Zinne-beelden, oft Adams appel
(1642)–Jan van der Veen– Auteursrechtvrij
[pagina 58]
| |
O ydelheydt ghy vveit u zonde te bepronken,
En segt ter-vvylmen danst soo drinktme sich niet dronken.
| |
[pagina 59]
| |
XV.
O ydelbeyt ghy vveet u Zonde te bepronken,
En segt ter-vvylmen danst foo drinktme sich niet dronken,
DE Bocken syn verheught de Oude met de jongen,
En dartelen in't groen met vremde kromme sprongen,
Verheffen sich om hoogh en huppelen te gaar,
De beenen vande grondt die drillen onder haar.
De naam van Cabriol is van Cabrit begonnen,
Omdat de Geyt en Bok die van natuire connen,
Dit isser d'oorspronk of O Dansers dat ghy 'tvveet,
Die in dees' beestigheydt u schoone tyt besteet,
De dansers connen gansch haar zotheyt niet versacken,
Vermits sy inden rey ook dubb'le simpels maeken,
Waar deur sy openbaar belyden haar gebrek.
Want dubbel simpel is soo veel als enkel gek.
O maistre ballerin legier comme la plume,
La douceur de ton jeu en fin est amertume.
|
|