van de in het dossier liggende verklaringen van de politiemannen die hadden meegewerkt aan het omvangrijke opsporingsonderzoek. Dat kon de president uiteraard niet helpen, maar het aldus ontstane gebrek aan levendigheid werd nog geaccentueerd door de wijze waarop hij deze taak vervulde.
Van een werkelijk voldoen aan eisen van openbaarheid was nauwelijks sprake, want wat mr. Dijkshoorn op de uren durende zitting verbaal produceerde was slechts bij vlagen en flarden te horen. Binnen een half uur waren alle belangstellenden (ongeveer dertig mensen) van de publieke tribune verdwenen; op één na, en dat was de vrouw van de verdachte. Ook die kon er niets van verstaan, maar zij bleef toch zitten om haar man af en toe bemoedigend te kunnen toeknikken. Maar ook verdediger Boone had vanaf zijn plaats de grootste moeite om te volgen wat de voorzitter van de strafkamer daar allemaal op het toneel zat te mompelen. Nadat hij dit al enkele malen op gepaste wijze maar zonder resultaat had kenbaar gemaakt, riep Jan Boone tenslotte wanhopig: ‘Meneer de president, gelooft u mij... ik kan echt geen woord verstaan van wat u zegt.’
Daar keek de president wel even van op. Verbaasd en toch ook wat geschrokken door deze interruptie van de verdediger zei hij: ‘O, maar dan zal ik wat luider spreken.’ Dat geschiedde inderdaad, maar niet langer dan een halve minuut. Daarna werd het weer een lispelen en prevelen, dat eerder deed denken aan het zogeheten ‘brevieren’ van de rooms-katholieke geestelijkheid dan aan een schriftlezing in het kader van het strafproces.
En dat gebeurde dan in een zaak waarin op de openbare zitting duidelijkheid des te meer was gewenst door de wijze waarop het opsporingsonderzoek werd verricht en het bewijs tegen de ontkennende verdachte was verkregen. Jan H. uit Waalre werd destijds voor de uitlokking van het vervoer van 15 kilo amfetamine naar Zweden gearresteerd nadat in Stockholm een andere Nederlander met die partij was aangehouden. Naar aanleiding van diens arrestatie en van een Zweedse verdachte reisde de Nederlandse rechercheur W. naar het noorden om beiden een verhoor af te nemen. Dat resulteerde uiteindelijk in een proces-verbaal na lezing waarvan je wel tot de conclusie moest komen dat de man uit Waalre het initiatief had genomen tot de smokkel. De zaak leek rond en voor de verdediging zo goed als verloren tot advocaat Boone contact zocht met de advocaat in Stockholm die de Zweedse verdachte moest verdedigen en die hem enkele stukken stuurde waarvan de inhoud voor Boone bijzonder interessant