Spiegel historiael. Vijfde partie. Deel 1
(1906)–Lodewijk van Velthem– Auteursrecht onbekendHoe die coninc Edeward een wijf nam, ende vander feeste die men daer dreef. xv.Ga naar voetnootCap. 15.In desen tide dat dit gesciedeGa naar voetnoot1072
Daer ic nu af hier bediede,
So was .i. sake sonderlinge
1075[regelnummer]
Alse van huwelike dinge.
Want hier vore had gesantGa naar margenoot+Ga naar voetnoot1076-1085
Edeward in Spaengenlant
Ane den coninc deser gelike:
Of hi hem in huwelike
1080[regelnummer]
Siere dochter geven wille nu.
Dese liede quamen, secgic u,Ga naar margenoot+
| |
[pagina 296]
| |
Recht doemen dese stat
Gewonnen hadden, ende brachten, dat
Ga naar margenoot+ Die coninc van Spaengen gerne soude
1085[regelnummer]
Siere dochter geven, op dat hi woude.
Om dit so was geverst al daerGa naar margenoot+
Van dien gevangenen over waer,Ga naar voetnoot1087
Datmer niet en over rechte.
Mar die coninc beval bedichte
1090[regelnummer]
Datmense vaste hoeden soude;
‘Ende ward oec dat bi yemens scoudeGa naar margenoot+
Enich van hem ontginge daer,
Ic soude den genen rechten so naer,
Dat diet sagen meer vord an
1095[regelnummer]
Hem lieten ontgaen gevangen man.’
Die stat heeft hi oec beward,Ga naar margenoot+
Ende daer in geset mede ter vard
Met siere hant alle gerechte
Die die stat selen berechten,
1100[regelnummer]
Ende hueden vort van mesvalle.
Dus trac die coninc vandaer met alleGa naar margenoot+Ga naar voetnoot1101-1103
| |
[pagina 297]
| |
Jegen sine bruut, godweet,
Diemen hem brinct jegen gereet.
Dus quam dese huwelijc toe,
1105[regelnummer]
Daer menich om blide was ende vroe.
Feeste was daer in allen sinne.Ga naar margenoot+
Te Lonnen was si vort binnen:Ga naar voetnoot1107
Daer was si sekerst, na sijn verstaen,
Want hi was daer eerst ontfaen,
1110[regelnummer]
Doen hi ongeweldich was
Sijns lants, alsict hier voren las.Ga naar margenoot+Ga naar voetnoot1111
Dansen, reyen, singen, springen,
Hets niemen diet mochte vort bringe[n],
Die feeste die de stede dreef.
1115[regelnummer]
Die gene diet dlatijn bescreef,Ga naar voetnoot1115
| |
[pagina 298]
| |
Seide so vele van deser saken.Ga naar margenoot+
Dat ongelovelijc waer in spraken;
Want so grote behagelhede
Alse men daer dede in die stede,
1120[regelnummer]
Dadict u also verstaen,
Gine gelovets niet, sonder waen.Ga naar margenoot+
Alle dage, al .viij. dage uut,
Was in die stat dmeeste geluut
Van trompen, vedelen ende tambusen,
1125[regelnummer]
Sitolen, harpen; in allen husen
Van der stat was sonderlinge spel.Ga naar margenoot+
Hoe soudemen dit toe bringen wel
Datment al mocht gescriven,
Die feeste die si onderlinc driven,
1130[regelnummer]
Die va[n]derstat? Ens lichtelijc niet.
Ic late bliven alsoet gesciet,Ga naar margenoot+
Ende scrive vanden coninc vord
Van dingen die te hem behord
Ga naar margenoot+ Des coninc feeste was dus gedaen:
1135[regelnummer]
Daer mochte uut ende in gaen
Wie dat wille, [...] ende ongeheten;Ga naar margenoot+
Ende spelen, dansen, drinken, eten,
Dit was niemen daer wederseit.
Binnen der feeste ward daer geleit
| |
[pagina 299]
| |
1140[regelnummer]
Ene tafelronde van ridderen ende cnapen,
Dat wie so wille, mochter [...] wapenGa naar margenoot+
Dragen ende joesteren mede.
Daer was gemaect na den sede
Een spel va[n] Artur den coninc,
1145[regelnummer]
Ende geordineert also die dinc,
Ende ut gescoren die beste saen,Ga naar margenoot+
Ende genoemt daer sonder waen
Na die heren van ouden stondenGa naar voetnoot1148-1149
Diemen hiet vander tavelronden.
1150[regelnummer]
Oec had die coninc geheten te voren
Cnapen, die daer souden doen horenGa naar margenoot+
Neuwe boetscape ute alle lande
Van stride, van orloge alte hande;
Ende hoemen vermane van desen
1155[regelnummer]
Elken ridder, die ut gelesen
Ware na siere werdichede,Ga naar margenoot+
Dat hi bescudden vare die stede,
Oft dien casteel, ofte dat lant,
Daer hem die bode af dade becant.
| |
[pagina 300]
| |
1160[regelnummer]
Dit hadde die coninc met vorrade
Gemaect, so vast ende so gestade,Ga naar margenoot+
Dat elc sijn recht houden sal
Na datmen daer ordinieren sal;
Ende swoerent daer. opter stede,
1165[regelnummer]
Te houden na coninc Artur sede
Dat spel ende die tavelronde.Ga naar margenoot+
Mar sine wisten niet ter stonde,
Noch en hoeden hem oec niet
Van dat die coninc sinen cnape[n] hiet.
1170[regelnummer]
Datmen int spel soude vortbringen
Van allen steden die werringenGa naar margenoot+
Die hem letten ende die hem deren;
Ende dat si om dit verweren
Selen sijn gemaent daer toe
1175[regelnummer]
Dat sijt daer moeten geloven alsoe,
Oft si selen met scanden groetGa naar margenoot+
Ontwijst sijn daer albloet
Van haren gesellen. Dus waest daer
Geordineert daer al vor waer.
|
|