Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 2
(1931)–Lodewijk van Velthem– Auteursrecht onbekendVan den stride van Vorne .vi.Int irste jaer, sekerlike,Ga naar voetnoot372
Dat Alebrecht regneerde geweldelike,
So was oec een (.i.) groet strijt
375[regelnummer]
Int lant van Vorne desgelijc,Ga naar voetnoot375
Alsic hier nu secgen sal.Ga naar margenoot+
Daer waren dese heren al,
Die ie u hier sal noemen:
Mijn here van Gavere waser comen,Ga naar voetnoot379
380[regelnummer]
Ende Willem van Guelke, dat dit gesciede,Ga naar voetnoot380
Ga naar margenoot+ Met een deel vromer liede.Ga naar margenoot+
| |
[pagina 241]
| |
Die here van Gistele was oec ter stede,Ga naar voetnoot382
Entie borchgrave van Vorne mede,Ga naar voetnoot383
Dese quamen in die Vlaender side.
385[regelnummer]
Die grave van Artoes bander side,Ga naar voetnoot385
Ende Philips oec, sijn sone.Ga naar margenoot+Ga naar voetnoot386
Doen die gader quamen die gone
Ende die strijt beginnen soude,
So voer over, also houde,
390[regelnummer]
Die borchrave van Vorne gereet,
Entie here van Gistele, godweet,Ga naar margenoot+
Alsoe alst te voren gemaect was.
Doe mijn her Jan geware werd das,
Diemen van Gavere noemen hord,
395[regelnummer]
Sprac hi tot Willemme dese word:
‘Willem van Guelke, lieve kint,Ga naar margenoot+
Wi werden alle nu hier gescint,
Dese twe hebben ons verraden.
Wi keren bat omme met staden
400[regelnummer]
Ende ontfaren dere noet,
Ende doe wijs niet, wi bliven doet.Ga naar margenoot+
Wildi, wi selen wel ontgaen!’
Doen antwerde Willem saen:
‘In vlie niet, in gere stont.
| |
[pagina 242]
| |
405[regelnummer]
Dan werd nemmermeer oec cont
Dat ic vlie dor dese vresen.Ga naar margenoot+
Men sout menichwerf na desen
Verwiten mi ende minen geslechte.
Ic hebbe liever dat ic vechte
410[regelnummer]
Dan ic scandelike dus vloe.
Aldus begonste die strijt alsoe.Ga naar margenoot+
Doen dit sach mijn her Jan
En wildi niet sceden van dan,
Entie liede die met hem quamen
415[regelnummer]
Gingen allen strijden tsamen,
Ende van Cassele streden mede,Ga naar margenoot+Ga naar voetnoot416
Ende Cassele ambacht oec gerede
Entie Vuerne ende Vorne ambacht
Daden daertoe oec haer cracht,
420[regelnummer]
So dat die strijt daer werd groet.
Daer bleef die here van Gavere doetGa naar margenoot+
Ende van Guelke jonchere Willem
Ende die daer waren comen met hem.
Maer eert daertoe quam, dat verstaet,
425[regelnummer]
Hadden si gedaen vrome daet,
Ende menich had oec daer becochtGa naar margenoot+
Eer si worden tonderbrocht.
Ende si oec verloren dleven
En wilden si hem niet opgeven,
430[regelnummer]
Want men hadse gerne opgenomen,
| |
[pagina 243]
| |
Ga naar margenoot+ Maer sine wildens niewet gomen.Ga naar margenoot+
Dus blevense doet in dat striden,
Ende al moest die van hare siden
Bleven daer, sijt seker das,
435[regelnummer]
Dat jammer ende scade was.
|
|