Zinne-beelden, oft Adams appel
(1642)–Jan van der Veen– Auteursrechtvrij
[pagina 85]
| |
De Becoringe,
Wle niet en is om-gordt an Iesu Christ gehobonden,Ga naar margenoot+
En stop zijn ooren toe voor 'sVVerrels soet gezang,Ga naar margenoot+
Noch sluyt zyn ooghen voor haar fieren omme-gangh,Ga naar margenoot+
Sal vallen eer hy 'tvveet in eene Poel der zonden,Ga naar margenoot+
En vvie die peylen sal vverdt evvelijk verslonden,Ga naar margenoot+
Daar eenen dagh (eylaas) valt duysent Iaeren langh,Ga naar margenoot+
Daar't end' is hoopeloos, verlangeloos 'tverlangh,Ga naar margenoot+
En daar't ghevveten staagh crijcht doodelijke vvonden,Ga naar margenoot+
Dies vvacht met cracht en acht ep geenderley gevley,Ga naar margenoot+
Van Mereminnen zang of Cocodrillen schrey,Ga naar margenoot+
Van't VVerrelsche vermaak, en haar geveynsd' becooren,Ga naar margenoot+
Van minne deuntjes en van smakelijk BanketGa naar margenoot+
En angename vvijn, en 't praelen van BlanketGa naar margenoot+
Maar luyk u oogen toe, en stop daar voor u ooren.Ga naar margenoot+
|
|