Zinne-beelden, oft Adams appel
(1642)–Jan van der Veen– Auteursrechtvrij
[pagina 22]
| |
De VVaarheyt over-vvint de Leugen en de Zonde,
De VVaerheyt drijft en vlot, de Leugen moet te gronde,
| |
[pagina 23]
| |
VI.
De VVadrheyt over-vvint de Leugen en de Zonde,
De VVaarheyt drijft en vlot, de Leugen moet te grondt,
DE Svvemmer roept om hulp als of hy in gevaar is,
Des schrikt een jeder-een, in meening dat het vvaar is,
Dit doet hy mennighmael, (des vvert het gansch gemeen,)
Soo lange tot hy eens de kramp krijght in het been,
En schoon hy dan in noot roept luyder als te vooren,
'tGeloof is met hem uyt, de Svvemmer gaat verlooren:
Wanneer een Leugenaar somvvijl de vvaarheyt seyt,
En vverdt hy niet gelooft, ten zy met onderscheyt,
Ook vverdt hy vaak beschaamt, bespot, en na gevvesen,
Versmaat, gehaat, mistrouvvt, van jeder-een mispresen,
't Waar nodigh dat de sulck vast in gedachten hiel,
Dat, vvelkers mondt die lieght, is moorder vande ziel;
Le coustumier menteur parlant de ca &p la,
Disant la verité, ou nele croy'ra pas.
|
|