1260[regelnummer]
Metten here van Cuec opt velt.
Die dade die dese heren dreven
Eer die viande onder bleven.
|
-
voetnoot+
-
Cap. 18. Samenvatting van Heelu vss. 7827-8357.
-
voetnoot1212
-
Die grave van Vianen = Godfried, graaf van Vianden, heer van Corroy-le-Château (op 5 kilometer ten Zuiden van Gembloers), van Perwez en van Grimberghe, vermeld in 1291 (Analectes pour servir à l'histoire ecclésiastique de la Belgique, t. X, p. 298). - Dat de graaf van Vianden ook heer van Perwez was, daaraan wordt door Heelu vss. 7827-7837 welsprekend herinnerd (Die wapene ende dien edelen name Van Perweys, daer nie blame Ter werelt af gehoort en waert,... Die worden vore Woeronc weder Van den grave Godeverde Van Vianen, metten swerde Alsoe eerlike opgerecht, Datter bi wert verlecht There van Brabant), maar dat is door Velthem weggelaten, evenals alles wat Heelu van dien ridder dan nog verder zegt (Heelu vss. 7838-7853), behalve dat waaraan Velthem's twee volgende verzen beantwoorden.
-
voetnoot1212-1214
- Verkorting van Heelu vss. 7838-7846: die grave was daer Van Vianen, een van vieren Die opt velt hadden banieren In des hertogen side, Die vroemste van den stride, Ende daer die perse meest op lach Sonderlike op dien dach; Want sine baniere ende hi Waren den hertoge dicke bi.
-
-
[tekstkritische noot]1214 altoos
1215 V. Assche oic
1216 moersicke h. henric
1217 des gelijc
1214 hertoge in het hs. voluit. 1216 her in het hs. voluit.
-
voetnoot1215-1219
- komen in de plaats van Heelu vss. 7854-7872: In sijn conroot hadde daer Die grave (nl. van Viane) die baniere van Assche, Daer vrome riddere ende rassche Van aerde af sijn comen ye; Dire was bi dire banieren drie, Die haren aerde daden recht; Dat een was enz.: volgt de opnoeming van en een lofrede op de drie Van Assche's.
-
voetnoot1215
-
Van Asche...mijn her Jan = Jan van Grimbergen, zoon van Willem I, heer van Assche.
-
voetnoot1216
-
van Morseke her Heinrijc = Hendrik van Grimbergen, heer van Moerseke, zoon van Willem I, heer van Assche (Butkens, Trophées du Brabant, I, blz. 311, 341; II, 159; verg. Miraeus, Opera Diplomatica, t. II, p. 773). Volgens Heelu was Hendrik van Moerseke de neef van Jan van Assche, niet de broeder: zie de volgende aanteekening. - Moerzeke ligt in de provincie Oost-Vlaanderen, zes kilometer ten Noord-Oosten van Dendermonde.
-
voetnoot1217-1218
-
her Robbrecht...van Asche = Robbrecht van Grimbergen, heer van Assche (zie Butkens, Trophées du Brabant, t. II, p. 154, en het Supplément, t. I, p. 158). Velthem voegt er aan toe: her Jans oem, maar blijkbaar heeft hij zijn bron verkeerd begrepen. Heelu zegt, vss. 7860-7864, dat in het conroot van den graaf van Vianen drie van Assche's streden, t.w. Dat een was her Robbrecht van Assche, dander her Jan Sijn oem,...Die derde was hare neve, Van Morseke her Heinric.
-
-
[tekstkritische noot]1218 Assche
1219 = tekst.
1220 D. heere v.d.m. gewoudt
1221 Gaut oic w.d.s. schout
1222 Gheraert
1223 Sij w. in d.p. haert
1224 gheraert
1225 Deedt dair oic te stride w.
1226 = tekst.
1227 En was w. sijn g.
1222-1223 geraerd: hard in het hs. voluit. 1223 porsse hs.: psse gelezen als porsse daer déze vorm uitstuitend voluit voorkomt. 1224 geraerd in het hs. voluit. 1225 striden: bij Jonckbloet ten onrechte *stride
-
voetnoot1220
-
Die here van Diest = Arnout, heer van Diest, kastelein van Antwerpen (Butkens, Trophées du Brabant, t. II, p. 92). Hij staat met zijn voornaam voluit in vs. 5419 van het tweede bock, en in déze episode bij Heelu vs. 7886.
-
voetnoot1220-1223
- Zijn het eenig overblijfsel van een lange passage bij Heelu, vss. 7873-7948.
-
voetnoot1224
-
Geraerd van Wesemale: verg. boven, eerste bock, vs. 3214.
-
voetnoot1224-1227
- in de plaats van Heelu vss. 7949-7989, waaruit Velthem vss. 7957-7958 lichtte.
-
-
[tekstkritische noot]1228 sonderlinge
1229 = tekst.
1230 En quamens n. aff in eenen jare
1231 noemen in eene se.
1232 ten stride
1233 Aen willeme beghinnic
1234 Pypenpoy die wasser een
1235 Gielijs v. buysegheem
1236 Aernoudt
1237 Hoedde de maerscalke w.
1235 busegeen en 1237 marscalkie in het hs. voluit.
-
voetnoot1228-1232
- Maaksel van Velthem, om zich tot een opnoeming te kunnen bepalen. De heldenfeiten der opgenoemde ridders en heeren worden bezongen bij Heelu vss. 7990-8357.
-
voetnoot1233-1234
-
Willemme...Pipenpoy, van wien Heelu vs. 7991 zegt dat hij een vrome serjant was, een burger van Brussel, wordt vermeld in een stuk uit 1293 (bij De Vaddere, Traité de l'origine des ducs de Brabant, t. II, p. 469), en in een ander uit 1301: Withelmus, dictus Pipenpoi de Bruxella (bij Piot, Cartulaire de l'abbaye d'Eename, p. 312).
-
voetnoot1235
-
Gilijs van Busegeen (bij Heelu, vs. 7998: Busegeem) = Gielis van Beusegem (Butkens, Trophées du Brabant, t. I, p. 343). - Buyseghem is een gehucht van Edeghem, acht kilometer ten Zuiden van Antwerpen.
-
voetnoot1236
-
Arnout van Wesemale, maarschalk van Brabant, volgens Heelu vss. 8051-8052 ‘broeders zoon’ van Geerard van Wesemale.
-
voetnoot1237
-
Hoede die marscalkie wale. Dat is zoo Velthem's manier om uit te drukken, dat Arnout van Wesemale maarschalk van Brabant was. Verg. Heelu vss. 8054-8055: Hi was marscale van den here Dies hertogen van Brabant.
-
-
[tekstkritische noot]1238 Die proefst v. nyvele
1239 ridderlie
1240 dieric v. waelcoert
1241 Aedegem voirt
1242 reynier v. wegheseten
1243 haspegouwen
1244 Die bleeff doot
1245 tier tijt
1246 diemen
1247 dair ghi aff hoerdet yet
1238 clere in het hs. voluit. 1241 Adegem hs.: adegē door Jonckbloet verkeerdelijk als *Adegen gelezen.
-
voetnoot1238
-
Die proft van Nivele = Geerard van Leuven, proost van Nijvel. Hij was de broeder van Hendrik van Gaasheke (zie de aanteekening bij vs. 2849 van 't eerste boek), en voerde als zoodanig een biteken op die wapene van Gaesbeke (zie Heelu vss. 8077-8093).
-
voetnoot1240
-
Dideric van Waelcort = Diederik van Walcourt, heer van Rochefort, wordt vermeld in een stuk uit 1288 (20 September). Zie Butkens, Trophées du Brabant, t. I, preuves, p. 121.
-
voetnoot1241
-
Steren van Adegem. Velthem heeft hier twee personen met elkaar verward en tot één versmolten. Heelu vss. 8160-8171 zegt namelijk: Woutere van Adeghem bleef Selve te lande, ende dede geven Enen riddere, hiet her Steven van Utre (= Ittre)...Sijn liede ende sijn baniere beide, Om dat hise met vueren soude Daer die hertoghe varen woude. Heer Steren was daer toe bereet, Ende voer mede daer men street, Daer hi die baniere vuerde Van Adeghem, alsoe langhe als duerde Den strijt enz. Uit deze laatste verzen is Steven van Adeghem waarschijnlijk ontstaan.
-
voetnoot1242
-
Reinier van Wegeseten = Reinier van Visé; zie de aanteekening bij boek II, vs. 3351. Heelu vss. 8186-8189 noemt hem casteleyn...van Dalheem.
-
voetnoot1243-1244
-
Van Haspegouwe her Jan. Heelu, duidelijker, vss. 8202-8203: Van Haspegouwe bleef daer doot Van Mulne her Jan, Die daer ridders name gewan.
-
voetnoot1245-1246
-
Jan...die Pape. Heelu vss. 8208 vlgg. spreekt van een riddere, hiet die Pape van Berne.
-
-
[tekstkritische noot]1248 Dat was Kuye mijn her Jan
1249 Twee baenroitsen
1250 Van Arke ende van huesdinne
1251 Maer g.w.i. beghinne
Ga naar margenoot+ 1252 ‖ huesdinne
1253 sluys oic h. Aernout
1254 Deedt d. wel inden beghinne
1255 dieric v. huesdinne
1248 [ van] Kuec : het inlasschen van 't voorzetsel werd ook reeds voorgesteld door Jonckbloet, Ann. 1249 banrutse hs.: van rutse verbeterd in overeenstemming met Heelu vs. 8231 en met de variant uit hs. C der Brabantsche Yeesten; de voor de hand liggende emendatie werd ook reeds door Jonckbloet, Ann. voorgesteld. 1230 Erc ke hs.: erche verbeterd in overeenstemming met de lezing van hs. C der Brabantsche Yeesten; in hoeverre de oorspronkelijke lezing van Velthem daarmede hersteld is, is moeilijk te zeggen: Heelu vs. 8232 heeft nl. Ercle : zie de aanteekening hieronder.
-
voetnoot1248
- [van] Kuec mijn her Jan. Van dezen ridder is reeds herhaaldelijk sprake geweest in het tweede boek: zie aldaar cap. 49, inzonderheid vs. 3579 vlgg.; vs. 3669 vlgg., 3788 vlgg.
-
voetnoot1249
-
Twee banrutse: Heelu vs 8230 zegt uitdrukkelijk dat de beide ridders in het conroet van Jan van Kuik waren.
-
voetnoot1250
-
Van Ereke ende van Hoesdinne. Heelu vss. 8252 en 8283 noemt den eersten der beide ridders Jan...van Ercle, d.i. ongetwijfeld Jan van Arkel, de welbekende Hollandsche edelman. Dan zou het zich te gemakkelijker laten verklaren, dat hij in één adem genoemd wordt met Jan van Hoesdinne, evenzeer een edelman uit de noordelijke gewesten, t.w. Jan VII van Heusden (zie de aanteekening bij vss. 3375 en 3376 van het eerste boek): als landslieden verkozen zij blijkbaar ‘bijeen geschaard’ te blijven.
-
voetnoot1251
-
inden beginne. Dat staat bij Heelu anders. Deze verhaalt, vss. 8250 vlgg., dat beide ‘banrutse’ in dien beghinne Waeren oec in selke pine Comen, dat si in scine Waenden mede ondergaen, wat door de tusschenkomst van Jan van Kuik verhoed werd; maer eert alsoe verre quam Dat hi die plaetse weder wan, Was bleven gevaen her Jan Van Hoesdinne.
-
voetnoot1253
-
Vander Sluus...her Arnout = Arnout van Heusden, heer van Sluse. - Sluse, een dorp in Limburg, nabij Herek (stad) gelegen.
-
voetnoot1254
-
inden beginne. Velthem zegt hier net het tegenovergestelde van zijn origineel. Volgens Heelu vss. 8257 vlgg. bleef Jan van Heusden's banier gehouden...ontploken, ook nadat hij gevangen genomen was, toten inde, Want daer waren bi bleven Vromighe ridderen, Sinen neven...vander Sclues her Arnout en...Diederic van Hoesdinne.
-
voetnoot1255
-
Diderijc van Hoesdinne: zie de voorgaande aanteekening.
-
-
[tekstkritische noot]1256 Die toe v.s. her Goessewijn
1257 leyden her twijn
1258 D. heere v.b.e. her herlaer
1259 = tekst.
1260 heere v. kuec
1261 niet sijn wel getelt
1262 heeren
1263 E.d. vianden onderbleven
1257 Hertwijn hs.: h' twijn met een kleinigheid meer ruimte na h' dan gewoonlijk; vandaar de grappige lezing *her Twijn van Lelong; ook reeds verbeterd bij Jonckbloet. 1258-1259 -laer: daer in het hs. voluit.
-
voetnoot1256
-
Die Coc van Strive her Goswijn. Velthem heeft hier blijkbaar vreeselijk geknoeid: hij heeft twee verschillende namen tot één versmolten. Heelu vss. 8285-8286 zegt: Die heere van Steine, her Goeswijn Die Coc. De eerste van beiden wordt bij Heelu vs. 6859 met zijn voornaam genoemd: Arnout van Steine. Zie verder Willems op Heelu vs. 6859.
-
voetnoot1257
-
Van Leiden Hertwijn. Heelu vs. 8284 heeft Van Leiden her Herman = Herman van Kuik, burggraaf van Leiden.
-
voetnoot1258
-
Die here van Herpen, bij Heelu vs. 8289 met zijn voornaam: van Herpen her Alaert = Alard, heer van Herpen en Ravenstein (zie Butkens, Trophées du Brabant, t. I, p. 541, en t. II, p. 161). - [die here] van Herlaer, bij Heelu vs. 8288 met zijn voornaam Van Herlaer her Arnout = Arnoud van Loo, heer van Herlaer (zie Butkens, Trophées du Brabant, t. I, blz. 342).
-
voetnoot1259-1263
- komen in de plaats van Heelu vss. 8290-8557. Heelu schrijft, o.a., dat men van menich Van dien dade van Jan van Kuik en de zijnen Soude...scriven wel alsoe grote Yeeste, als men van Lanselote Vint, ochte van Perchevalen. Maar deze vergelijking heeft Velthem niet kunnen bekoren.
|