waarborgen ingebouwd tegen vermenging van informatie tussen rechter en officier? Ik denk aan rechterlijke notities en andere bijzonderheden dan de zogenaamde waardevrije persoonsgegevens van de verdachte, maar ook aan concepten voor dagvaarding en vonnis. Krijgen rechter en officier wel afzonderlijke tekstverwerkers? Uiterste waakzaamheid is geboden tegen mogelijke concessies met betrekking tot het beginsel van scheiding tussen zittende en staande magistratuur; geen water in de wijn ter wille van efficiency en bezuiniging.’
Een ander punt waarop ten aanzien van het onafhankelijke karakter van de rechterlijke macht enige waakzaamheid is geboden, is de invloed van de procureurs-generaal op de carrière van rechters. Het is toch eigenlijk een zeer ongewenste situatie dat de hoogste justitiële vertegenwoordiger van de uitvoerende macht zo'n belangrijke - soms wel doorslaggevende - stem heeft bij de benoeming van een lid van de rechterlijke macht tot raadsheer in het gerechtshof. Het is gebeurd dat de sollicitatie van een rechter naar die functie mislukte; niet omdat de president van dat hof ongunstige inlichtingen had ontvangen van de president van de rechtbank, waarvan de sollicitant deel uitmaakte, maar omdat de procureur-generaal over de betreffende rechter een negatieve beoordeling had gekregen van zijn officieren uit dat arrondissement.
Welke maatstaven die officieren daarbij hadden aangelegd voor de al dan niet geschiktheid van de rechter om hogerop te kunnen, kom je natuurlijk niet te weten, maar het is geenszins uitgesloten dat diens opstelling tegenover het openbaar ministerie een rol heeft gespeeld. Die invloed van de procureur-generaal is niet zo van algemene bekendheid, maar dát die er is weten rechters uiteraard donders goed. En dan bestaat het gevaar (kantonrechter H.H. Kirchheimer wees daarop al in 1971 bij zijn promotie aan de Leidse universiteit) dat zij de vertegenwoordigers van het OM wat meer naar de ogen gaan kijken en wat minder op de vingers tikken dan gewenst.
Tegen die achtergrond is het van belang te onderstrepen hoezeer die vijf procureurs-generaal (Den Haag, Amsterdam, Arnhem, Den Bosch, Leeuwarden) gestalte geven aan het beleid zoals dat het kabinet op het terrein van Justitie voor ogen staat. Nu de met de Partij van de Arbeid sympathiserende Henk Lagerwaard wordt opgevolgd door oud-minister Job de Ruiter, is de ‘oppositie’ geheel uit de club van vijf verdwenen en wordt het voor de regering nog wat gemakkelijker om ook in deze sector van de samenleving haar politieke wil door te drukken.