25 minneliederen(1977)–Hendrik van Veldeke– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 44] [p. 44] XXII Het doen die vogele wale schiin Het doen die vogele wale schiinGa naar voetnoot1Ga naar margenoot+ dat sie die boume sien gebloet.Ga naar voetnoot2 here sanc dé maket mich den moet so goetGa naar voetnoot3 dat ich bin vro noch trurech niene kan siin.Ga naar voetnoot4 5[regelnummer] Got ere sie die mich dat doetGa naar voetnoot5 also verre al over Riin,Ga naar voetnoot6 dat mich die sorgen siin geboetGa naar voetnoot7 al da miin lief sich verellenden moet.Ga naar voetnoot8 voetnoot1 Onmisbaar tonen de vogels margenoot+ 64,17 voetnoot2 dat ze de bomen in bloei zien staan voetnoot3 hun gekweel werkt zo innig op mijn gemoed voetnoot4 dat ik blijgestemd moet zijn en derhalve voor treurigheid geenszins plaats is. voetnoot5 Moge God eer betonen aan haar die mijn binnenste zo vreugdevol stemt voetnoot6 de vereerde, eindeloos ver aan gene zijde van de Rijn (‘ma princesse absente’) voetnoot7 niet langer ga ik gebukt onder zorgen voetnoot8 terwijl mijn Geliefde ginds in ballingschap leeft Vorige Volgende