Servaaslegende
(1993)–Hendrik van Veldeke– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 123]
| |
Verantwoording van de vertalingTraduttore traditore zeggen de Italianen: een vertaler is een verrader. En dat moet hij soms ook wel zijn, want als het in het Nederlands pijpestelen regent, vallen in Engeland ‘cats and dogs’ uit de lucht. Een letterlijke, of beter gezegd een woord-voor-woord vertaling levert over het algemeen nonsens op. Men moet steeds rekening honden met de - vaak cultureel bepaalde - eigenaardigheden van zowel de brontaal (de taal waaruit vertaald wordt) als de doeltaal (de taal waarin vertaald wordt). Vaak zal naar een equivalent of een omschrijving gezocht moeten worden. Dat betekent dat men in de praktijk wel eens ‘verraad zal (moeten) plegen’. Daarover is iedereen het wel eens. In feite geldt het bovenstaande ook indien een tekst uit een oudere fase van onze taal in modern Nederlands wordt overgezet. Uiteraard dient men dan niet alleen de brontaal grondig te beheersen, maar moet men ook beschikken over kennis van de culturele achtergrond waarin de te vertalen tekst is ontstaan. Bij een vertaling uit het Middelnederlands (in ons geval Hendrik van Veldekes Servaaslegende) doen zich bovendien problemen voor die bij vertalingen uit een der moderne talen niet of nauwelijks voorkomen.
Allereerst is er de kwestie van de tekstoverlevering. In de Inleiding (3.4 ‘De overlevering en hel publiek’) is uiteengezet dat Veldekes Servaaslegende uitsluitend in een laat-vijftiende-eeuws handschrift volledig is overgeleverd. Wie ook maar enigszins op de hoogte is van de wijze waarop handschriften in de Middeleeuwen werden vervaardigd, weet dat bij het copiëren vaak veranderingen werden aangebracht, al dan niet bewust.Ga naar eind240 In de drie eeuwen tussen de voltooiing van de tekst door Hendrik van Veldeke én het afschrijven van de bewaarde copie heeft de tekst ‘averij opgelopen’. Zo wordt bijvoorbeeld verteld dat Sint Servaas met veertien gezellen naar Keulen trekt om de bisschop aldaar af te zetten. Ofschoon in het handschrift tot twee maal toeGa naar eind241 het getal veertien staat, worden slechts twaalf personen met name genoemd; ongetwijfeld zijn tijdens hel overleveringsproces ooit eens twee verzen of twee rijmparen door een copiïst overgeslagen. Omdat deze fout niet bijtijds is opgemerkt, zijn deze verzen voorgoed verloren, maar met behulp van de door Veldeke gebruikte Latijnse bronGa naar eind242 kunnen de twee ontbrekende namen worden achterhaald, én in een vertaling worden toegevoegd. Problematischer is echter dal achtereenvolgende copiïsten Veldekes twaalfde-eeuwse taalgebruik hebben aangepast aan dat van hun eigen tijd. Dat kan gebeurd zijn doordat ze woorden niet begrepen. Bovendien kan er in de loop der tijd niet alleen tekst verdwenen zijn, er kan ook tekst toegevoegd zijn. Zo wordt in het eerste boek <2017-2074> verteld dat God terwille van Servaas op wonderbare wijze een bron laat ontspringen uit de dorre aarde. Dit wonder behoort ongetwijfeld tot Veldekes tekst. Dat Servaas uit handen van de engel een drinknap ontvangen heeft <1,2113-2125>, is echter een latere toevoeging: het legendarische drinkgerei, dat identiek zou zijn met de nap die in de | |
[pagina 124]
| |
De definitieve afsluiting van de gehele restauratie van de Servaasbasiliek door het inmetselen van een oorkonde door gouverneur E. Mastenbroek onder toezicht van Sint Servatius (Bèr Veugen), 1993.
| |
[pagina 125]
| |
Schatkamer van de Sint-Servaas te Maastricht wordt bewaard, duikt immers pas rond 1400 in schriftelijke bronnen op.Ga naar eind243 Uit het bovenstaande moge gebleken zijn dat de tekst van het vijftiende-eeuwse afschrift soms ingrijpend is aangepast en gewijzigd. Toch blijkt die tekst redelijk betrouwbaar, althans in vergelijking met de tekst in de overgeleverde fragmenten van een twaalfde-eeuws Servaas-handschrift.Ga naar eind244 Daarom hebben wij onze vertaling gebaseerd op de editie-Van Es die het vijftiende-eeuwse handschrift nauwgezet weergeeft.
Een tweede probleem heeft te maken met de vorm. Zoals in zijn tijd gebruikelijk schreef Veldeke zijn biografie van Sint Servaas in paarsgewijs rijmende verzen. In de epiloog van het eerste boek vraagt de auteur zijn publiek voor hem te bidden, omdat hij Servaas' biografie op rijm heeft gezet en de diepere zin ervan heeft onderwezen aan leken <1,3225-3231Ga naar eind245>. Veldekes publiek was gewend te luisteren naar verhalen, en de door Veldeke opgetekende tekst was bestemd om voorgelezen te worden.Ga naar eind246 Dat komt duidelijk naar voren in de regelmatig terugkerende zinsneden waarin Veldeke het publiek rechtstreeks aanspreekt (bijvoorbeeld: Luister nu... <1,279>Ga naar eind247). Wij zijn gewend om ons met een boekje in een hoekje terug te trekken. Als we een verhalende tekst onder ogen hebben, zal die in proza geschreven zijn. In een vertaling zou de versvorm weliswaar gehandhaafd kunnen worden,Ga naar eind248 maar dat zou tevens gemakkelijk aanleiding kunnen geven tot Sinterklaasrijmachtige verzen en zinswendingen. Mede gelet op wat in onze tijd gebruikelijk is, hebben we ervoor gekozen Veldekes Servaas-legende in proza te vertalen.Ga naar eind249
Bij het werken aan onze vertaling heeft de leesbaarheid steeds vooropgestaan; een geïnteresseerd publiek van niet-mediaevisten zou de vertaalde tekst ‘moeiteloos’ tot zich moeten kunnen nemen. Om de leesbaarheid te vergroten hebben we een aantal wijzigingen ten opzichte van het teksthandschrift aangebracht. Allereerst hebben we de tekst overzichtelijker ingedeeld door hoofdstuktitels toe te voegen en alinea's aan te brengen; daarbij hebben we in grote lijnen de structurering in het handschrift gevolgd.Ga naar eind250 Ten gerieve van degenen die de editie-Van Es willen raadplegen, hebben we aan het eind van elke alinea boek- en versnummer tussen <> vermeld. In de tweede plaats hebben we de spelling van eigennamen gesystematiseerd. In het handschrift is de naamgeving soms verwarrend: één en dezelfde naam (bijvoorbeeld Servaas) kan op verschillende manieren gespeld zijn. Om verwarring te voorkomen hebben we de eigennamen steeds op dezelfde wijze gespeld. Sommige namen die tijdens de tekstoverlevering verminkt zijn, hebben wij op grond van de Latijnse bron ‘stilzwijgend’ hersteld: zo heet een van de veertien mensen die Servaas naar Keulen vergezellen, in het handschrift Octaviaen, terwijl Optatianus bedoeld is.Ga naar eind251 Dergelijke correcties verantwoorden we steeds in noten. | |
[pagina 126]
| |
In de derde plaats hebben we de stijl aangepast. Hierboven is reeds terloops gewezen op Veldekes orale stijl. Daar de Servaaslegende bestemd was om beluisterd te worden, is Veldekes tekst opgebouwd met behulp van verzen die door ende (= en) of doe (= toen) met elkaar verbonden zijn. Een letterlijke vertaling (ook in proza) zou een onbeholpen, kinderlijke indruk geven; ‘en toen...’-constructies hebben we daarom vermeden en vervangen door bijzinnen die beginnen met nadat, zodra, voordat &c. Bovendien hebben we geprobeerd het causale verband tussen de gebeurtenissen uit te drukken. Dit betekent dat we soms de tekst enigszins hebben gewijzigd. Waar Veldeke binnen het bestek van enkele versregels twee maal hetzelfde zegt, hebben we hier en daar bekort. De volgorde der gebeurtenissen is echter niet gewijzigd, en evenmin hebben we de typerende wijze waarop Veldeke bijvoorbeeld Servaas aanduidt (zoals ‘de goede Sint Servaas’) veranderd. Op vele plaatsen vertelt Veldeke over zaken die in zijn tijd normaal waren, maar waar een hedendaagse leek wellicht vraagtekens bij zet. Vaak was het niet mogelijk een verklaring tussen [] toe te voegen en daarom is de tekst voorzien van noten; daarin wordt een bondige uitleg gegeven. Deze explicatie wordt meestal gevolgd door een verwijzing naar - bij voorkeur Nederlandstalige - literatuur voor verdere informatie. Tenslotte hebben we alle in onze vertaling voorkomende eigennamen opgenomen in een register en veelal van een korte toelichting voorzien.
Tijdens onze vertaalarbeid hebben we vaak een keuze moeten maken: blijven we zo dicht mogelijk bij de tekst, of veroorloven we ons omwille van de stilistische variatie enige vrijheid? Nu eens kozen we voor het eerste, dan weer voor het tweede. Welke keuze we ook maakten, steeds ging er een zorgvuldige afweging van voor- en nadelen aan vooraf. We hebben de tekst zo getrouw mogelijk vertaald; het lag geenszins in onze bedoeling Veldekes Servaaslegende te ‘verraden’. We hopen dat onze weergave van de oudste Nederlandstalige levensbeschrijving van de eerste bisschop van Maastricht zijn weg moge vinden naar velen die hetzij Servaas of Maastricht een warm hart toedragen, hetzij belang stellen in (middeleeuwse) verhalen. | |
[pagina 127]
| |
Dit Servatiusbeeld, afkomstig van de Wilhelminabrug, wacht nog op eerherstel (Opslagplaats Dienst Openbare Werken, Gemeente Maastricht).
|
|