Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 1
(1906)–Lodewijk van Velthem– Auteursrecht onbekendVander feesten die si daer hadden, eersi thuus ward voren. xxvi.Nu es die coninc een blide man,
2060[regelnummer]
Want in sijn lant nu vort an
Sones niemen nu so coene
Ga naar margenoot+ Die hem dorst pinen yet te mesdoene.
Dit heefti met behindichedenGa naar margenoot+
Wel toe bracht ende met wijsheden;
2065[regelnummer]
Ende heeft hier met oec verdient
Dat hem die heren sijn alle vrient,
| |
[pagina 338]
| |
Die geseten sijn int lant
Hi heefse alle na sine hantGa naar margenoot+
Nu geleert, dat si u cont;
2070[regelnummer]
Want waer hi enige dinc bestont.
Die dede hi so vromelike
Dat ne ontsach al dat rike.
Alse dus gewonnen was die casteel,Ga naar margenoot+
Was daer bliscap ende groet riveel
2075[regelnummer]
Daer was spisen genoech in bleven.
Die coninc scickte om blide leven
Ende dede dat eten daer gereden.
Men ginc ontwapen sonder bedenGa naar margenoot+
Ende die taflen worden ontdect.
2080[regelnummer]
Die coninc heeft daer vort getrect
Die heren vander tavelronden.
Ende deetse daer ter selver stonden
Sitten tere taflen alle.Ga naar margenoot+
Daer was vertrocken vanden gevalle
2085[regelnummer]
Dat hem gesciet es altemale;
Daer was vort bracht menige tale
Over eten, dat wetic wel.
Daer was bliscap ende groet spel:Ga naar margenoot+
Trompen, vedelen ende sanc,
2090[regelnummer]
Harpen, tambusen, groet geclane
Was in dien zale meniger tiere.
Men brachte die gerechten sciere
Dene na dander, menigerhande.Ga naar margenoot+
Nadien sede vanden lande.
| |
[pagina 339]
| |
2095[regelnummer]
Dus festeerdensi alle daer
Metten coninc, wet vor waer,
Dien dach al dore ende daer na
Dien andren dach, alsict versta,Ga naar margenoot+
Tot dat si alle hadden geten.
2100[regelnummer]
Doen lieten si den coninc weten
Dat si thuus ward willen varen.
Doe dancte die coninc die daer waren,
Dat hem dus stonden bi.Ga naar margenoot+
In deser manieren scieden sy.
2105[regelnummer]
Mar die coninc bleef noch daer
Ende ontboet die coninginne daer naer,
Die sciere te hem daer es comen
Doen si die boetscap hadden vernomen:Ga naar margenoot+
Si was blide, dat wetic wale.
2110[regelnummer]
Nu latic bliven hier af die tale,
Ende late den coninc met gemake;
Ga naar margenoot+ Want hi had nu al sine sake
Gehent ende al sijn discortGa naar margenoot+
Van heren Simone van Monfort.
|
|