nadien zozeer uit de hand was gelopen en duidelijk gemaakt moest worden dat dit niet meer wordt getolereerd.’
Een even onzinnige als unfaire redenering en het lag voor de hand, dat verdediger mr. C. Korvinus daarover wel iets had te zeggen. ‘Mijn cliënt heeft een blanco strafblad,’ aldus de raadsman, ‘er is geen enkele aanwijzing dat zij na die ene keer opnieuw in soft drugs heeft gehandeld. En dan zou zij nu - twee jaar nadien - zoveel zwaarder moeten worden gestraft, omdat het strafklimaat in ons land inmiddels weer zoveel harder is geworden?’
Korvinus vond het zeer bedenkelijk, dat de procureur-generaal dit appèl had aangegrepen om te laten zien, dat het beleid van het openbaar ministerie is veranderd; ten koste van de verdachte, die op deze manier de dupe zou worden van een zo late berechting in hoger beroep.
Hij vroeg in zijn pleidooi een geheel voorwaardelijke straf op te leggen, eventueel een alternatieve straf in de vorm van werken op een dienstverleningsproject.
Dat het gerechtshof onder presidium van mr. R.H. Cornelissen het betoog van de verdediger wel zou volgen (het werd bij de uitspraak zes maanden geheel voorwaardelijk en een dienstverlening) daarvoor waren er al aanwijzingen op de zitting toen de president tegen de verdachte zei: ‘Omdat hash overal vrij verkrijgbaar was heeft u zich waarschijnlijk niet gerealiseerd dat het in bezit hebben en verkopen daarvan toch altijd nog een strafbaar feit was...’
Overigens zag het er op de zitting heel even naar uit, dat het plan voor een dienstverlening de mist in zou gaan, toen de verdachte wat al te enthousiast zei het werken op zo'n project leuk te vinden. ‘Ja, ook nuttig natuurlijk’ liet zij er haastig op volgen, hetgeen de president niet meer kon verhinderen te zeggen: ‘Leuk, leuk? Tja, maar het moet toch wel een straf zijn.’
Daar zit natuurlijk een kern van waarheid in, maar ik denk toch, dat het woord ‘leuk’ wat ongelukkig was gekozen en de verdachte alleen maar tot uitdrukking wilde brengen zeer positief te staan tegenover de te verrichten werkzaamheden en daarvan de zin in te zien.
‘Het ligt toch wel voor de hand dat men bij het kiezen van een geschikt project aansluiting heeft gezocht bij de interesse van mijn cliënte,’ aldus mr. Korvinus.
Nog afgezien daarvan: er zijn genoeg voorbeelden van delinquenten, die een hun opgedragen dienstverlening aanvankelijk inderdaad hebben ervaren als een straf omdat het zulk stomvervelend werk leek,