Een dagverhaal van Jhr. Johan Vegelin van Claerbergen. Omtrent de troubelen van het jaar 1748
(1899)–Johan Vegelin van Claerbergen– Auteursrecht onbekend
[pagina 361]
| |
Bijlage XXIV.Sijne Hoogheit, geëxamineert hebbende de Remonstrantie aan Deselve door enige van de Heeren Grietslieden in den eygenerfden state overgegeven, en naauwkeurig en rijpelijk alles, wat ten dien opsigte in consideratie konde komen, hebbende overwogen, persisteert als nog bij desselvs decisie, en bij de gronden waar op hetzelve is gevestigd, namentlijk, dat het een onwedersprekelijke waarheit is, dat volgens de originele en fundamentele constitutie van regeringe deser Provintie, na de abolitie van den Geestelijken stand, altoos en van alloude tijden derselver regeringe heeft bestaen uit Edelen en Eygenerfden voor de Landen, dat op die gronden in den jaare 1581 een Landsdag is uitgeschreven, en door Prins Willem den Eersten decisie of uitsprake op de bestelling van 't Collegie gedaan,Ga naar voetnoot1) dat sekere resolutieGa naar voetnoot2) van den 8 Novemb. 1592 zulx mede bevestigd, en dat eindelijk de decisie van wijlen Prins Hendrik Casimir,Ga naar voetnoot3) Desselvs grootvader glorierijke gedagtenis, en andere arbiters Art. 29 in den jare 1673 (over welke uitsprake maar alleen wegens een ander artikelGa naar voetnoot4) rakende de sessie van de grietslieden op 't Collegie is protest gevallen) zulx volkomen confirmeert, zonder dat een enige resolutie kan worden bygebragt, die aan de grietslieden in functie zijnde, die faculteit vergunt, Uit al 't welke blijkt, dat het tegendeel alleen bij inkruipinge in het gebruik is gekomen. Verklarende niet te min, niet ongenegen te zijn, de saak in nadere overweginge te nemen, en ten dien einde, zonder enigsins van de validiteit van Desselvs decisie aftegaan, of daar aan in het alderminste te derogeren, wel te willen toelaten, dat bij provisie voor dit jaar de eygenerfde Grietsluiden thans zijnde, voor Edelluiden compareren, als nog een uit den Adel beneffens haar mede | |
[pagina 362]
| |
gestemt worde om ten Landsdage te compareren. Actum in 's Gravenhage den 21 Januarij 1749
was getekent Prince d' Orange et Nassauw.
ter ord.tie van Sijne Hoogheit J. de Back.
Buiten op staat ‘appointement v. S.Ht. op de remonstrantie van de Eygenerfde grietsluiden. 21 Jann. 1749. |
|