Leed aan hevige intermittenteGa naar margenoot+ oorpijn en begin mijn brochure over de kunst in Nederland. _____ - Ontvang een portret van NolléeGa naar margenoot+ dien ik in SpaGa naar margenoot+ leerde kennen en van wien ik in twee jaren niets hoorde. - Zend hem terstond het mijne met een vers. _____ - Zend aan Henri Engelberts een introductiebrief bij mijn neefGa naar margenoot+ van Lighterveld, Ambassadeur te Parijs. | |
- 23 Jan.Heden wordt mijn brochure Volk en Kunst gedrukt. - Zal zij uitwerking hebben? Nieuwe idéen hebben tyd noodig om tot de overtuiging der menschen door te dringen. - Ik vrees echter dat mijn stem zal wezen die eens ‘clamantis in deserto.’Ga naar margenoot+ N'importe: ‘fais ce que tu dois, advienne que pourra!’Ga naar margenoot+ | |
+ 31 Jan.yWat ik 27 Nov.r in dit dagboek neerschreef is gisteren volkomen bewaarheid geworden. Het ministerie Heemstra, Loudon, Casembroot is gevallen. Kattendijcke is aangebleven. Thorbecque Minister van binne.e Zaken. _____ - Gisteren ben ik bij den H.r Insinger te Brummen geweest. ‘Meneer alles kan je van me koopen, dit huis binnen de 24 uur, en alles wat je hier ziet!’ Van de koopGa naar margenoot+ der Kemenade zal niets kunnen komen. Ik deed het uit een soort van eerbied voor de herinnering van den Admiraal V.H. en met het oog op mijn nakomelingen of die van Henri V.H. | |
[pagina 44]
| |
Ga naar margenoot+4 Feb.yVan morgen is Ten Kate bij mij gekomen, om mij te verhalen dat zijn, aan Voltaire etc: gecompileerd stuk weldra vertoond zal worden. Hij zeide mij nu de Courantiers ook gewonnen te hebben. - dus de kritiek van dagbladen en Couranten door intrigue gewonnen, de intrigue van zijn stuk van Voltaire gestolen, de tekst uit van Effen en La Bruyère saamgeflanst! - en zoo iemand, ik ben er zeker van, zal niets dan genoegen en satisfactie van zijn (?) werk genieten - terwijl juist heden mijn Brochure, geheel verdraaid en uit zijn verband gescheurd, in het HandelsbladGa naar margenoot+ geännonceerd stond. - een brochure, uit pligtbesef geschreven, waardoor ik weet dat ik voor de toekomst, alle kunstkoopers mij tot vijanden maak. - Maar God kent mijn eenzame overdenkingen en ik weet dat uit mijn waarheid, zoo niet voor mij, dan toch voor anderen, nut zal voortkomen. Hoeveel nut hebben de KrijtkrabbelsGa naar margenoot+ reeds niet gedaan! Ik bid dat God mij de kracht zal geven om braaf en waar te blijven handelen. _____ - Welk een ministerie! en hoeveel dier ministers zullen wij niet weldra weder zien verdwijnen! | |
Woensdag 5 Feb.yOntvang een brief van Gorus die zegt geen geld te hebben en daarvoor de pachtpenningen van Pelgrim wil ontvangen. - Schrijf hem dat hij die niet moet ontvangen maar dat Pelgrim die aan den Not.s Pasteur moet betalen. - Schrijf aan Pasteur die te ontvangen, en te zenden.
Ga naar margenoot+- Vraag aan den H.r Tengbergen waarom hij terwijl ik met hem afgesproken had dat hij Gorus de noodige gelden zoude verschaffen, dit niet deed. Vraag hem de rekening van Gorus betreffende de kribbingen die onder zijn toezigt gemaakt werden, na te willen zien. - Vraag hem naar de hoegrootheid mijner te innen pachten van de weiden die hij tot nu toe administreerde. | |
9 Feb.schrijft mij de H.r Tengbergen dat de H.r Pasteur ƒ121 voor verkochte Haver en ƒ159 van hout ontvangen heeft voor mij. - De te betalen pachtenGa naar margenoot+ zijn ƒ70 A. Pelgrim 70 H.J. Kuyperij ƒ55 A. Pelgrim ƒ20 A. Pelgrim en ƒ26 H.J. Kuiperij. - 15 Feb. krijg ik een brief van den H.r Tengbergen die mij zegt Gorus gesproken te hebben die ƒ278,50 aan Arbeidsloon, kribwerk enz. heeft uitgegeven en ƒ230 ontving dus nog ƒ48,50 niet ontvangen en nog ƒ159,50 te betalen heeft aan noe te maken werkzaamheden. _____ - Ik verzoek den H.r Tengbergen zoo goed te willen zijn van mij in te lichten omtrent de werkzaamheden niet op het 1e maar op de volgende perceelen waarop bijna niets te doen scheen te zijn. - ook hoe het komt dat juist ƒ159 de som is die voor de verkochte haver nog of bij Gorus of zooals de H.r Tengbergen bij Pasteur in kas ligt. _____ - Schrijf den H.r Pasteur en verzoek hem mij te schrijven, per omgaanden, hoeveel gelden hij van mij in kas heeft. | |
[pagina 45]
| |
16 Feb. Ontvang een tweeden brief van J.F. Tack die volstrekt wil dat ik een artikel schrijf over een lithografisch gezigt (naar zijn teekening) van de af te breken noodbrug te Zutphen. - Ik zie geen kans er iets van te maken. - de huisjes die afgebroken worden zijn nieuw, de schipbrug ziet men niet, noch de stad enz: - | |
Ga naar margenoot+17 Feb.yMaandag. Schrijf den H.r Pasteur dat ik hem te vergeefs om spoedig antwoord vroeg maar nu mijn verzoek herhaal daar ik dien te weten welke gelden hij heeft ontvangen of nog voldaan moeten worden, alvorens ik hem kan magtigen nieuwe sommen aan Gorus ter hand te stellenGa naar margenoot+.
N.B. 20 en 21 Feb.y zie aan de andere zijde van dit boek. | |
Ga naar margenoot+N.B. Deze pagina behoort op 20 Feb.y 1862 (Journal)20. 's Avonds vliegen verscheiden zwermen ganzen van het Zuiden naar het Noorden over de stad. | |
Vrijdag 21.Zie op een wandeling naar BeekhuizenGa naar margenoot+ een citroen-kapel en een Aurelia vliegen: zelfs op de open heide was het buitengemeen heet. Ik passeerde het huisje waar in gehuurde kamers mijn lieven, goeden génialen de Génestet zijn laatste levensdagenGa naar margenoot+ doorbragt, met weemoed zag ik nog eens om naar het plekje dat midden in een akkermaalsboschje voor het huis, door zijn huisbaas, van takken en onkruid was vrij gemaakt, en waar
Alexander Ver Huell, Daar is De
Génestet gestorven. Lithografie naar een
tekening van 1862. Uit: Scherts en Ernst, Gezamenlijke
Werken deel VI, nr. 9.
| |
[pagina 46]
| |
hij in het frissche lommer zijn laatste gedicht schreef. Met welk een warmte hebben de Gidsianen etc. zijn dood betreurd en hem na zijn dood geprezen! en toch verzekerden mij de boekhandelaars Lohman en Kraaij dat hij in het laatst van zijn leven geen uitgever voor zijn gedichten kon vinden, omdat geen maand- of tijdschrift de aandacht aan het publiek op derzelver verdiensten vestigde - Hoezeer moet den fijngevoeligen dichter die wuftheid van het publiek, die partijdigheid of naijver van zijn kunstbroeders (?) niet gegrieft [sic] hebben? Hoevelen heeft die kanker, waarover trots en verontwaardiging beletten dat men klaagt, niet langzaam in de armen der dood gevoerd. Den sterken geeft de verontwaardiging nieuwen levenslust en nieuwe levenskracht, de zwakke wordt er door verteerd. _____ _____ Hoewel ik mij voor heb genomen in dit dagboek geen afschriften van wat ik las te plaatsen, wil ik echter wat ik daareven in de Quarterly ReviewGa naar margenoot+ vond, en wat mijn vader mij vaak verhaalde, maar ik nimmer geboekt zag, hier opteekenen. - Tranen van bewondering vloeiden mij langs de wangen. Waarom heeft het lot mij ook niet tot een leven van actie, van moed en zelfopoffering bestemd! | |
Ga naar margenoot+24 Feb.yGrondlasten voor de weiden ƒ46,46. - Lever een rekwestGa naar margenoot+ in aan Gedeputeerde Staten wegens een gebouw dat afgebroken is, ad ƒ1,43 'jaars. - Hieraan kan men zien dat ik alleen uit eerbied voor de waarheid er op stond bij de koop van ons huis de volle koopsom aan te geven, na inzage der wet die bij mij geen twijfel omtrent den waren zin der bepaling overliet. | |
27 Feb.Van morgen is mijn armen muzijk-Meester Marx begraven. - in ons land en in het buitenland bekend als een goed komponist, een uitstekend Orkest-directeur een voortreffelijk viool en piano-speler. Hij leerde mij de théorie der muzyk en ik vond in hem een man van smaak, kunde en gevoel. - zijn fijngevoelig kunstenaars hart deed hem zoo vroeg ten grave dalen; hij had een zoon en dochter uit zijn eerste huwelyk: steeds was hij gelukkig mij te kunnen onderhouden over de vorderingen die de eerste, een schoon en verstandig jongeling, in de studie der Toonkunst maakte; hij toonde mij zijn eerste compositie's, beloofde zich een toekomst van eer en geluk van dien jongen. - Deze sterft aan een bloedspuwing, kort daarop de zuster, een allerliefst meisje van 17 jaar. - Na dien dubbelen slag zag ik Ga naar margenoot+Marx van een krachtvol man een bevenden grijsaard worden. - Hij was geen Benvenuto Cellini die door arbeid zulke verliezen weten te vergeten. - Nooit gaf hij mij les of ik zag hem eenige tranen storten. - Kort daarna vernam ik dat een zenuw-beroerte hem aan één zijde geheel had verlamd. - De Kunst, die krachtige troosteresse, bestond voor hem niet meer, diepe droefenis drukte steeds op zijn gemoed, zijn toekomst was vernietigd; de wereld voor hem een woesternij - Van morgen speelde het muzyk-korps dat hij zoveel jaren zoo meesterlyk dirigeerde, de door hem gekomponeerde Treur-marsch bij zijn graf. - | |
[pagina 47]
| |
te werken is aan een paar perceelen. - Ik schrijf hem terug, dat ik dit jaar althans geen verdere werkzaamheden verlang, en zal komen in oogenschouw nemen wat er door hem gedaan is. | |
11 Maart.'s Avonds komt de goede F. Stracké mij verrassen met het geschenk van het geboetseerde koncept van den stoelGa naar margenoot+ voor den H.r Bar.n van Heeckeren bestemd, waartoe deze Heer hem een popelstronk heeft bezorgd. - Deze groep van allerhande vechtende, kruipende, vliegende dieren, en van klimmende, loopende, vallende kaboutertjes is nog rijker van vinding en gelukkiger van uitvoering dan zijn Tafel waarover ik een artikel schreef in de Arnhemmer Courant van 1861. - Hij verhaalde mij dat de Not.s Ketjen hem voor zijn Amor ƒ150 had gehonoreerd ofschoon hij slechts ƒ100 in rekening had gebragt. - Ik heb den braven beeldhouwer moeten belooven dat ik hem niets voor deze groep zoude geven. - Die man is waarlyk een kunstenaar. | |
Ga naar margenoot+12 Maart.Ik begin een artiekelGa naar margenoot+ voor de Arnhem[m]er Courant ‘Een blik in de 20.e Eeuw, met het oog op Volk en Kunst.’ waarin ik kans zie de plaat van mijn vriend J.F. Tack te pas te brengen. - Gisteren kreeg ik mijn stuk ‘Een brief uit de 17.e Eeuw’ af. - | |
17 Maart.Maandag (Zaturdag l.l. stond mijn Artikel in de Arn.r C.t. - Het beviel algemeen). Kreeg gisteren een brief van Schimmel, die mij melt[?] dat de Redactie van de Gids met genoegen mijn aanbod aanneemt, maar zich natuurlyk een beoordeeling van het ingezondene voorbehoudt. - Ik schrijf terug dat ik in geval van niet plaatsing het stuk voor Donderdag terug verlang. - De brief van een Franschen réfugié, onder Willem III de slag aan de Boyne bijgewoond hebbende, is wezenlyk zeer belangrijk en ik weet geen beter blad dan de Gids om hem te plaatsen, hoewel ik het met haar exclusieve kritiekGa naar margenoot+ niet eens ben. - - Verneem dat mijn Artiekel in de Arnhemmer Courant van 15 d.sGa naar margenoot+ goed bevalt. - ook dat zich hier een CommissieGa naar margenoot+ vormt tot verwezenlyking van mijn plan. - Ik vrees echter dat nu het initiatief niet door Amsterdam zelve wordt genomen er van de geheele zaak niet veel komen zal. - Heden wordt de ‘Zoo zijn er geweest’ van ten Cate voor de eerste maal opgevoerd. - men vertelt dat hij aan Thieme heeft verzocht er alle kwaad van te zeggen wat hij maar wilde. - Ik die Thieme ken en de Couranten-kritiek weet wat daarvan is, en hoe een vergulde pen oordeelen zal. Het stuk zal stellig een groot paradijs en bak-succesGa naar margenoot+ hebben. - - Van morgen zag ik met genoegen dat MariendaalGa naar margenoot+ met zeer veel smaak op nieuw door den H.r van Eck wordt aangelegd. - Ik ben er hem dankbaar voor. - het is mijn geliefkoosde wandeling en hoe dikwijls heb ik daar niet uren achtereen met Tack naar de natuur zitten teekenen. Ik beklom de halfvoltooide Belvedere en schonk een drinkgeld aan de timmerlui. _____ Ga naar margenoot+- Mijn vriendje uit Leiden P. van den Maessen de Sombreff minister van | |
[pagina 48]
| |
Buitenlandsche zaken! als student een aardig, dikwangig, woestharig, fijn-knevelig, levendig kereltje, met vurige bruine oogen en sensuele lippen. Een goed créatuur voor zijn ouden professor Thorbecque dat met hem ook wel weder verdwijnen zal. - - Begin morgen weder te schilderen. - Ik bemerkte aan een gesprek met Kuick (de schilder) dat men ook in mijn Brochure Volk en Kunst een egoïstische grond zoekt, na.kGa naar margenoot+ de gelegenheid tot plaatsing mijner stukken. - Nimmer, al komt het tot stand of schilder ik ooit als een BolGa naar margenoot+ (mogt een van beide gebeuren, hetgeen ik zeer betwijfel) zal ik er een stuk exponeren. - | |
18 Maart.Gisteren woonde ik de Voorstelling van ten Kate bij. Het proloog werd weggelaten. Het stuk is slecht in elkander gezet en vol van Gallicismen. - die mij het meest trof was de uitroep van een der personen bij het opkomen ‘welke vlieg steekt u?’Ga naar margenoot+ (Quelle mouche vous pique?) Er komen echter veel aardige zetten van van Effen, La Bruyère enz: in voor, en de rol van een zeekapitein werd zeer goed gespeeld. - Ten Kate werd op het Toneel geroepen en uit het ParadijsGa naar margenoot+ viel een laauwerkrans voor zijn voeten. ‘Cela lui vient bien d'en haut.’Ga naar margenoot+ zeide eene Dame. - Cremer de Bet.eGa naar margenoot+ Novellenschrijver, was er verontwaardigd over, noemde het een prul en hem de ‘kraai met eens andermans veeren’ en wilde dat Ten Kates vrienden hem een tweede dergelyke poging afrieden. Ik geloof echter dat hij wel een stuk zal kunnen maken dat het publiek kan bevallen, al voldoet het dan niet aan de eischen der Kritiek. | |
19 Maart.De H.r EbersonGa naar margenoot+ kwam bij mij terwijl ik wandelde. Schrijf aan Engelberts dat ik gis voor welk doel hij kwam, maar dat ik geen man ben Ga naar margenoot+voor Commissie's en Directie's, te voortvarend of te onhandig enz: dat ik van mijn Plan (Volk en Kunst) niets geen eer of voordeel voor mij zelven verlang, maar dat mijn bedoelingen goed en geheel objectief zijn, en ik gaarne tot haar réaliseering mildelijk wil contribueren. - - Cremer is gisteren bij mij geweest, een aardige jongen, vol van geest, van vuur en wezenlyk géniaal mensch. - Hoe weinig gelijkt zijn photogr.ch portret in de Contemporain;Ga naar margenoot+ daar heeft hij een schaapachtige uitdrukking en zijn oog schittert van leven. - Schrijf aan den Archit.t Eberson genoegzaam hetzelfde als aan Engelberts. - dat ik mijn Brochure begon met de woorden ‘Mijn opregte wensch is dat men vergete wie deze bladzijden schreef enz:’ - dat ik dit deed opdat het publiek wel overtuigd zoude wezen dat er bij mij geen bijredenen van eigenbelang of ambitie bestaan, en dat ik niet de minste eer, niet het minste voordeel er voor begeer. - enz: - dat ik echter elk uur bereid was de Heeren der Commissie Ruijsch en Wassenaar te spreken indien zij zulks mogten begeeren. | |
[pagina 49]
| |
haar het hof maakt’ is men niet lief dan wordt men een ‘stijve saaye Klaas’ geheeten, zoo men zelfs niet geheel daardoor uit de gratie dier dames geraakt. - Dit is het geval met mijn nichtje Willemine de Vaijnes aan wie ik juist uit een goed motief, omdat zij kreupel is, nooit iets in het hoofd heb willen zetten dat naar die hofmakerij geleek. - Nu al een paar jaar lang merkte ik dat alle meisjes die bij haar logeerden of veel bij haar kwamen Ga naar margenoot+eerst heel lief en natuurlyk met mij waren maar dan in eens onaardig en soms hatelyk werden. - De oorzaak hiervan was dat Willemine (zooals zij zelve nu heeft bekend) haar voor mij waarschuwde. Zulk een waarschuwing van ouders vind ik hoogst loffelyk maar van een nuf die de helft jonger is dan ik, vind ik het hoogst ridicule. - Zondag is het tot een explosie gekomen en allen zijn natuurlyk tegen mij Oom trekt partij voor zijn dochter, Tante voor de nicht bij wie ze inwoont, Mama trekt de partij der vrouwen (pars pro toto)Ga naar margenoot+ (uit esprit de corps) Sophie had dien avond, terwijl zij mij zaten te taquineeren, reeds tweemaal gezegd ‘wij zyn zaamgespannen’ wij zijn zaamgezworen’ - zij ook is natuurlyk voor de nicht bij wie zij steeds komt logeeren. - Den volgenden morgen heb ik mijn oom flink de waarheid gezegd, die kwam om mij de les op te zeggen en 's avonds een briefje aan Tante geschreven waar in ik zeide ‘te hopen dat de onaangenaamheden door Willemine ontstaan geen oorzaak mogten wezen dat zij mijne Moeder minder zoude bezoeken; dat ik integendeel geloofde dat het goed was zoo zij en W. meer bij haar kwamen en dat ik bij die gelegenheden op mijn eigen kamer zoude blijven. - Het is wel zoals ik mijn vader zoo dikwijls hoorde zeggen Une femme toujours pardonne quand on l'aime | |
25 Maart.Zend op aanvrage van den H.r Kramm eenige bijzonderheden mijn vader en mij als teekenaars betreffende voor zijn Levens der Schilders.Ga naar margenoot+ | |
- 6 April.Heb een uitnoodiging van de Commissie voor Volk en Kunst Ga naar margenoot+ontvangen voor de vergadering van Dingsdag 8 april bij te wonen. In dien tusschentyd ben ik naar Amsterdam geweest, sprak daar den H.r Burgemeester Messchert van Vollenhoven, die zeer veel sijmpathie toonde voor mijn plan, ook den H.r Momma, lid van het gemeente bestuur, die mij stellig ried de zaak door te zetten. Of Arti et A.ae Ga naar margenoot+ met haar égoïstische, exclusivistische rigting er voor of tegen was kon ik uit een gesprek met H. ten Kate niet opmaken. De Secretaris onzer Kunstvereeniging Eberson schijnt het, om welke reden weet ik niet, ook tegen te werkenGa naar margenoot+. Althans, had hij mijn brief, in plaats van dien mede te deelen, in zijn zak gehouden, zoodat noch de H.r van Verschuer noch van Wassenaer er iets van wisten. Zij schijnen hem echter het onwelvoegelyke zijner handelwijs krachtig te hebben doen gevoelen, daar hij op de vergadering van 8 april ziek heette te zijn. - Voor die avondvergadering werd de H.r van Verschuer tot président gekozen en werd er bepaald dat de H.r Ruijs een brief zoude opstellen waarin den H.r van Lennep werd uitgenoodigd zich de zaak in Amsterdam | |
[pagina 50]
| |
aan te willen trekken, terwijl de Arnhemsche commissie van haar zijde alle medewerking beloofde. | |
Dond.g 10 april.Plaatste ik mijn laatste artiekelGa naar margenoot+ over Volk en Kunst in de Arnhemmer Courant. - De Amsterdammer C.Ga naar margenoot+ neemt het over. De brouillerie met W.Ga naar margenoot+ is nog hangende. Ik mag haar zeer goed lijden, maar verlang eene niet scherpe, welwillende famille-omgang. | |
19 April.Deel den H.r van Verschuer mede dat de H.r Ruysch een offi-Ga naar margenoot+cieusen brief van den H.r van Lennep heeft ontvangen, die geheel vervuld is van zijn standbeeld voor VondelGa naar margenoot+. Zeg hem dat ik aan Van Lennep heb geschreven en heb gebeden te overdenken hoeveel grootscher het zal wezen wanneer hij, de geniaalste onzer tydgenooten, in het voorportaal, onder den zuilengang - van het Volksgebouw aan Neerlands roem geheiligd, het reuzenbeeld van Vondel inwijd [sic] - dan indien hij een standbeeld meer toevoegt aan de duizende anderen enz: - De Gids verlangde den brief van den slag aan de Boyne te plaatsen, maar in het Fransch, wegens den stijl. - Ik zond hem daarop naar den Nederland, aan de redactie schrijvende dat de stijl niets opmerkelyks had en alleen de historische waarde hem belangryk maakte. - In het nummer van 1o. Mei wordt hij opgenomen. Toen de Gids in een uitvoerige kritiekGa naar margenoot+ van al mijn werken de indélicatesse had van mijn naam voluit te schrijven, terwijl ik juist om mijn naam van publieke smet vrij te waren slechts V.H. onderteekende - had ik aan hare rédactie op gevoelige wijze mijne verontwaardiging [er]over te kennen gegevenGa naar margenoot+. - Een blad als de Gids moest zulk een voorbeeld althans niet geven. | |
22 AprilGing naar de buiten Societeit om het versGa naar margenoot+ te lezen waarin het stuk van ten Kate gehekeld wordt. - Ten Kate heeft echter reeds voor eenige dagen de Kamper-Courant meê gepakt en niet terug gebragt. Zulk een anonijme satyre is altyd een laagheid. - Ik ben benieuwd wat nu het officiële antwoord van den H.r van Lennep wezen zal. Ik vrees dat Eigenbelang de geheele zaak zal versmoren. - Het lot van veel edels en goeds. - | |
Ga naar margenoot+24 April.De Commissie zooals zij nu is zamengesteld leidt tot niets. -Ba.on van Verschuer, is in het Paleis van VolksvlijtGa naar margenoot+ geïnteresseerd. - Hij is vóór een zamensmelting van mijn plan met het Paleis der Industrie, tegen de zaak zoo als ik ze verlang en zooals ze alleen doeltreffend kan wezen. - Ruijs is lax; ook niet gezien in Amsterdam: de schilder Zwart er voor, maar durft niet genoeg voor zijn gevoelen uitkomen. - Ik heb dus een nieuw plan ontworpen en stel er mij veel goeds van voor. - | |
25Gisteren avond heb ik een nieuwe inleiding voor mijn Volk en Kunst aan Thieme gebragt, die aanstaanden Maandag in Arnhem verspreid wordt en den Donderdag daarop door geheel het land moet wezen. - Heden heb ik alle proeven gecorrigeerd. - Dingsdag 29 april is er Vergadering van de Kunstvereeniging. Alles zal nu afhangen van den goeden wil van den président van Amerongen. - | |
[pagina 51]
| |
29.Van morgen heb ik den H.r van Amerongen geproponeerd op de Vergadering van heden den volgenden brief voor te lezen.
Aan den President der Kunstvereeniging Verscheidenheid en Overeenstemming
Hoog Wel Geboren Heer
Het zij mij vergund aan uw oordeel en van dat der Heeren Leden onzer Vereeniging eenige bedenkingen te onderwerpen, in het belang der zaak die door Haar met kunstlievende welwillendheid in bescherming werd genomen. Ga naar margenoot+Het is genoegzaam gebleken dat de door ons ingeslagen weg niet tot een gewenscht résultaat leiden zal - er moet dus een anderen worden gekozen. De eenige wijze waarop, mijns inziens, ons doel bereikt kan worden - en gelyk ik vertrouw ook bereikt zal worden, is dat de President onzer Vereeniging zich persoonlyk of door eigenhandig schrijven, wende tot eenigen Voorstanders van Volksbeschaving en Kunst in Amsterdam, liefst niet tot eene aldaar bestaande Vereeniging behoorende, of reeds in een Commissie betrokken - laat het een partikulier persoon zijn, maar van eenigen invloed - ten einde gezamenlyk van de regeering der Hoofdstad te weten, of zij, indien onderscheiden Commissien een zekere som bijéén kunnen brengen, en Z.M. het beschermheerschap gelieft aan te nemen, genegen zoude zijn van haar kant de onderneming te ondersteunen door aanbieding van een geschikt terrein, als anderzins. Is die toezegging ons verzekerd dan zoude het mijn gevoelen zijn - maar in alles onderwerp ik het aan het verlichte oordeel der Vereeniging - de zaak tot het Najaar te laten rusten om ze dan krachtig en eensgezind weder op te vatten. - Dezen eersten stap dient echter nü, en hoe eerder hoe beter, gedaan te worden. Gaarne nam ik die moeite op mij; doch ik behoef het u niet te zeggen, dat de zaak er bij winnen zal, indien het blykt, dat ook anderen haar ter harte namen. Van eene Vereeniging als deze, uit mannen van beschaving zamengesteld, vertrouw ik dat zij mijn bedenkingen goedgunstig zal opnemen, en het goede en ware voorstaan. alléén omdat het is het ware en goede. Met de meeste hoogachting enz:
A. Ver Huell.
Ga naar margenoot+- Tegen den middag komt de H.r R. van Wassenaer bij mij. - ik verzoek hem de zaak 's avonds te appuyérenGa naar margenoot+. | |
30 April.'s Morgens spreek ik den H.r van Amerongen die mij verhaalt dat het voorstel is aangenomen en dat hij en Ba.n van Wassenaar naar Amsterdam zullen gaan om zich aldaar direct tot de Regeering der stad te wenden. Ik verhaal ZE. dat ik reeds de brochure aan den Burgemeester M.r J. Messchert van Vollenhoven zond met den volgenden brief. | |
[pagina 52]
| |
Wel Edel Geboren Heer
Mag ik de Eer hebben UE. hiernevens de Tweede Uitgave van Volk en Kunst aan te bieden UE. tevens vriendelijk verzoekende, indien het te pas mogt komen aan deze zaak UE. veelvermogende protectie wel te willen verleenen. Zoude het niet schoon zijn indien Amsterdam in eene onderneming edel en nuttig als deze het voorbeeld gaf aan Europa? In allen gevalle verschafte deze gelegenheid mij het geluk uwer kennismaking waar ik de hoogste prijs op stel, en nimmer zal ik de heusche wijze vergeten, waarop UE mij wel geliefdet te woord te staan.
Met de meeste enz:
Aan de H.r Momma, Lid van den Raad van Amsterdam schreef ik
Wel Edel Geb. Heer
Hiernevens heb ik de Eer UE de Tweede Uitg.e van V. en K. aan te bieden, die over een paar dagen door geheel het land verspreid zal wezen. Ik heb die zaak doorgezet, uw goede raad hierin opvolgende, waarvoor ik u zeer dankbaar ben. Want ik houd mij overtuigd dat deze onderneming in de toekomst van grooten en heilrijken invloed kan wezen. Zoo gij welligt Ga naar margenoot+spoedig in de gelegenheid mogt gesteld worden die te protégeren, vertrouw ik dat gij wel zoo goed zult willen zijn van zulks te doen, zoo al niet om mij, dan om de goede zaak zelve. Ik wilde niets liever dan dat men mij van nu af aan geheel vergat enz: -
Aan Herman ten Kate.
Amice
Gij hebt mij gevraagd u eenigzins op de hoogte te houden: nü voor het eerst komt er wat leven in de zaak en over eenige dagen hoop ik er u meer van te kunnen zeggen. - De 2.e U.e van V. En K. heb ik à 10 cents algemeen verkrijgbaar gesteld. ten einde de Kwestie niet te laten verkoelen. - Wij echter moeten, geloof ik, zelfstandig van onze zijde op ons protégeerend publiek werken - prijst gijl.n de zaak aan van uwen kant - en het zoû mij niets verwonderen dat er voor allen iets goeds uit voort zal komen. - enz:
aan Hofdijk. Onlangs heb ik in Amsterdam te vergeefs getracht u te spreken. Gij Hollander, d.i. Nederlander van zuiver bloed, gij moet, dunkt mij, met mijn V. en K. sympathiseeren. Lees mijn 2.e Uit.e eens, die ik u wel zoû zenden, al[s] ze niet máár 10 cents kostte. Ik denk dat de zaak nu in beweging zal komen. Wij moeten werken op ons publiek - protégeert gij haar van uw kant - en mogelyk geven wij het voorbeeld van een nieuwe stichting, die vooral in de toekomst schoone uitkomsten zal geven. Zie daarom niet te veel naar kleine belangen om u - maar er overheen - Kijk met uw zieners-oog en geloof mij met ware Hoogachting enz: - | |
[pagina 53]
| |
- Ook schreef ik aan Aug.e Philips, aan mijn neef in den HaagGa naar margenoot+ en zond de brochure aan den GouverneurGa naar margenoot+ van Styrum en aan den BurgemeesterGa naar margenoot+ van Pallandt. De H.r BerkhoutGa naar margenoot+, zal ze met een recommandatie zenden aan zijn neef BerkhoutGa naar margenoot+, lid van den Raad in Amsterdam. | |
Ga naar margenoot+Donderdag
| |
2 Mei.Van morgen kreeg ik het Nummer van de Nederland waarin mijn ‘Brief uit de 17.e Eeuw.’ - Van avond om 9 uur komen de Heeren van Amerongen en Van Wassenaar uit Amsterdam terug. - Heden ƒ20 aan Kros, (een arm snijdertje) vooruit betaald voor een jas en vest te leveren morgen over acht dagen. - Niemand gelooft dat er iets zal, kan of mag komen van het gepretendeerd aanstaande huwelyk van den prins van Oranje met de princes MuratGa naar margenoot+, waarvan Z.K.H. zoo gecharmeerd heet te zijn. - Maar rekent men niet 1.o buiten de politiekGa naar margenoot+ en 2.o buiten de Liefde - want men zegt dat de Prins bij zijn vorig bezoek in Frankryk op het beeldschoon meisje verliefd is. - | |
[pagina 54]
| |
digheden in de Hoofdstad. - De burgemeester had hen allerminzaamst ontfangen zoowel als de H.r van Stirum: de eerste verklaarde zich zelfs bereid het Eere-presidiaat te aanvaarden. - Vrijdag a. komt de kwestie in de raadsvergadering ter sprake. - Zij waren vol van vertrouwen op een gunstigen afloop. | |
4 Mei.Ik zend verscheiden exemplaren der Brochure aan Heeren der Amsterdamsche regering, ook de Vos en aan Splitgerber. - In Rotterdam Ga naar margenoot+aan C. Hanegraaf en W. Verbruggen, mijn oude vrienden. - | |
6 Mei.Men feliciteert mij met den gunstigen stand der zaken (Volk en Kunst). - Ik ben echter nog niet gerust. - Eberson, de secretaris onzer Kunstvereeniging werkt mij tegen. Waarom hij mij vijandig is weet ik niet. - In Amsterdam weet men van die wangunst of wat het ook zij, niet - en neemt men dus alles wat hij beweert, ter goeder trouw aan. - Ontvang een brief van den H.r Vaillant, Secretaris van Amsterdam, die betuigt zeer met mijn plannen te zijn ingenomen en die te willen voorstaan, zelfs al antwoord ik niet op zijn schrijven. - Ik antwoord ZE. en licht eenige punten mijner brochure nader toe, vooral mijn bedoeling om een Band tusschen den Hoogere en Lagere standen daar te stellen. - en 2.o om van deze Stichting, als 't ware een Volks-schat te maken en dus ook, bij verwezenlyking, de policie der innerlyke orde van het gebouw aan het Volk zelf grootelyks toe te vertrouwen. - Ontvang een brief van den H.r de Vos, die vreest dat de noodige gelden niet bijéén zullen zijn te krijgen, aanhalende het voorbeeld van Vondels standbeeld. - Ook hem spreek ik van den heilzamen band tusschen de verschillende standen - en betuig mede niet zeer veel met die geïsoleerde standbeelden op te hebben. ‘Wat leert het Volk er uit? Wat ziet er na eenige weken nog naar om? Wat kent het Volk van Vondel? Zijn Gijsbrecht - en anders niets. - Maar plaats datzelfde beeld in den Portiek van onzen Tempel aan Neerlands Roem gewijd - en het krijgt beteekenis en verliest zich niet meer in den uniformen drom der duizende reeds bestaande standbeelden. | |
Ga naar margenoot+7 Mei.Krijg een brief van Splitgerber, die betuigt zeer met het plan te zijn ingenomen. - belooft geen medewerking. - Ik vrees nog steeds dat geheime tegenwerking alle ontwikkeling der zaak zal verlammen. - In het HandelsbladGa naar margenoot+ zag ik heden dat V. en K. niet behoort onder de zaken, die in de Raadsvergadering zullen behandeld worden. - Het is echter mogelyk dat de Commissie zich eerst zal formeeren en dat er over gesproken zal worden. - Mijn bedoelingen zijn zuiver - mijn verstand zegt mij dat mijn plan uitvoerbaar is en van groot nut voor Volk en Kunst - vooral in den toekomst, en - ik vertrouw op God. - Schrijf aan Willem Verbruggen - en maak hem duidelyk hoe de vermogenden later door Donatie's en portretten of voorstellingen de Kunst kunnen protegeeren, en hoe het afbeeldsel van zijn schoonvader Hoboken, den Koning der Handelaars, niet mag ontbreken in een Volks-galerij van een Handeldrijvende Natie als de onze. - Vind niets geen steun of sympathie bij niemand mijner familie, alhier. - | |
[pagina 55]
| |
- Gisteren zond ik aan mijn neef Henri Ver Huell, in den Haag, eenige exemplaren van mijn laatste brochure, met verzoek er ééne zoo mogelyk aan Prins Frederik te doen toekomen. - Ik zou dit wel zelf hebben kunnen doen, daar ik bij den dood mijns Vaders een allerliefsten brief van Z.K.H. kreeg, ook zou de VrijmetselaarslogeGa naar margenoot+ het mogelyk hier gedaan hebben. - maar Henri kan ze misschien met zekerheid aan den Prins zelven in handen doen stellen. | |
Ga naar margenoot+17 Mei.In dezen tusschentyd heeft de groote brand van EnschedéeGa naar margenoot+ plaats gehad. - en mijn brochure nat.kGa naar margenoot+ doen vergeten. - Alom zijn commissie's tot onderstand geformeerd, en daar in die stad voor 7 millioen geässureerd was, en nü reeds door Amsterdam alléén ƒ13.000 overgeschoten gelden der Watersnood CollecteGa naar margenoot+ aan haar is afgestaan - zal het weldra als een phenix uit haar asch verrijzen. - _____ - Gisteren ontving ik een brief van Henri Ver Huell, die mij schrijft dat Prins Frederik zich zeer naar mij en mijn familie heeft geïnformeerd en mijn brochure uit handen van mijn neef zelve heeft ontfangen. Door de WeertGa naar margenoot+ (schoonbroeder van Henri) kan ze aan den Koning ook geöffreerd worden. Henri vraagt hoe het met de zaak staat. - Ik zond dezen brief confidentieel aan den Burgemeester van Amsterdam, herinner ZE. de belofte aan van Wassenaer en Amerongen gedaan, en verzoek ZE mij te willen bekend maken of de zaak voortgang zal hebben, ja dan neen. - Ik doe voor deze zaak démarches die ik nooit voor mij zelven deed, en nimmer doen zal. _____ Niemand herinnert zich een voorjaar als het tegenwoordige beleefd te hebben. - Er zijn reeds vóór eenige dagen meikersen naar Engeland verzonden, den 6.n Mei bloeide de rogge op eenige velden hier bij Arnhem, en den 4 n zag ik alle eiken groen. | |
- Woensd.g 21 Mei.Het antwoord van den Burgemeester was zeer minzaam. ZE deelde mij mede dat enige Heeren o.a. prof.r W. Vrolik en M.r J.v. Lennep door hem op hedenavond tot een bespreken dezer kwestie waren bijééngeroepenGa naar margenoot+ en noemt ze in zijn schrijven steeds onze zaak. - Aan prof.r Vrolik, als oude vriend van mijn vader zond ik dus met een brief de brochure.
Ga naar margenoot+Heden morgen ontving ik een zeer vriendelyk antwoord waarin hij mij van zijn ingenomenheid met deze onderneming verzekert en zijn medewerkingGa naar margenoot+ belooft. _____ _____ Aan Henri Ver Huell, zond ik den brief van den burgemeester, liet het aan hem over hoe nü te handelen, maar herinnerde er hem aan dat in deze het initiatief van Amsterdam moest uitgaan en Am.m er alle eer van moest hebben. - Aan den Burgemeester van Amst.m schrijf ik dat ik meen Z.E. in het belang der zaak zelve niet te mogen verzwijgen dat wij in plaats van de | |
[pagina 56]
| |
sympathie die wij stellig verwachtten bij den H.r van Lennep voor deze Nationale Stichting te zullen vinden, deze alleen vervuld zagen van de meest exclusivistische idée-fixe voor Zijn Ed.s Monument van Vondel. _____ _____ Daar men mij van alle kanten mededeelt dat het te weinig verspreiden der brochure betreurd wordt en ik begin te gelooven dat dit opzettelyk geschiedt, heb ik er een 6 tal aan H. Engelberts en aan mijn NeefGa naar margenoot+ W. Hora Siccama in Groningen gezonden met verzoek die aan den een en ander te geven. Ook 4 aan H. van Lelyveld te Hoorn. _____ Morgen reis ik met mijn Moeder naar het Nieuwe-Diep om aan den Helder bij mijn Tante Bouricius te gaan logeeren. Zal de zaak intusschen tot stand komen? - Ik wensch het van harte, zonder zelfzucht, voor onze schilderschool, voor onze Nationaliteit. - En toch is de tyd ongunstig. - Thorbecque en zijn rigting is tegen kunstGa naar margenoot+ en, ik vrees, tegen Nederland en Oranje, tegen opwekking van den vaderlandschen zin; de Brand van Enschedee heeft een fatale afleiding gegeven: - en in het Paleis voor VolksvlijtGa naar margenoot+ zijn velen geïntéresseerd. - Hoe het zij, ik heb mijn pligt gedaan - en nieuwe bezigheden wachten mij. - | |
Ga naar margenoot+24 Mei.Wij hebben een 8 dagen allergenoegelykst aan den Helder doorgebragt. - Een toertje naar Kijkduin heeft vooral een poëtische impressie bij mij nagelaten. Terwijl mijn Moeder en Tante uitrustten wandelde ik met mijn nichtje Fannij en eene logée Mina de Sturler naar het strand. Met rooden gloed neeg de zon ten kimme; okergeel blonken de Haaks, die verraderlyke, maar tevens beschermende zandbanken onzer kusten in den avondnevel, boven de veelkleurige golven; twee wrakken, zwarte geraamten van gestrande schepen lagen daar - slagtoffers van den laatsten storm. - Maar nu dansten vrolyk schepen en stoombooten de wijde, wijde zee in; dames, met ligte zomerhoeden wandelden op het dek heen en weder, kinderen speelden om haar heen, en luide klonk het Hurrah! van een transport koloniale troepen, waarvoor driemaal de vlaggen der oorlogsschepen neergehaald werden. - Het was alsof de eenzame wrakken de uitzeilenden uit de verte een zacht ‘Memento mori!’ toeriepen. - De meisjes dachten daar niet aan, zij vlogen langs de duinen, speelden met de branding, zochten schelpen en zeeplanten en lieten de avondwind dartelen met haarlokken en linten. - Achter den vuurtoren vonden wij een menigte van duinrozen: het eenvoudig, reinwit bloempje, groeyende te midden van zand en helm, aan den rand des Océaans, onder den ruwen adem der stormen, is mij bijzonder lief. Ik zette mij neder op de duinen en bewonderde de zee, en de ondergaande zon, en de meisjes die bouquetten maakten van de duinrozen en wilde viooltjes. _____ Ga naar margenoot+Toen Mej.w de Sturler mij eenige dagen later om een portret vroeg eener Dame in den Helder, tekende ik in plaats daarvan een meisje op de Duinen staande met een bouquet duinrozen in de hand, ziende naar de zee waarop een schip met volle zeilen de verre kimmen te gemoed ijlt. - Het meisje ge- | |
[pagina 57]
| |
leek haar. - en het eenzame schip op de verraderlyke golven? - _____ Ik kreeg aan den Helder een brief van den H.r Momma die mij de namen noemde der Heeren van de commissieGa naar margenoot+ der Volkszaal. De eenige schilders zijn H. ten Kate en C. Rochussen, beiden knappe kerels maar genre-schilders en te zeer ingenomen met de tegenwoordige popperige Historische muurschulderingen in Arti et Amicitiae - daarenboven exclusivistische voorstanders dezer schilders-club. - Hetzij door de drang der omstandigheden, hetzij door politiek, is Alberdink Thijm tot secretaris benoemd, de man die gaarne de galgen en brandstapels der inquisitie weder in zoude voeren, de aardsvijand van alle volksveredeling, van onze volksroem, van Oranje - op het hart de bloedroode kleuren dragende van den Paus. Ik schreef den H.r Momma dat juist deze omstandigheden hen, die het in de Commissie goed met Volk en Kunst meenden, tot meerdere eensgezindheid moest aanzetten en waarschuwde hem tegen de drogredenen der Kabinetstukken-schilders enz. - Ik bezocht met een permissie van den majoor de Quarles het fort LasalleGa naar margenoot+ (thans Erfprins) en had het Tweede deel van het Leven van mijn Oud-oomGa naar margenoot+ mede genomen. - _____ De oppasser van Kijkduin was een oud militair, als ik, Doesburger van geboorte, die mijn grootvader, den Burgemeester zeer goed gekend had.: ik gaf hem een goeden fooi. - _____ Ga naar margenoot+- Ik maakte kennis met den burgemeester van het Nieuwe Diep den H.r van Bosse. - O.a. verhaalde hij ons dat een zijner vrienden de H.r BezemerGa naar margenoot+, voor enige jaren, bij gelegenheid van 's Konings bezoek in Amsterdam, door de Kalverstraat wandelde, op den druksten tyd van den avond, hij voorop met zijn vrouw, daarna iemand van zijn famille met een paar dames, daarachter zijn twee dochters, jonge meisjes. - Dat plotseling uit een steeg die het gezelschap passeerde, een man te voorschijn sprong, een der meisjes aangreep, opnam, onder zijn jas tegen zijn borst drukte, en met haar den steeg inliep: - terwijl de troep voor den steeg (stellig zijn handlangers) zich terstond weder achter den roover sloot. - Het andere meisje verloor haar tegenwoordigheid van geest niet, waarschuwde terstond haar vader, die door het volk brak, en het geluk had den ontvoerder in te halen, welke het meisje losliet en een goed heenkomen zocht. - Ook verhaalde hij mij dat de dieven om iemand met een paar glazen jenever volkomen dronken te maken er met een citroenperser het vogt van een grooten, doorgesneden aardappel in doen druppelen. _____ - Met de grootste belangstelling zag ik de Météorologische InrigtingGa naar margenoot+ onder directie van V.d. Ster, die van gewoon Timmerman tot deze betrekking door zijn kunde, schranderheid en werkzaamheid opklom. - v.d. Ster is een oud man van 72 jaar, het uiterlyk van een timmermansbaas, hooge pet, de bril boven de klep geschoven, bruine paruik, kleine ligt blauuwe oogen, lange kromme neus, scherp geteekende kin, sproetelachtige gelaatskleur, rossig, rimpelig van mond en op het voorhoofd, nog frissche lippen voor een grijsaard, en dunne bakkebaard groeyende naar de mondpunten. | |
[pagina 58]
| |
Ga naar margenoot+Toen hij mijn naam in het Vreemdenboek las vroeg hij terstond of de admiraal V.H. mijn familie was, vertelde mij dat hij hem gekend had, en verzekerde mij dat er nog velen aan den Helder leefden die nog met erkentelykheid den admiraal herdachten De meeste werktuigen om de drukking van wind en atmosfeer, de hoeveelheid van regen, van verdamping, de afwijkingen van den magneetnaald enz. te berekenenen zijn door v.d. Ster zelven vervaardigd. - | |
Zondag 1 Junijlas ik toevallig in Amsterdam in de leeskamer van Arti et Amic.ae een artiekelGa naar margenoot+ van 2 Junij in den Arnhemmer Cour.t waarin een anoniem schrijver de onmogelykheid om een Volkszaal daar te stellen trachtte te betogen en dezelve een ‘Voorwerp van Luxe’ noemde ‘daarentegen een Pynakotheek voor oude Kunst aanbevelende, alsof dit niet veel eerder een ‘Objet de Luxe’ moet genoemd worden. - Ik schreef terstond met potlood eenige regelen tegen deze gemakkelyk te wederleggen beweringen en bragt die aan de Bull, red.r van de Amst.n Courant. - Zij verschenen Maandag in het nummer van 3 Junij. - Het frappeerde mij dat een man als de Bull zeide ‘Och! ons land is een verloren boel!’ dit waren zijn eigen woorden. | |
3.- Beantwoord een brief van H. Ver Huell die mij schrijft mijn brochure aan Z.M. en de Koningin te hebben gegeven. Ik schrijf hem dat ik geloof dat een stootje uit den Haag een gunstige impulsie aan de zaak zoû kunnen geven, enz: - _____ - 's avonds komt de H.r Suringar, (de philantroop) mij bezoeken van wien ik een kaartje had gevonden. Hij vraagt mij te logeeren in Amster-Ga naar margenoot+dam, en op MettraijGa naar margenoot+ - en om een plaatjeGa naar margenoot+ voor zijn verslag van Mettraij. - Lang bleef de oude man bij mij tusschen licht en donker zitten praten, verhaalde mij hoe het in 49 bij het Congres van de Vrienden van den VredeGa naar margenoot+ was toegegaan, van zijn gesprekken met V. Hugo, E. de Girardin, Cobden enz: - ‘Ik had wel gewenscht dat gij bij mij waart geweest toen honderde Quakers uit Londen te Parijs aankwamen - wat hebben wij toen gelagenen!’ Hij verhaalde mij dat de zoon van den Burgemeester van Pallandt die wegens verwonding in de cellulaire gevangenis heeft gezeten, aldaar zijn hart gewonnen had en zeer tot zijn voordeel veranderd was. - Nu ik hem heb leeren kennen geloof ik dat Suringar een philantroop is, geheel ‘de bonne foi.’ - Niemand is volkomen zonder vaniteit. - Van uiterlijk geheel de grijsaard van Greuze en Gessner, behalve de lange, zilveren haarlokken. | |
18 Julij.Woensdag 11 Junij ging ik op reis naar Engeland en kwam Maandag 14 Julij hier terug (zie mijn JournaalGa naar margenoot+ dat ik dagelyks heb bijgehouden.) Vind o.a. een dringenden brief om in Doetinchem een verpachting en hooiverkooping bij te wonen. - die gisteren 17 J.ij plaats had: het hooi bragt 378 op: de verpachting werd gegund voor ƒ236. - Mijn gewaarwordingen op die plek waar mijn Tante ons zoo vaak in de ‘groote zaal’Ga naar margenoot+ ontving, waar haar schoone bloembedden door ons bewonderd werden, waar ik allen die | |
[pagina 59]
| |
ik lief had in de schaduwen der donkere lanen gezellig zag rondwandelen - die gewaarwordingen begroef ik in mijn hart. De afslager gilde, de heeren dronken Jenever, Insinger was grof aardig, Tengbergen lachte in zijn vuistje. - | |
Ga naar margenoot+22 Julij.Heden komt mijn eerste stuk over Londen in de Arnhemmer C.tGa naar margenoot+. - Voortaan zal ik den laster, die terwijl in 10 jaren niets op mijn gedrag valt aan te merken, mij nog om losheden die ik jong deed omdat ik daar een valsche eer in stelde, vervolgt, met alle wapenen te keer gaan. _____ - Een wissel van ƒ609,685 betaald van een gekocht effect dat de Heeren Kerkhoven niet van die ƒ910 Gr.t B.kGa naar margenoot+ hadden afgehouden. | |
Zat.g 9 Aug.sHeden staat mijn laatste artiekel over Engeland in de Arnhemsche Courant n o 6. Ik zoude nog belangrijke schetsen kunnen leveren betrekkelijk Dickens, betrekkelijk de Oudheden exhibitionGa naar margenoot+, Wight, de honden Tent.gGa naar margenoot+ Ascott races enz: - maar ‘à quoi bon?’ ik heb gezegd wat ik zeggen wilde, heb gewezen op de laster die mij hier vervolgt uit afgunst geboren, uit nijd dat ik afgezonderd leven wil, en uit kleine jalouzieën - zoo het gezigt van een mijner oogen zich herstelt of althans niet verergert kan ik een gelukkig leven hebben, aan wetenschap en kunst gewijd, - moet het anders wezen, dan zal dit ook stellig tot mijn ontwikkeling kunnen strekken. Last heeft een cahier van Schetsen uit Londen van mij onderhanden om te lithographieeren. Het schijnt dat ik weder wat mag uitgeven; dat het de Heeren Boekverkoopers convenieert. - Ik reken echter weder op tegenwerking. - | |
Maandag 18 Au.sEindelyk heb ik gisteren een brief van den philantroop Suringar waarin hij mij bedankt voor de ‘Proverbiae Philosophii’Ga naar margenoot+ en de photographie van Miss Nightingale die ik hem op zijn verzoek medebragt. Hij wil mij geloof ik enrôleeren voor zijn philantropische ondernemingen - als zijn teekenaar, âme damnée.
Ga naar margenoot+18 A. Voor eenige dagen is de schilder Immerzeel van Wageningen bij mij geweest, zeer klagende over gebrek aan kunstzin, over het verlies zijner illusiën, over de treurige verandering die hij bij de families bespeurde zoodra hij over zijn schilderstukjes begon - ‘'t is alsof ze minder melk in je thee doen.’ Hij vertelde mij een aardige anekdote van Pieneman j.r en A. Scheffer. - De eerste liet aan S. een portret van den koning Willem II zien en vroeg hem hoe hij het vond. ‘Een mooi schilderij!’ P. verlangde echter een gedétailleerde kritiek. - S. bleef weigerachtig die te geven en het een schoon schilderstuk noemen. - Eindelyk gedwongen door de herhaalde uitnoodiging om zijn oordeel voluit te verklaren: ‘welnu’ zeide hij ‘volgens uw rigting is het schilderij volmaakt; maar volgens de mijne, zie ik den Koning niet in die voorstelling; de kleeding, de rok, alles, zelfs de laarzen moesten aan een vorst doen denken enz: Na dien tijd heeft P. bij het schilderen van Willem III enz. zich die raad ten nutte gemaakt. Immerzeel was bij C. Kneppelhout op Sterkenburg al roepende ‘o zie wat | |
[pagina 60]
| |
een heerlyk effekt van zon op de toren!’ bewonderende achteruitgaande in de vaart gevallen, en er niet dan met moeite door den lagchenden Kneppelhout uitgehaald. ‘Da's iets voor V.H.’ had K. gezegd. - 'T einde van het bezoek was dat I. mij twee schilderijtjes wilde aansmeren ƒ75 't stuk, het een lief doch te weinig geacheveerd, het ander zonder waarde voor mij. - Ik zal hem ƒ100 belooven voor een geacheveerd gezigtje, op Wageningen, waar hij woont. - | |
Ga naar margenoot+20 A.sGisteren op Sterkenburg, een bezoek aan C. Kneppelhout gebragt. Twee oude portretten van de Heeren van AsewijnGa naar margenoot+, vroeger ook Heeren van de Kemenade. - Zijn jager beschrijft het hol van den bunsing Zie goede stukken van Immerzeel. Kneppel.t verhaalt mij dat I. verliefd was op een meisje dat hij wegens zijn te gering fortuin niet trouwen kon; zij trouwt in de Oost, komt met een half bruin kind als weduwe terug, en wordt door I. ten huwelyk gevraagd; die er twee dochters bij verwekt. - de eene gehuwd in Nw H.mGa naar margenoot+ het bruine meisje zit in het gesticht te ZutphenGa naar margenoot+. - Swart en K. waarschuwen mij voor I. als zeer indiscreet enz. Knep.ts lieve kinderen: de oudste jongen zeî: ‘ik weet niet hoe het komt dat ik zoo ondeugend ben: ik denk dat als ik kan lezen, dat het dan wel beter zal gaan. -’ Het kleine Willemientje nam in eens aan tafel mijn hand tusschen haar handjes en kuste die. - Kinderen en honden houden van me, ‘de prime abord’Ga naar margenoot+. Ik heb een gelukkigen dag bij hem doorgebragt. - Het dochtertje van zijn eerste vrouw Julie van Gorcum, Maria lijkt volmaakt op haar lieve mooye moeder, het charme van alle jongelui in mijn studententyd. Het is een zeer gracieus kind, en in haar glimlach heeft zij iets buitengemeen aanvalligs. - maar toch ook de mélancolie en het fijne, teere van haar moeder. - | |
15. Sep.rZond buiten weten van Thieme ƒ25 aan Last omdat de plaat ‘Avond’Ga naar margenoot+ uit het nieuwe cahier zooveel meer werk vereischt. ik kon dit doen omdat ik vroeger eenige teekeningen van zijn dochtertje kreeg: voor deze ƒ25 vroeg ik hem van haar jonger zusje (de oudste wist ik dat hij verloren had) een teekendoos te koopen. Tot mijn innig verdriet vernam ik van morgen dat ook dit meisjeGa naar margenoot+ overleden is. - Hij heeft geen dochters meer. - Het waren zulke lieve, mooye, vriendelyke kinderen. - | |
Ga naar margenoot+5 Oct.rSchreef ik een stuk Gallait en V. HugoGa naar margenoot+ in de Arnhemmer (van 8 Oct.r) en wees daarin het dwaze der redeneering van een X. aan die in een art.l van dezelfde Courant de stichting eener Volkszaal een ‘objet de luxe’ noemde maar die eener zaal voor oude kunst zeer aanprees. Alsof zulk een liefhebberij-verzameling niet veeleer een ‘objet de luxe’ moet genoemd worden! | |
[pagina 61]
| |
Alexander Ver Huell: Eene achterbuurt. Uit: Naar 't leven, Londen in 1862 (Arnhem, 1862), Gezamenlijke Werken deel IX, nr. 31.
gesteld. Een stuk door mij 28 Julij 1862 over die tafel in de Arnh. C.t geschreven heeft de red.ie nu nogmaals geplaatstGa naar margenoot+. - Mijne récommandatie's hebben Strackée veel goed gedaan. - Hij heeft reeds daardoor de bestelling van een beeld in Doesburgh gekregen en nu onlangs van een groep in marmer waarvoor hem door den H.r Ketjen vermoedelijk ƒ250 vooruit is betaald. Ik bragt hem in kennis met Bar.n v. VerschuerGa naar margenoot+, den H.r La Porte, ried hem aan zijn stoel naar Amst.m te zenden, waar deze zeer bewonderd werd. Ook hier zijn hem nieuwe bestellingen gedaan. _____ Of er van mijn Volk en Kunst iets komen zal? Ik weet het niet. Er is een geest van domperij die alle Volksontwikkeling en Vaderlandschen zin schijnt te willen versmoren. Gaat het van de Joden uit of van de Jezuiten? ik geloof van beiden. Zoo voortgaande zijn wij over eenige eeuwen allen of MoffenGa naar margenoot+ (i.e. Joden) of Roomschen. | |
Ga naar margenoot+3 N.Schrijf aan J. Gorus en vraag hem mij te melden of er van de in Julij gehooide weide, nägehooid is. | |
[pagina 62]
| |
Daar straks ben ik bij mijn oom R. de Vaynes geweest, die reeds eenige maanden een clairvoyanteGa naar margenoot+ consulteert wegens een gezwel in zijn nek. Ook zijn echtgenoote; doch die heeft heden de clairvoyant bedankt daar zij schier stervende was. Elke séance ƒ40.- Het zien van mijn oom heeft mij met diepe droefheid vervuld: alles werkte zaâm om den treurigen indruk te versterken. Het stormt: de wind huilde door den toren der Groote Kerk, waaronder het huis van mijn oom gelegen is. In het groote eenzame vertrek lag de arme man voor een stoel op zijn knieën en kermde van de hevige pijnen. Voor hem lag het recept van van morgen: zeker wel dertig voorschriften. Ik verliet hem; de storm loeide om mij heen; aan het kerkhof joeg hij een hoop dorre bladeren op, die ruischende mij voorbij zweefden. - God geve dat de clairvoyante den goeden, werkzamen, wijsgeerigen man geneze! _____ Gisteren kreeg ik dl V. van C. Kramm uit zijn Leven der Schilders. - Het eenige wat ik op het artikel, mij betreffende heb aan te merken is, dat het te gunstig is. Ik zal trachten het waardig te worden - zoo mijn oogen mij niet hun dienst weigeren. - Het artikel over mijn Vader is zeer goed. _____ Morgen zend ik mijn Voorwoord voor het Cahier ‘Naar 't Leven’ aan D.A. Thieme. Ik schreef hem gisteren ‘zoo gij nog langer wacht met ons Ga naar margenoot+Cahier uit te geven, zal er niets nieuws meer in zijn, want nu reeds hebben de Illust.nGa naar margenoot+ en andere bladen sommige sujetten behandeld etc.’ In het begin van Aug.s reeds waren de eerste mijner platen gelithographieerd - qu'y faire?!Ga naar margenoot+ _____ Mijne moeder blijft zwak na hare laatste ongesteldheid: de doctor meent echter dat aansterkende middelen haar spoedig weder haar vorige krachten zullen geven. | |
10 Nov.Daar J. Gorus mij niet antwoordt, schrijf ik aan den Burg.r D. Simons, te Doetinchem. - Vaak bood hij mij zijne diensten aan, daar de stad veel verpligting aan ons heeft. (De dadelyke uitkeering van het zeer betwistbaar legaat mijns ooms ad ƒ25.000.) Ik verzoek hem mij een vertrouwden persoon aan te wijzen die over de weiden voor mij het toezigt houden kan. - v. Gorus hoorde ik weinig goeds; hij kan ook niet schrijven. _____ Ik bespeur meer en meer dat het voorna.k de Joden en Roomschen zijn die mijn Volk en Kunst tegenwerken. - Geen van beiden kunnen ook Nederlandschen zin hebben. - Evenmin als de in Amsterdam zoo magtige Duitsche CoterieGa naar margenoot+. | |
11 Nov.Daar niemand een artikel schrijft over de nieuwe, geëxposeerde stoel van Strackée, en de H.r Bank die het beloofd had, dit ook niet doet heb ik heden een opstel voor den Courant van morgen aan D.A. Thieme Ga naar margenoot+gegeven. Maandag komen de laatste drukken van mijn platen-Cahier over Londen klaar. Gisteren vernam ik dat er door de boekhandelaren reeds 290 exemplaren besteld zijn. - Het zal ƒ2.50 kosten. Dit is weder een aar- | |
[pagina 63]
| |
dige winst voor mijn uitgever. - Ik laat er niet meer dan 600 drukken. - Het is misschien dwaas maar het stuit mij van zulke menschen geld aan te nemen - menschen die steeds klaar staan een onwaarheid met hun naam te onderteekenen. - Nu gaat alles weder goed met Thieme - maar hoeveel laat ik hem niet verdienen! - Ook de Courant-artikels schrijf ik gratis, en voor eenige jaren bood hij mij een hooger honorarium dan aan LindoGa naar margenoot+. - Van waar komt dit alles? - In hun handen is de Litteratuur slechts een speculatie. - _____ Eindelyk kreeg ik heden avond een brief van Gorus, die beweert dat mij de verpachting der weide voor ƒ40 aan een zekeren Tüs bekend is. - Ik weet er echter niets van, heb het niet genoteerd, zooals ik steeds doe, geloof dat er geknoeid is en zend zijn brief aan den burgemeester. In allen gevalle verlang ik langer geen opzigter te hebben die lezen kan noch schrijven. _____ Van morgen zag ik bij Strackée de modellen van de door Mevrouw Kneppelhout bestelde beeldjes. Zij waren allerliefst, stelden de winter voor, en eenige aanmerkingen die ik maakte, veranderde hij terstond. | |
14 Nov.Ik kreeg 11 Nov. een brief van Burg.r Simons, hetzelfde antwoord van Gorus bevattende, doch hem had G. gesproken van + - ƒ40. Hij recommandeert eenen Jan Vinkenburg, Bode. - Heden kwam Strackée mij bedanken. - _____ - In het voorwoord van mijn nieuw Cahier Naar 't Leven had ik bij de Ga naar margenoot+drukproeven ingelascht ‘En laat u niet influenceeren door den vijand van den Vader des Vaderlands’, Thieme schrijft mij dat de Gids om een exemplaar van Volk en Kunst heeft gevraagd en of hij nu die phrase wel plaatsen zal, ook of hij Volk en K zenden moet. Ik antwoord ‘Stellig en ik ben nu dubbel verheugd er die phrase ingelascht te hebben. - Mijn antagonist in de Gids is A. Thijm Ga naar margenoot+, die te Antwerpen bijna uit de zaal is gegooidGa naar margenoot+ om zijn smalen op Willem I. Hij draagt het bloedroode lint van den paus. Ik voorzie onaangenaamheden doch ‘Fais ce que tu dois, en advienne que pourra.’ | |
Zat.g 29 Nov.rVoor eenige dagen kreeg ik van den Burgemeester van Amsterdam, wien ik een der eerste exemplaren van ‘Naar het Leven’ zond, een allerliefsten briefGa naar margenoot+, waarin hij mij zeide wel niet alles te hebben kunnen verwezenlyken gelyk ik en hij ook het verlangde, maar toch met Volk en Kunst zoo ver te zijn gevorderd dat ik eerstdaags daaromtrent het een en ander zoude vernemen dat ook mij veel voldoeningGa naar margenoot+ zoude geven. In de Courant van gisteren zag ik dat de Minister Thorbecque geheel is omgekeerdGa naar margenoot+ en van anti- pro-kunstman is geworden, en een Wahallabouw van regeringswege in Amsterdam wil ondersteunen. - Goddank! een nieuwe phase voor de Hollandsche kunst opent zich. Nimmer wordt mijn naam genoemd, in geen Dag of Weekblad vermeld - dit komt daarvan dat ik tot geen clique behoor! Qu'importe!?
Ga naar margenoot+- Gisteren wandelde ik met baron v. Verschuer: hij beschreef mij het vreemd karakter van den graaf Von Fürstbergen, een origineel. Trouwen- | |
[pagina 64]
| |
de liet hij in zijn Huwelyks-contract bepalen ‘dat de Genadige vrouw bij het oprijden van den heuvel het rijtuig steeds uit zoude stijgen.’ Deze vrouw gestorven zynde deed hij niets voor de opvoeding zijner eenige dochter, die schier volwassen nog byna ongekleed in de boomen klom wanneer er vreemden op het kasteel kwamen; met haar vingers at enz: Voor het Diner, waar de H.r v. V.r hem ontmoette kwam hij op een oud paard aangereden, met één schoen aan en één laars met een spoor; toen de H.r v.V. hem naar de reden hiervan vroeg zeide hij barsch ‘Wanneer heb je ooit gehoord, dat als men de eene helft van een paard de sporen geeft de andere helft niet volgt?’ Van zijn 3 boekenkasten had hij zijn bed gemaakt en sliep zoo tusschen zijn boeken: naast hem stond de uit den toren genomen torenklok, waarop hij 's nachts met een hamer sloeg ‘tegen de ratten!’ - Zijn horologie zonder glas droeg hij altyd met de wijzers naar buiten voor zijn buik. - Steeds zeer vuil gekleed gaande, werd hij door de Kozakken als spion voor den Gener.al von Sacken gebragt, die hem terstond met de woorden ‘Ha neefje!’ (hij was zijn neef) begroette. Fürstenberg gaf den verbaasden Kozakken een groot drinkgeld. Herhaalde malen door zijn familie voor de rechtbank gebragt om onder curateele gesteld te worden, bepleitte hij telkens zoo meesterlyk zijn eigen zaak, dat hij onder diepe eerbewijzing van regters en publiek de regtzaal verliet. | |
Ga naar margenoot+Zondag 14 Dec.rMaandag 8 Dec.r het eerst na eene ongesteldheid van eenige dagen uitgaande, verzwikte ik mijn voet, met laxatieGa naar margenoot+ van een der banden. - Met de grootste moeite sukkelde ik naar huis, en was op het punt van flaauw te vallen. _____ Acht dagen vroeger was de oude, historische Grut-poortGa naar margenoot+ te Doetinchem afgebroken; ik had den burgemeester verzocht mij er 2 afbeeldingen van à ƒ10 het stuk te doen tekenen. Toen hij mij schreef dat de schilder Nijhoff mij die vervaardigen zoude, zond ik den burgem.r Simons ƒ25 er bij vragende ‘dat ik, nu zulk een bekwame hand de afbeelding vervaardigen zoude, slechts een teekening voor die ƒ25 verlangde.’ _____ De schilder Cornet uit Leiden zond mij een teekening en liet het aan mij over er hem de prijs waarop hij die gesteld had van ƒ10, tot een menslievend doel bestemd, voor te geven of anders de T.g terug te zenden. Ik zond hem ƒ25. _____ Thieme zond mij een overdruk van de Beraadslaging over Hoofdstuk V. Staatsbegrooting. De Minister Thorbecque heeft gesproken geheel in den geest van mijn Volk en Kunst: ‘Hetgeen wij behoeven is een locaal van algemeene Verzameling op een geschikte plaats. Ik zeg algemeene, evenwel niet om alles te concentreeren, uit den Haag over te brengen naar Amsterdam of uit Amsterdam naar den Haag - dat geloof ik zou ten nadeele wezen van de ontwikkeling der Kunst - maar om b.v. in de Hoofdstad te vereenigen de schatten die daar zijn en die niemand goed kan zien; meest uitnemende schilderijen staan er tegen elkander, en degene die opgehangen Ga naar margenoot+zijn hangen veelal in een slecht licht; het zijn kleine kamers, het is geen Mu- | |
[pagina 65]
| |
seüm. Wanneer het mij gelukt de goedkeuring van de Kamer te verwerven op een plan later voor te dragen, en in dat gebouw dan te stichten tevens eene keurverzameling van stukken van levende meesters zoodat het een eereblijk zij, grooter dan eene medaille, voor zijn werk daar eene plaats te hebben verworven, dan zou het eene lastige en met het belang der zaak niet overeenkomstige band zijn, wanneer de begrooting een post voor aankoopen voor de verzameling te HaarlemGa naar margenoot+ vermeldde.’ Tweede Kamer. 26 Nov.r | |
Donderdag 25 Dec.rKersdag 5 uur 's avonds - Oom Henri de Vaijnes komt ons zeggen dat oom Reindert d.V. hedenmiddag dacht te sterven. Juist heden voor acht dagen is Tante CarolineGa naar margenoot+ overleden. - en Oom had het zich in het hoofd gezet dat hij 8 dagen na zijne vrouw sterven zoude. - Tegen half vier heeft hij Wilhelmine d.V. bij zich ontboden en haar verzocht chorale muzijk voor hem op de piano te spelen: meer dan een uur heeft zij onafgebroken gephantazeerd; en tranen van dankbaarheid en geluk biggelden langs de wangen van de stervende. - Want hij zeide, dat hij zich nimmer zoo volkomen gelukkig had gevoeld. - En toch heeft de kanker geheel zijn ligchaam innerlyk verteerd - sedert 3 maal 24 uur heeft hij niets gebruikt als twee koppen thee die terstond het ligchaam weder uitvloeiden. - Doch het hoofd blijft volkomen helder, zoo helder dat hij verscheiden rekeningen heeft opgemaakt, en beschikkingen geregeld. - Zijn vaste overtuiging dat het aardsche geheelenal weg moet sterven om tot verdere ontwikkeling te geraken, geeft hem moed, kracht en troost.
Ga naar margenoot+25 Dec.r Uit het handelsbladGa naar margenoot+ schreef ik voor eenige dagen het volgende op. ‘Texel 16 December. Heden is te Oude Schild publiek verkocht het visserschuitje waarmede de Luit.t ter Zee Rijk in 1813, destijdsGa naar margenoot+ adjud.t van den Ad.l Ver Huell met schipper Faam den bekenden en moedigen togt van het Nieuwe Diep naar Frankrijk heeft gedaan, om gewigtige dépêches naar Frankrijk over te brengen en te halen. Dat dit schuitje zeer klein was, voor zulk een reis, blijkt uit den verkoop, daar het slechts ƒ39 heeft opgebragt. Hetzelve was het laatste gevaren door schipper Bovenbos en zal nu gesloopt worden.’ | |
27 Dec.rHeden morgen te 8½ ure overleed mijn oom Reindert de Vaynes van Brakell, oud-colonel der génie. De laatste dagen heeft hij weinig geleden. Wanneer men hem naar zijn toestand vroeg, antwoordde hij steeds ‘O, goed, zeer goed.’ - Zijne laatste woorden aan mijn Oom Henri waren ‘ik heb een uitvinding, een méchanische uitvinding die van veel nut kan zijn, gemaakt ...’ Toen hij die echter préciseeren wilde, kostte hem dit moeite, en fluisterde hij ‘ik zal er later wel weder op komen.’ Hij was een geboren Mathematicus, en om zijne uitgebreide kennis in alles wat tot Meet- of Wiskunde betrekking had vermaard. - Als kind muntte hij reeds daarin uit. - Op de jongens-school door ziekte tijdelyk van het gezicht beroofd, zag men hem in het schoollokaal, met de handen metende eerst op zijn bank klimmen, en in gedachte al hooger en hooger palmende eindelijk op de tafel stappen. Een algemeen gelach waarschuwde hem dat de geheele school zijn bewegingen gadesloeg. | |
[pagina 66]
| |
Ga naar margenoot+In de Oost-Indien heeft hij verscheiden werken aangelegd. - Hij was ridder van de Leeuw en Commandeur van den EikenkroonGa naar margenoot+. - Hier in Arnhem, gepensionneerd, heeft hij een werk in 2 deelen geschreven over de ‘Verdediging onzer O.I. bezittingen’Ga naar margenoot+ een brochure vóór het ‘Brengen van de Noordzee voor Amsterdam’Ga naar margenoot+ en een Brochure ‘Voor de Vruchtbaar-making onzer Heidevelden.’Ga naar margenoot+ - Verschil van mening met den Hertog van Saxen-WeimarGa naar margenoot+, (aan wien mijn oom de noodige zaakkennis in de O.I. ontzeide) was oorzaak dat hij niet met den rang van Generaal werd gepensionneerd. - Door eenige personen die tegelyk met hem in de Oost geweest waren werd mij verzekerd dat mijne Tante (eene zeer impérieuse vrouw) de carrière van mijn oom zeer benadeeld had. - Hij was zagtzinnig, verdraagzaam, werkzaam, in zijn jeugd los en matérialist; in zijn laatste levensjaren overtuigd van eene progressieve ontwikkeling van des menschen geest van dit wereldsch bestaan. Ik hield zeer veel van hem, en hoorde gaarne hem zijn belangrijke of aardige ontmoetingen en anekdoten vertellen. _____ De Nederlandsche Spectator die zoo partijdig is dat zij in een uit de Javabode overgenomen artikelGa naar margenoot+ zorgvuldig weg laat wat op mijn Volk en Kunst, goedkeurend, betrekking had; - neemt in zijn nommer van 27 Dec.r een stuk van een BelgGa naar margenoot+ over, dat letterlyk een plagiaat is van mijn plannen. Ziehier het Slot. ‘Een groot werk wenschen wij echter zeer uitgevoerd te zien, een paleis der Schoone Kunsten, door onze bouwmeesters gebouwd, welks gevel door onze beeldhouwers versierd zoû wezen, inwendig opgeluisterd door onze schilders in alle vakken.’
Brussel 11 December. | |
Ga naar margenoot+28 Dec.Kreeg gisteren een brief van D.r HendrikzGa naar margenoot+. met opschrift Geheim, waarin een pressante uitnoodiging om, daar het een urgente zaak betreft, terstond eenige dagen bij hem op Zuiderburg bij 's Gravenhage te komen doorbrengen. - Wat dit beteekent weet ik niet; beleefdelyk heb ik echter moeten bedanken voor die eer. _____ In het bijblad (van de Amsterdamsche C.Ga naar margenoot+ 25-26 Dec.r) staat een voor mijn teekenen redelijk, voor den geest van mijn werk zeer flatteuse kritiek der ‘Naar 't leven.’ Waarom neemt ThiemeGa naar margenoot+ die nu niet eens over. - Het kost mij slechts één woord dan gebeurt het. - Doch nimmer zal ik zooiets zelf vragen. - _____ Dinsdag wordt oom R.d.V.Ga naar margenoot+ begraven. Ik moet bekennen dat het mij bij de begrafenis mijns vaders griefde dat hij, zonder éénig excuus hoegenaamd, mijnen Vader die laatste eer niet wilde bewijzen. - Zoo mank als ik ben, beschouw ik het als mijn pligt bij zijne Teraardebestelling tegenwoordig te zijn. - Ik mag nog niet uitgaan, en zoû dus excusabel zijn. - Toch wil ik het doen. | |
[pagina 67]
| |
bragt mij ƒ875 van pacht der weiden. - Ik heb hem aangesteld tot opzigter in plaats van J. Gorus, ad ƒ25 's jaars. - _____ Van de brieven van Nap.n Bonaparte aan mijn Oudoom den Admiraal zal ik er een ruilen tegen een brief van Willem III (Hnds.t)Ga naar margenoot+ het is de brief N o 4 van den volgenden inhoud |
|