Een claer ende doorluchtich vertooch van d'Alckmaersche kerckelicke gheschillen
(1611)–Adolphus Venator– AuteursrechtvrijAdolphus Venator, Een claer ende doorluchtich vertooch van d'Alckmaersche kerckelicke gheschillen. Z.n. z.p., 1611
DBNL-TEI 1
Wijze van coderen: standaard
-
gebruikt exemplaar
Koninklijke Bibliotheek Den Haag, signatuur: KW Pflt 1845
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Een claer ende doorluchtich vertooch van d'Alckmaersche kerckelicke gheschillen van Adolphus Venator in de eerste druk uit 1611.
Er is gebruik gemaakt van een door Stichting Vrijwilligersnetwerk Nederlandse Taal o.l.v. Nicoline van der Sijs en Hans Beelen aangeleverd bestand.
redactionele ingrepen
fol. 1r: eude → ende: ‘Te voren byden selven Hillenium ghelesen ende ghevisiteert’.
fol. 3v: zy → zyn: ‘onderscheyt int kiesen van zyn ouderlingschap’.
fol. 4v: 'r → 't: ‘al in 't eerste begin ende openbaringe’.
fol. 5v: ghelaer → ghelaet: ‘maer hem ghelaet dat de zyne zyn’.
fol. 11v: yer → yver: ‘En ick salse dan slaen, met een Blinden yver’.
fol. 21v: In het origineel stond tweemaal een dubbele punt, dat is hier verbeterd: ‘Ick maeckten hem jalours op Godes heerlicheyt:’.
fol. 22r: begonen → begonnen: ‘Ick heb met t' eerste quaet mijn oorspronck eerst begonnen’.
fol. 27v: regghen → segghen: ‘Hy seyt, deys ick te segghen’.
fol. 47r: Een deel van de tekst is moeilijk leesbaar. Dat is hier tussen vierkante haken opgelost aan de hand van exemplaar Universiteitsbibliotheek Gent, signatuur: BIB.TIEL.000926.
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (1v, 55v) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.
[fol. 1r]
EEN Claer ende Doorluchtich Vertooch van d' Alckmaersche Kerckelicke gheschillen.
Gheresen soo voor-heen, als insonderheyt int Iaer 1608 ende 1609.
Rijms-vvyse als een Spel van sinnen ghestelt.
Wtghegheven tot contentement van allen Liefhebbers, die Cornelius Hillenius tot het lesen des selven, al eer het in 't licht was gecomen, begeerich mocht hebben ghemaeckt, ghevende hier van inde Voorreden zijns Boecks ghetuychenis:
Dat het handelt
De proceduren vande op-sienders der Ghemeynte van Alckmaer, ende eenighe personen int bysonder; niet anders verwachtende, dan dat de selve door den druck openbaer gemaect sullen worden.
Ghelijck (op dat niemant den selven Hillenium van onwaerheyt ofte ontrouwicheyt in desen souden beschuldighen) teghenwoordelijck, hoe wel anders ongeerne, ende geensins van voornemen wesende, Tot zijnder ontlastinghe gheschiedt.
Te voren byden selven Hillenium ghelesen ende ghevisiteert.
Ghedruckt in't Jaer ons Heeren, 1611.