Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 2
(1931)–Lodewijk van Velthem– Auteursrecht onbekendHoe die coninc Edeward van Ingelant in Vlaendren quam .ii.In desen tiden, dat es becant,
Quam Edeward in Vlaenderlant,Ga naar voetnoot78
Die in Ingelant coninc was.
80[regelnummer]
Galoyse brachti, alsict las,
Een groet deel, ende Ingelsce medeGa naar margenoot+
Tote Gint quamen in die stede,Ga naar voetnoot82
Daer die grave van Vlaendren lach
Met menigen ridder optien dach.
85[regelnummer]
Die hertoge van Brabant lach oec daerGa naar voetnoot85
Met vele volx, wet overwaer,Ga naar margenoot+
Ga naar margenoot+ Ute sinen lande, ende oec mere
Vander Mase, oec menich here,
| |
[pagina 229]
| |
Ende oec vord vanden Rine
90[regelnummer]
Warensi daer comen in scine.Ga naar voetnoot90
Wonderlike vore sach men daerGa naar margenoot+Ga naar voetnoot91
Onder die Ga(y)loyse overwaer:
Al barsser been liep daer tgene,Ga naar voetnoot93
Ende met enen roden rocke gemene.Ga naar voetnoot94
95[regelnummer]
In midden den winter was oec dit,
Ic weet wel dat niet sere verhit.Ga naar margenoot+
Dat volc dat aldus daer ginc,
Dat gelt, dat van den coninc ontfinc,
Dat verteret al wel na
100[regelnummer]
In botermelke, alsiet versta.
Dat at ende dranc, waer dat vant.Ga naar margenoot+
Van wapen en werdic nie becant
Dat dit volx(e)ken anedroech.
Nochtan meretick er om vele ende genoech,
105[regelnummer]
Ende wandelde onder hem oec daer
Om van hem te weten waer.Ga naar margenoot+Ga naar voetnoot106
Maer dat si hem wapinen soudenGa naar voetnoot107
Oft si op yement striden wouden:
Bogen, gescutte ende swaerd,
110[regelnummer]
Dit was aldaer haer ruwaerd,Ga naar voetnoot110
| |
[pagina 230]
| |
Ende gavelote ende linen laken,Ga naar margenoot+Ga naar voetnoot111
Dit waren aldaer hare saken,
Die si hadden te hare were.
Van drinken warense gulsech sere.
115[regelnummer]
Si lagen oec sonderlinge daer
In Sente-Petersdorp vorwaer.Ga naar margenoot+Ga naar voetnoot116
Qualike droegense overeen
Metten Vlamingen, alst wel sceen,
Want haer sout was hem te clene,Ga naar voetnoot119
120[regelnummer]
Ende angreep somwile om tgene
Dinge, die hem niene waren.Ga naar margenoot+
Die wile dat dit was, so was twaren
In Vrancrike, ende nam goem
Mijn her Godevard, thertogen oem,Ga naar voetnoot124
125[regelnummer]
Des coninc Philips van Vrancricke.
Ander heren oec dies gelikeGa naar margenoot+
Lagen daer, ende hadden raet
Hoemen dit orloge best angaet.
Haer raet droech aldus ineen,
130[regelnummer]
Sodat hem dbeste wesen sceen,
Dat sise laten licgen alsoeGa naar margenoot+
Tot hoge opden somer toe:
Dan selensi verteert wesen,Ga naar voetnoot133
Ende selen sceden aldus mettesen.
| |
[pagina 231]
| |
135[regelnummer]
Ende wi selen altenen oec gebaren,
Alse oft wi ute souden varen,Ga naar margenoot+
Ga naar margenoot+ Ende maken geruchte ende gescal:
Dit salse houden te gader al.
Aldus gevielt oec min no mere.
140[regelnummer]
Si bleven te Gint met haren here.
Liegende alden winter daer,Ga naar margenoot+
Ende verteerden hem so naer
Dats den here daer verdroet.
Dit dede dinnen haer conroet.Ga naar voetnoot144
|
|