tussen vocalen: gheuoert, beuoren, gheuangen, enz.; ook na consonant en vóór vocaal: verueerlike, onuerbrant, onuergankelike, baruoet, zelfs: onrechtueerdich; na vocaal en vóór consonant: gheuluwen, beureden; tussen r's: verurouwen. Toch vinden we in zulke posities meermalen een v geschreven: zelden intervocalisch als ghevoert (II, 2525), ghevynghen (II, 2941; vgl. gravinnen in I, 3236 tegenover grauinne in II, 2927; vaker na of vóór r: vervulde (II, 2584), vervult (II, 476), bevroret (II, 3029), ghevryet (I, 1021), vervroude (II,2979), steeds onvroe. Wanneer woorden die semantisch (en rhythmisch) een samenstelling lijken, los van elkaar zijn geschreven, begint de tweede component met v: te voren (tegenover hs. L. teuoren, II, 2064), heer vaert.
Ondanks de moeilijkheden die hieruit voor den ongeschoolden lezer voortvloeien, hebben we gemeend deze wisselingen in het spellingsbeeld te moeten handhaven.
b) Voor den klank i hebben we de ij en de y van het hs. behouden, de ij ook waar het hs. een i + j schrijft, zonder diacritisch teken, dus kennelijk geen y. Dit laatste letterteken concurreert ook met de i, in combinatie met andere vocalen: ey in: weyt, beyden, enz.; naast: heilig, enz.; uy in: kuyscheide, vuyrich, enz.; soms ook als enkelvoudige vocaal: mynne (I, 304), synne (I, 320), enz.; ook vóór een andere, toonloze vocaal, bv.: Ermenyen (I, 313); in open lettergreep: vysione (I, 1626), enz.
Voor de al of niet versierde letters aan het begin der regels zie blz. 10. Over het gebruik van HOOFDLETTERS in de tekst is het volgende op te merken.
Geografische namen en namen van personen worden in den tekst doorgaans met kleine beginletters geschreven. Alleen Servaes begint vrijwel steeds met een hoofdletter, die echter lang niet altijd met rood is aangezet. Daarentegen is god altijd met kleine beginletter geschreven. Bij andere eigennamen duiken soms, willekeurig, al of niet rood aangezette hoofdletters op. Opvallend is de C, die aan het begin van woorden als coninck, capelle, ook bij eigennamen als Colen soms met een groter type dan de gewone c maar zonder rood is aangeduid; in sommige gevallen is hij als een echte hoofdletter rood aangezet, bv.