Die u geseide alden strijt
1300[regelnummer]
Die si daden, dat wetie wale.
1305[regelnummer]
Dat wetie wel, in Arturs hof.
|
-
-
[tekstkritische noot]Opschrift: Die namen vanden heeren vander Ander scharen die den prijs ontfingen
1264 Noch was h.f. Berthout
1265 Diere vrome
1266 M. heere vrancke v.w.
1267 warengijs
1268 henric
1269 V. Geldenaken h. symoen gereede
1270 = tekst.
1271 = tekst.
c. 19, opschr. heren: her- in het hs. voluit. 1264 Daer in het hs. voluit. 1270 broeder: tusschen b en r de linkerhelft van een ander letter, waarschijnlijk van een o - abraen in het hs. voluit.
-
voetnoot+
-
Cap. 19. Heelu vss. 8358-8566. Velthem geeft louter een opsomming van namen, terwijl Heelu elks heldendaden in 't kort gedenkt.
-
voetnoot1264
-
Florens Bertout = Floris Berthout, heer van Berlaer.
-
voetnoot1266
-
Vranke van Wesemale = Franco, bastaard van Wezemaal, ‘sire de le Wyere ter Nath’ (Butkens, Trophées du Brabant, t. I, blz. 542).
-
voetnoot1267
-
Wouter van Warffengis = Wouter van Warfuzée (verg. boven bij vs. 275).
-
voetnoot1268
-
Heynrijc van Bealande, bij Heelu vss. 8398-8399: Van Bierbeke...her Heinric van Bialanden (bij Betkens, Trophées du Brabant, t. I, blz. 342: Henry de Belande à Bierbeke; zie ook aldaar blz. 380 en Divaeus, Annales Lovanienses, p. 11).
-
voetnoot1269
-
Van Geldenake her Symon: Simon van Geldenaken wordt vermeld in een stuk uit 1284 (zie Bulletins de la Commission royale d'histoire, 4e série, t. XIV, p. 154).
-
voetnoot1270
-
sijn broeder her Abraen: de beide broeders worden door Butkens, Trophées du Brabant, t. I, p. 343, vermeld: Simon et Abraham de Judogne freres.
-
-
[tekstkritische noot]1272 = tekst.
1273 V. reine e. her Geraert
1274 Die moor e. her mansijn
1275 V. redinghe dadent wel in schijn
1276 yssche her Aernout
1277 = tekst.
1278 wouter
1279 al omme
1280 sijn here aen l.
1281 voren
1272-1273 alaert: haer geraerd in het hs. voluit. 1273 revie, reeds in het hs. een leeteeken: revie. 1274 Mavisijn hs.: maui sijn 1275 dadent hs.: dadats waarvan het eerste da- door Lelong bij den voorafgaanden eigennaam werd gevoegd, ongetwijfeld door bijgedachte aan Friesche namen op -a. Dat in dadats een vorm van het werkwoord ‘doen’ verscholen zit, is vrij duidelijk, en wordt door de lezing van hs. C der Brabantsche Yeesten bevestigd. Joncksloet, Ann. meende te kunnen volstaan met te lezen *dats maar dan zou in vs. 1277 toch wel *Waren in plaats van Was behooren te staan.
-
voetnoot1272-1273
-
Her Wouter ende her Alaert van Revie, twee gebroeders, waarvan de eerste reeds genoemd werd boven vs. 500: zie de aanteekening aldaar. Zie verder nog Sanderus, Ravisia vulgo Resves, blz. 1, in de eerste uitgave (Bruxellae, 1659[-1669]) van de Chorographia Sacra Brabantioe.
-
voetnoot1274-1275
-
Mavisijn (bij Heelu vs. 8427: Masuesijn) van Redinghen: bij Butkens, Trophées du Brabant, t. I, blz. 343, Masuin de Redingen, ongetwijfeld een lid van een welbekende Leuvensche patriciersfamilie. Zie Divaeus, Rerum Lovan., p. 61. Een Willem van Redingen, die in 1282 burgemeester van Leuven was, sneuvelde in den slag bij Kortrijk (11 Juli 1302).
-
voetnoot1276
-
van Ysche her Arnout, ook genoemd boven vs. 570; zie de aanteckening bij vs. 3493 van het tweede boek.
-
voetnoot1278
-
Woutere vanden Bisdomme: zie boven de aanteekening bij vs. 662.
-
voetnoot1281
-
Alsic hier vore dede gewach, nl. boven vss. 662-665.
-
-
[tekstkritische noot]1282 H. rase v.g.h. ywayne
1283 Asbayne
1284 Her Jan ende her Jan fire
1285 V. moriasaert heere reyniere
1286 lybracht
1287 H. Aernout v. lintre alsoe w.
1288 rotsenove h.J.v. winde
1289 henrie
1290 E. oic h.d.v. wanghe
1291 Toenden vr. e. anghe
1282 Graeve, 1283 Meldert, 1284 Jan, 1288 Raetshove, ook in het hs. telkens met een leesteeken, te weten met een punt. 1288 Raetshove hs.: raets hove
-
voetnoot1282
-
Raesse van Grave: zie boven de aanteekening bij vs. 592.
-
voetnoot1282-1283
-
Yweine van Meldert, seneschalk van Brabant in 1287 (zie den Codex diplomoticus bij de Brabantsche Yeesten, ed. Willems, dl. I, blz. 668, alsook Willems op Heelu vs. 8475).
-
voetnoot1283-1284
-
van Hasbeine Her Jan. Bij Heelu v. 2888: Jan van Hesbinne, vs. 8474: Jan van Hesbeine. Zie Willems op Heelu t.a.p.
-
voetnoot1284
-
Jan van Liere. Heelu vss. 8484-8485: Janne van Womelgheem, Dien men oec heet van Liere: zie Willems op Heelu t.a.p.
-
voetnoot1285
-
Van Moriasart heren Reiniere: Reinier van Moriansart of Morialsart, als leenman van den hertog van Brabant genoemd in een stuk uit het jaar 1307 in den Codex diplomaticus bij de Brabantsche Yeesten, ed. Willems, dl. I, blz. 745; zie verder Willems op Heelu vs. 6731.
-
voetnoot1287
-
Arnout van Lintere. Zie Willems op Heelu vs. 8497. - Lintere = Neerlinter.
-
voetnoot1288
-
Jan van Raetshove: Jan van Raedshoven of Rassenhoven, heer van Lens of Lees, als leenman van den hertog van Brahant vermeld in stukken uit 1326, 1327 (zie den Codex diplomaticus bij de Brabantsche Yeesten, ed. Willems, dl. I, blz. 769 en 775). - Her Jan van Winden: zie Willems op Heelu vss. 2333 en 8499.
-
voetnoot1289
-
Her Heinric van Sittert, onder de Brabantsche leenmannen vermeld bij Butkens, Trophées du Brabant, t. I, blz. 343.
-
voetnoot1290
-
Daneel van Wange: zie Willems op Heelu vs. 8501; hij wordt ook nog vermeld in een stuk uit het jaar 1292 (Bulletins de la Commission royale d'histoire, 4e reeks, dl. X, blz. 77).
-
-
[tekstkritische noot]1292 symoen
1293 Ende van scoenhoven oic
1294 Van .A. heren lonijs waerde
1295 Van gaersenhove h. Godevaerde
1296 Aernout
1297 Vanden eechove en l. nu soe stout
1294 A hs.: .a. de beide punten dienen om aan te wijzen dat a een woord op zich zelf is. - weerde in het hs. voluit. 1295 gersenhove in het hs. voluit. Heelu vs. 8520 heeft Gotsenhove wat de ware lezing is; maar uit de overeenstemming van hs. C der Brabantsche Yeesten met het teksths. blijkt, dat de fout wel van Velthem zelf afkomstig zijn kan, of althans zeer oud is.
-
voetnoot1292
-
Van Quaderebbe her Symon, onder de Brabantsche leenmannen vermeld, samen met zijn broeder Hendrik, bij Butkens, Trophées du Brabant, t. I, p. 343.
-
voetnoot1293
-
Vanden Scoenhove...her Jan, bij Heelu vss. 8506-8507: her Jan van Arscot vanden Scoenhove: zie Willems op Heelu t.a.p.
-
voetnoot1294
-
Van A heren Lonijs, bij Heelu vs. 8518: Van A heren Leonise: Leo vander Aa, heer van Grimbergen, Pollaer en Buggenhout; zie Butkens, Trophées du Brabant, t. I, pp. 275, 291, 342, en t. II, p. 110.
-
voetnoot1295
-
van Gersenhove her Godeveerde: blijkbaar fout voor van Gotsenhoven, zooals Heelu vs. 8520 heeft: Godfried van Godsenhoven bezat tienden te Deurne en te 's-Gravenwezel (nabij Antwerpen) die hij in December 1289 verkocht ten behoeve der abdij van Eename (zie het stuk bij Piot, Cartulaire de l'abbaye d'Eename, p. 308; zie ook Butkens, Trophées du Brabant, t. I, p. 342). - Gotsenhoven, thans Goidsenhoven, fr. Gochencourt, thans Gossoncourt, op 5 kilometer ten Zuiden van Tienen.
-
voetnoot1296
-
Jan van Duse, bij Heelu vs. 8524: Jan van Dunse. Bij Butkens, Trophées du Brabant, t. I, p. 343, wordt een Jean de le Dussen vermeld.
-
voetnoot1296-1297
-
Arnout vanden Eechove sneuvelde op het Groeninger veld den 11 Juli 1302 (zie b.v. Jan de Clerc's Brabantsche Yeesten, V, 233 vlgg.). - en leeft nu so out. Willems op Heelu vs. 8529 is het slachtoffer eener zonderlinge misvatting geworden: op het voetspoor van Lelong heeft hij deze woorden van Velthem als een bepaling bij vanden Eechove opgevat en ze verstaan als: Ende leeft nu so out; waaruit hij dan verder de gevolgtrekking maakte, dat de door Heelu, resp. Velthem vermelde Arnout van Eechove niet dezelfde was die in den Sporenslag sneuvelde.
-
-
[tekstkritische noot]1298 Niemant inde w.w.
1299 geseyde
Ga naar margenoot+ 1300 ‖ D. sij d. dat weetic w.
1301 En is walewijn in pertchevale
1302 pijne
1303 de minste
1304 Men hadde haer g. loff
1305 D. weetic w. in A. hoff
Opschrift: Hoe datmen vele ridders maecte eer den Strijt begonste die hier na gescreven staen
1306 Die ghene
1307 = tekst.
1301 En es enz. Jonckbloet, Ann. wilde hier lezen *Ende Walewein ofte Perchevale op grond van Heelu vs. 8560: Al hadt Waleweyn oft Pertsevale Maar bij Heelu volgt een heel andere gedachte, en de tekst van Velthem is volkomen duidelijk. 1302 overleden hs.: over leden 1304 haddem in het hs. voluit. C. 20, opschr. haer in het hs. voluit.
-
voetnoot1301-1305
- Men zou licht geneigd zijn te meenen, dat de vergelijking met Walewein en Percheval een uitvinding van Velthem is. Maar dat is niet het geval: hij heeft ze reeds gevonden bij zijn voorbeeld, dat hij verkort heeft: zie Heelu vss. 8557-8566. Ook reeds vroeger heeft Heelu Lancelot en Percheval ter vergelijking aangehaald, wat door Velthem toen werd overgeslagen: zie boven de aant. bij vss. 1259-1263. Cap. 20. Dit hoofdstuk is de samenvatting van Heelu vss. 8567-8714. Onder Velthem's handen is van Heelu's lofredenen alweer niet veel anders overgebleven dan louter een opsomming van namen. Zie echter ook beneden de aanteekening bij vss. 1334-1357.
|