Ian vander Veens Krucken-dans. Toe-geeygens De vyf lamme Antvverpsche VVeder-botters. De swacke moet Moes eten. Recht-sinnige Leser.
'tIS te veel twee Missen voor een ghelt, dit behoord'en d'Antwerpsche Retroswijntjes, te weten, de welke: na datse met ongegronde Kindtsche belachelycke ende Breynneloose dreyghemente, Schimpreden, ende onabele Leugenen, my (tot harer spot) begroete den; Heb ter bede van sommige (hoe wel ongeren, als zijnde onwaardigh beantwoort) hare fauten berispt, hare bloet-dorst bestraft ender hare blaauwe flaauwe voor-stellinge an-gewesen door het Kaats-Spel: tot spijt harer Midas ooren, ende Gespanjohseerde harten, waar tegen sy (schand's wegen) yets mosten kanten, als 't bleek: teelden met pijn een vreemt Mis-schepsel, heel schoon van lelijkheyt: half Uyl, half Esel, Genaamt na synne botte Ouders Weder-botten, singht als sijnnen Broeder Koekoek, is die in alles gelijk, uyt-genomen, dat dit met mynnevederen pronkt, soo ist inder d'aat, haar leste broddery is 't oude en 't selfde, alleenlijk dat dit wat anders is deur-spekt met mijn eygen Kaats-spels reden, des sijn hare beyde (alleens luydende) Boecxkens boven de waardye ghenoechsaem met het eene voorsz. Kaats-spel wederleyt: d'onnosele vroeters en kennen Roosen noch Peirlen, verstaan haar best op ghegheten Appelen, als Francois Bruynninkx, doch haar en is niet meer ghegheven, de arme halsen doen haar uytterste, 't ontbreeckt haer an de macht, niet an de wil, als het dede