Bijlage XXIII.
Copie. Opstel genoteert door de gesamenlijke Gecomde van Leeuwarderadeel nopens het opbreng van de 50 p. in dese soo allesints becommerlijke tijt van 't versterven van 't kostelijk runtvee waer door veele der goede ingesetenen haer goed en bloed coomen te verliesen en ten eenemael bijna buiten staet sijn geworden om de boven gemelte 50 p. als een extra last aen den Lande te contribueren, en daer om niet nodiger als op andere middelen bedagt te sijn om genoegsame penn. aen den Lande op te brengen, waer toe ook de goede ingesetenen alle geerne wel toe genegen sullen sijn, want 't seer ligt te begrijpen is, dat den Lande niet sonder gelt can bestaen soo dat dan hier uit ligt can werden gesien dat de ingesetenen wel geerne hun best hebben willen doen in 't opbrengen van lasten haer opgeleid in vorige tijden, en waerlijk yder ingeseten is nog soo genegen als maer eens agtervolgt wierde, het geene door de regenten aen haer belooft is, en door haer soude agtervolgt werden en hebben 't beloofde, om tot meerder cragt van een wet te doen sijn, het selve hooft voor hooft met hanttekeninge bevestigt, namentlijk dat die pointen reformatoir van 1672 en 1673 souden werden gehoort voor een fondament van Staetsregeer voor soo verre toepasselijk, t. 2e dat de pointen van finantien en des Landscassa souden werden nagesien, 3o om de overtollige amten afteschaffen, en tractamenten daer 't nodig is te verminderen niet alleen polityq en miletaire officieren maer ook gegageerde pagementen, en 4o om de stemcohieren te examineren, en alle abuisen weg te nemen, als sijnde artikelen van de publicatie den 5 Juny laestleden door de Gecomde van Landen en Steden van Vrieslant doenmaels in de groote Kerk te Leeuwerden vergadert door haer gemaekt en opgestelt, en alsoo ter deliberatie van de Heeren Staten gelegt, en na sulx gesien, en geëxamineert hebbende de 14 pointen, waer van de hier
voorgemelte de voornaemste sijn Soo hebben welgemelte Heeren Staten dese pointen niet alleen goedgevonden deselve te arresteren maer ook onverbreekelijk vast te stellen; derhalven versoeken de goede ingesetenen nogmaels op 't vriendelijkste de hoogge regeringe benevens onse Erfstadhouder die in desen voor al moet werden aengemerkt opdat door sijn hooge wijsheit en bemiddelinge de voorgemelde pointen mogen werden