Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 3
(1938)–Lodewijk van Velthem– Auteursrecht onbekendWat Daniel ende Sent Jan secgen, ende Huldegard. .xii.Ga naar voetnoot+Daniel seget ons overwaer,
Alsmen screef .xiij.c jaer,
905[regelnummer]
Dat na dien selen vele diere
Comen, die so ongehiereGa naar voetnoot906
Selen sijn, die elken danGa naar margenoot+
Sal verbiten, waer dat hi can,
Ende al behendelike sal dit wesen,Ga naar voetnoot909
910[regelnummer]
Ende met valsceiden uutgelesen.
Cleine dierkijn selen eerst uutcomen,
Ende selen die grote diere begomen,Ga naar margenoot+
Ende so vreselike op hem gapen,
Als oft sise al souden ontmaken.Ga naar voetnoot914
915[regelnummer]
Daerna selen die grote diere,
Die cleine diere, die ongehiere,
| |
[pagina 276]
| |
Beginnen dwingen al hemelike,Ga naar margenoot+
Ende dit sal sijn in een rike
Voren, ende in een ander naer,
920[regelnummer]
Tot .xxxv. jaren vorwaer;
So selen dese diere regneren,
Ende haer scalcheit, ende elc sal derenGa naar margenoot+
Den andren, waer hi mach ende can,Ga naar voetnoot923-924
Ende verraden oec vord an,
925[regelnummer]
Ende selen soeken neuwe treken,
Daer hem elc mede moge wreken,
Ende oec en sal negenen diereGa naar margenoot+
Roeken, dan in wat maniere
Datten andren mach gescaden.
930[regelnummer]
Ende in desen tide sal gestadenGa naar voetnoot930
Onse here god van hemelrike
Vele droefheiden sekerlike,Ga naar margenoot+
Van quaden wedere, van tempeesten mede.
Nochtan en sal in gere stede
935[regelnummer]
Van al desen, in deser manieren,
Hier op micken engeen der dieren,Ga naar voetnoot936
Niet langer micken, sonder gile,Ga naar margenoot+Ga naar voetnoot937
Ga naar margenoot+ Dan also gesciet ter wile.
Alst leden es, doe ic u weten,
940[regelnummer]
So saelt sijn algader vergeten,
So wat daer vore God heeft gedaen.Ga naar voetnoot941
Dit doet ons Daniel verstaen.Ga naar margenoot+
Nu seit Sent Jan op dit word,
Rechte na ons Heren gebord
945[regelnummer]
.xiij. hondert jaer, godweet,
Daer na des tides ondersceet,Ga naar voetnoot946
Tote dat men scrijft vord alsoe,Ga naar margenoot+
.xxxv. jaer daer toe,
| |
[pagina 277]
| |
So sal dat volc quaet wesen
950[regelnummer]
Al meest, ende oec uut gelesen
In alrehande quaethede,
Ende loes, ende ongetrouwe mede,Ga naar margenoot+
Ende selen pensen ende mickenGa naar voetnoot953
Ter quaetheit, in allen sticken;
955[regelnummer]
Ende die heren selen oec dan
So quaet wesen, op haren man,Ga naar voetnoot958
Ende orloge wast, ende strijt,Ga naar margenoot+
In allen lande, ende groet nijt,
Ende wat payse datmen sprect
960[regelnummer]
In dien tiden, datmenne brect
En scaemt hem niement, dat verstaet.
Men sal dan alrehande baraetGa naar margenoot+Ga naar voetnoot962
Vord bringen, in allen lande,
Dies niet dan can, heves scande,Ga naar voetnoot964
965[regelnummer]
Ende dien salmen heten dan
Sot, die niene can daeran.
Ende mede oec in desen termijnGa naar margenoot+
Selen vele tempeeste sijn,
Ende een dier tijt sal oec comen,
970[regelnummer]
Die meest diemen heeft vernomen;
Ende daermet oec die sterfte so groet,
Dat nieman sach dies genoet.Ga naar margenoot+Ga naar voetnoot972
Die arme selen sere bedervenGa naar voetnoot973
Van groten honger, ende sterven,
975[regelnummer]
Entie rike van plagen mede,
Omder armer ongenadichede,Ga naar voetnoot976
| |
[pagina 278]
| |
Ende die leven mach na desen tijt,Ga naar margenoot+
Hi sal dan sijn gebenedijt.Ga naar voetnoot978
Dat seit Sent Jan van desen,
980[regelnummer]
So salich sal die tijt dan wesen,
Dit sijn selen Jans word,
Dies gi hier nu hebt gehord.Ga naar margenoot+
Nu seget Huldegard hier op mede:Ga naar voetnoot983
Na .xiij.c jaer gerede
985[regelnummer]
So es mi die tijt ombekint,
Want so sere ward hi gescint,
Dat mi des en hoget niet;Ga naar margenoot+
Ga naar margenoot+ Nochtan wistic sijn verdriet
Secgen som, wat sal gescien.Ga naar voetnoot989
990[regelnummer]
Men sal in desen tiden sien
Vele droefheiden, sonder waen,
Valscheit, loesheit sal dan gaenGa naar margenoot+
Al die werelt dorentore,
Dies niene can es een dore;
995[regelnummer]
Tempeest selen vele gescien,
Ende grote sterfte salmen sien,Ga naar voetnoot996
Ende biddende orden ward onwerd.Ga naar margenoot+
In desen tiden ward openbard
Van ere orden, onder hem somenGa naar voetnoot999
1000[regelnummer]
Daer groet jammer af sal comen
| |
[pagina 279]
| |
Al kerstenheide, dat verstaet,
Want overmids hem sal .i. saet,Ga naar margenoot+Ga naar voetnoot1002
Dat herde wale gewortelt sal sijn,
In enen harden corten termijn
1005[regelnummer]
Ende bi hem verdrogen sal al,Ga naar voetnoot1005
Daer meer jammers af comen sal
Der werelt, ende meer scaden mede,Ga naar margenoot+
Dan in hondert jaren nie dede,
Ende oec en weet niemen van dien
1010[regelnummer]
Wat scaden daer ave sal gescien.
Die ordene, daer af diet sal wesen,
Sal over enen tijt na[.]desenGa naar margenoot+
Dogen hebben harde groet.Ga naar voetnoot1013
Dit seide Huldegard albloet.
|
|