Zinne-beelden, oft Adams appel
(1642)–Jan van der Veen– Auteursrechtvrij
[pagina 146]
| |
Noch vvyse raadt noch goedt bediedt,
En baat een taaye styf-kop niet.
| |
[pagina 147]
| |
XXXI.
Noch vvyse raadt noch goedt bediet,
En baat een taaye styf-kop niet.
DEn Bok die gaat fich op de haver-kift vertoomen,
Omdat het deksel hem wat hart viel op syn hoornen,
Tervvyl den snoeper eedt soo valt het deksel toe,
De kop raakt inde klem, en springt 'ken wet niet hoe,
Flok aerselt hy te rug (de kiste salt bekoopen,)
En komt met groot gevvelt en kracht daar tegen loopen,
(O laci haver-kist hoe zyt ghy inden noot,
Het shynt dat u den Bok gesvvooren heeft de doodt,)
Soo zyn ook veele lien verbokt door styve zinnen,
Die niemants als haar selfs of eygen raadt beminnen,
Noch achten geen beleyt van vrindt of na gebuyr,
En willen met het hooft gestaadigh deur de muyr.
Efforce t ay docteurs tu ne seras capable,
d' Arraisonner a droit la teste immuable.
|
|