uit den Adelijken staat, egter onder desen verstande, dat sij hier door niet anders als de sessie komen te begeeren.
Soo is 't, dat Wij geconsidereert hebbende het gering aantal van de Edelluiden in gemelde Provincie, en dat in andere Provincien van het Bondgenootschap en speciaal in die van Holland en West-Vriesland, van Utregt en Overijssel, de Edelluiden, schoon militaire charges bekledende, de Staatsvergaderingen waarneemen, ingevolge de magt daar toe bij haar Ed. Mo. resolutie van den Dec. 1748 aan Ons gegeven, goedgevonden hebben, bij desen te decideren en vast te stellen, dat aan de militaire Edelluiden, die tot den rang van Capitains besitters van een eigen Compagnie bevordert zijn, en daar boven, gepermitteert zal zijn, om uit den Adelijken Staat ten Landsdage te mogen worden gestemt, onder de bepaling egter dat deselve geen ambulatoire commissien of andere charges, die gewoonlijk aan Politicquen werden geconfereerd, zullen mogen ambieren, veel min bekleeden, en dat sij in saaken, die haar direct als militairen concerneren, of betreffen, niet zullen mogen advis geven.
Gegeven in s' Hage den 21 Januarij 1749. (was getekent) Prince d' Orange et Nassau. Ter ordonnantie van Sijne Hoogheit (gecontrasigneert) J. de Back.
Waar op gedelibereert zijnde hebben Hun Ed. Mog. sig met de gegevene decisie van Sijn Doorl. Hoogheit geconformeert, voorts goedgevonden en verstaan, dat van desselfs inhout door het Collegie kennisse zal worden gegeven aan de respective Geregten ten platten Lande om te dienen tot derselver narigtinge.
Aldus geresolveert op 't Landschapshuis den 28 January 1749.
Accordeert met voorsz. Boek voor zoo veel geëxtraheert In kennisse van mij
M. Faber.
Buiten op staat: ‘25 Jann. 1749. militaire Edelluiden tot Capitains incluis mogen ten Landsdage worden gestemt.’