Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 2
(1931)–Lodewijk van Velthem– Auteursrecht onbekend[xxiiii]Die vierde scare, die daer na quam
Dat[s] Artoys, als iet vernam.
D[o]e versach hi al sonder letten
Hoe hem die Vlaminge ondersetten.Ga naar voetnoot1634
1635[regelnummer]
Die grave dade hem wapen saen.Ga naar margenoot+
Doe quam daer een wolf gegaen,
Daer si Artoyse wapenen souden,
Dien hi lange hadde gehouden
Menigen dach, die Brune hiet.
1640[regelnummer]
Ende alse die wolf dit sietGa naar margenoot+
Ga naar margenoot+ Dat hem sijn here wapene dede
| |
[pagina 295]
| |
Jegen desen groten onvrede,
So spranc hi binnen inden rine.
Dit was een wonderlike dinc:
1645[regelnummer]
Temet datmen hem die wapen anstac,Ga naar margenoot+
Quam die wolf diese emmer ave trac
Metten clauwen ende metten tanden.
Hartoys werdene metten handen,
Ende sprac: ‘Brune, wats u gesciet?
1650[regelnummer]
Deser constumen en plaechdi niet,Ga naar margenoot+
Des en hebbic van u niet gesien!’
Die wolf(s) en wilde altoes niet vlien.
‘Brune, Brune!’ sprac hi mettesen,
Wi sellen onlange te gader wesen.’
1555[regelnummer]
Alse Brune sach, dat niet bescoetGa naar margenoot+
Wat hi op sinen here scoet,
So trac hi wech na desen keer.
Men wiste van hem daer nemmermeer.Ga naar voetnoot1658
Noch gesciede daer .i. wonder:
1660[regelnummer]
Artoys wilde messe horen besonder,Ga naar margenoot+
Ende deet te weten sinen caplaen
Dat hi Gode wilde ontfaen,
Eer hi vard ten wigewaerd.
Die priester die las messe ter vaerd,
1665[regelnummer]
Ende alse messe was gehent,Ga naar margenoot+
Ende alse Artoys soude ontfaen tsacrament,
So was dit sacrament verloren.
Dies had die pape groeten torenGa naar voetnoot1668
Ende sprac: ‘Here! wats ons gesciet?
| |
[pagina 296]
| |
1670[regelnummer]
Gods lichaem en vindic niet!’Ga naar margenoot+
Dies was Artoys te barenteert,Ga naar voetnoot1671
Ende sprac: ‘Dat ic heb geordineert,
Dat salic inden op desen dach,
Comer mi af dat comen mach!
1675[regelnummer]
Ic sal Gode op een andren tijtGa naar margenoot+
Ontfaen, alse gehent es die strijt.’
Des mach hi sijn al sonder hope.
Het quam oec .i. padde gecropen
Al grau, uten Vlamscen here.
1680[regelnummer]
Men lietse crupen al sonder were,Ga naar margenoot+
Te siene wat het soude bedieden.
Si croep al dore die lieden
Recht vort toten Vranken.
Daer stontse ende blies metten lanken
1685[regelnummer]
Optie Waloys .i. lanc termijnGa naar margenoot+
Ende scoet op hem haer venijn.
Van danen keertsi ter hagenward
Uten wege metter vard.
Een ors oec, daer hi selve op sat
1690[regelnummer]
Hi hads .M. pont gehatGa naar margenoot+
Ga naar margenoot+ Ende .C. liber scattes al sijn leven,Ga naar voetnoot1691
Haddijt den coninc willen geven.
Het was .xiiii. voete lanc
Doe hijt metten breidele dwane.
1695[regelnummer]
Hi sater op met groten dangiere.Ga naar margenoot+
Ende doemen ontbant sine baniere
Sloech hi dors metten sporen,
| |
[pagina 297]
| |
Daer .ii. wige te voren
Met siere cracht hadden verwonnen.
1700[regelnummer]
Doen hijt waende hebben geronnenGa naar margenoot+Ga naar voetnoot1700-1703
So stortet toter eerden neder
Drie werven vort ende weder.
Hi riep: ‘Morel! Wats u gesciet?
Derre constumen en plaechdi niet!
1785[regelnummer]
Ghi hebt mi gedragen in swaren stride,Ga naar margenoot+
Gaet di mi nu af te desen tide?
In quam noyt in genen doene
Daer ic uwes had so wel te doene!’
Dit waren teken van ongevalle.
1710[regelnummer]
Die hem hier gescieden alle.Ga naar margenoot+
|
|