Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 3
(1938)–Lodewijk van Velthem– Auteursrecht onbekendVan den perlementen tuscen den coninc enten Vlamingen .xxii.Nu alse dus vort es comen
1520[regelnummer]
Vanden coninc, daer gi vernomen
Af hebt hoe hi es ontfaren,
So began men parlemente[n] daernaren,Ga naar voetnoot1522
Want die Vlamine hadde gerneGa naar margenoot+
Seker geweest van uteverne,Ga naar voetnoot1524
| |
[pagina 213]
| |
1525[regelnummer]
Ende oec verdroet te orlogen nu.
Si hadden gerne, dat secgic u,
Met gemake geleeft, God weet,
Ende om dit sochtensi gereetGa naar margenoot+
Oetmoet anden coninc daernaer,Ga naar voetnoot1529
1530[regelnummer]
Ende wilden doen al openbaer
In redelijcheden, lude ende stille,
Wat mijnhere die coninc wille.
Des warense gedregen overeen,Ga naar margenoot+
Dat breken en soude haer negeen
1535[regelnummer]
Wat die gene souden bringen,
Die varen souden om dese dingen.
Dus werd an den coninc gesent,
Daer hi gelegen was omtrent,Ga naar margenoot+
Ende daer hi perlement soude houden,
1540[regelnummer]
Nadien dattie heren wouden,
Sine genote van sinen lande,
Ende dier om spreken menigerhande
Hoe ment mochte gelecgen af.Ga naar margenoot+
Die antwerde, diemen daer utegaf,Ga naar voetnoot1544
1545[regelnummer]
Die tale entie wedertale,
Ende dat bieden alsoe wale,
Ende dat eyscen, wetet dan,
Hadde mi te vele vertrecken[s] an.Ga naar margenoot+
Maer datmen hem eysscede daer terstont,Ga naar voetnoot1549
1550[regelnummer]
Droechsi vort ende maken cont
Den steden van Vlaendren daer also,
Diet ontfingen gewillic doe.
Ende alsijt oec[t]royerden tsamen,Ga naar margenoot+Ga naar voetnoot1553
Ende weder vor den coninc quamen
| |
[pagina 214]
| |
1555[regelnummer]
Mettesen eysche, ende seiden dat,
Datmen hauden wille ter stat,
So werd hem daer ge[ë]ess[c]et vort
Ander dinge, die ongehortGa naar margenoot+Ga naar voetnoot1558-1559
Waren, ende ongelijc der saken
1560[regelnummer]
Daer is eerstwerven af spraken.
Ende recht alsi dit ontfingen,
Ga naar margenoot+ Ende om raet echter gingen,Ga naar voetnoot1562
Ende weder quamen inden willeGa naar margenoot+
Dat te doene lude ende stille,
1565[regelnummer]
So werd hem echt gevalscht die wort.Ga naar voetnoot1565
Ende leidemen altoes vort,
Ende wat datsi vortbrachten
Ter herevard, van siere gedachten,Ga naar margenoot+
Daer met ne mochtense, sonder waen,
1570[regelnummer]
Ter anderwerf niet gestaen.
Dit duerde daer so lange alsoe
Dats hem allen verdroet aldoe,
Datment aldus sleipte emmer vort,Ga naar margenoot+
Ende dats geen inde wort.
1575[regelnummer]
Dit behagedem qualike daer,
Hieraf versaechde menich vorwaer.
|
|