Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 2
(1931)–Lodewijk van Velthem– Auteursrecht onbekend
[pagina 291]
| |
Een ordinanse onder hem gemaect:Ga naar voetnoot1563
Mijn her Godevaerd (wat holpt mes[s]aect?)Ga naar voetnoot1564Ga naar voetnoot1564
1565[regelnummer]
Soude Gent, die goede stat,Ga naar margenoot+
Met alder balgien hebben gehat,Ga naar voetnoot1566
Ende haer voget hebben gewesen,
Hier toe haddi uut gelesen
Ridderen van Brabant ende cnapen
1570[regelnummer]
Die goet ende coene ware ten wapen,Ga naar margenoot+
Die hier na som sal noemen
Als ick er te rechte toe sal comen.
Sonder sparen van daer si trecken
Te Gentwaerd, alsijt mecken:Ga naar voetnoot1574
1575[regelnummer]
Maer haer micken es al verloren,Ga naar margenoot+
Si hebben in den voet den doren
Die hem oec gebut sal werdenGa naar voetnoot1577
Eer si te Gentwaerd overterden.
Om dit te vorderne, dat verstaet,
1580[regelnummer]
Angingen se feestelike grote daet.Ga naar margenoot+
Want doe si die viande sagen
En costen sijt langer niet verdragen
Sine gereiden hem te stride.
Die sonne stont te prime tide,Ga naar voetnoot1584
1585[regelnummer]
Si ne waenden so na niet hebben gestreden.Ga naar margenoot+Ga naar voetnoot1585
| |
[pagina 292]
| |
Artoys es al om gereden
Ende besach der Vlaminge scare,
Daer hi toe hadde groten gare,
Ende alle die Prinsen die met hem [waren].
1590[regelnummer]
Die Fransoyse daden hem scarenGa naar margenoot+
In .ix. bataelgen stare ende groet
Sine wonscen niet die Vlaminge doet,Ga naar voetnoot1592 1594
Ga naar margenoot+ Wevers, volres entie spoelen,Ga naar voetnoot1593
Si soudenre haren moet over coelen.
1595[regelnummer]
Die irste scare van desen dan,Ga naar margenoot+
Daer in waren .iiii. [hondert] man,
Op ors geseten, goet ende diere,
Dit waren alle soudeniere.
Mijn here van B[ur]las, die wasGa naar voetnoot1599
1600[regelnummer]
Diese metterhant uutlas,Ga naar margenoot+
Ende wasser leytsman af vercoren.
Hi was ute A[quita]nien geboren.
Die voetgangers, die noch hildenGa naar voetnoot1603
Met scachten, met glavien, met scilden,
1605[regelnummer]
Dier en was er geen getal:Ga naar margenoot+
Het sceen bedect daer berch ende dal.
| |
[pagina 293]
| |
Dander scare had mijn her GyeGa naar voetnoot1607-1608
Van Nele ende Reinout van Trie;Ga naar voetnoot1608
Dese hadde[n] tote .v. [hondert] platenGa naar voetnoot1609
1610[regelnummer]
Die alle op starke orsse saten.Ga naar margenoot+
Die derde scare leide gelike
Die conincstavel van Vrancrike.
Het was heren broeder van Nele,Ga naar voetnoot1613
Hi hadder daer te sinen dele
1615[regelnummer]
.vi. [hondert] wel opgeseten.Ga naar margenoot+
Met overmoede liete hijt wetenGa naar voetnoot1616 1618
Artoyse, [op]dat hi wilde striden,
Datment here liet ute tiden.
Die dach gine op, het waer tijt
1620[regelnummer]
Dat men begonste den strijt.Ga naar margenoot+
Die baenroetse, die met hem hilden,Ga naar voetnoot1621
Ontect alboet met haren scilden:Ga naar voetnoot1622
Dat was her Heinrijc van Lingi,Ga naar voetnoot1623
Ende mijn her Willem van Valeri,Ga naar voetnoot1624
| |
[pagina 294]
| |
1625[regelnummer]
Ende die Castelein d(i)e Lile,Ga naar margenoot+Ga naar voetnoot1625
Ende her Suriens de Sevile,Ga naar voetnoot1626
Van Beaunes, van Aveskerke.Ga naar voetnoot1627
Dit waren die, op orsse sterke,
Metten Constavels hilden,
1630[regelnummer]
Die den wijch beginnen wilden.Ga naar margenoot+
|
|