Over-zeesche zege en bruylofts-zangen

[p. 209]

Brvylofs liedt,

Op de stem: Courante Francoise.

O Bruygoms Troosje,
O soete Roosje,
Die met een vreemt gedacht
U lieve Lies verwacht,
Wien met genuchjes,
En soete kluchjes
Vermaken sal u Geest,
Waarom zijt ghy bevreest?
Heeft u yemant
Na Maaghdelijck verstant
Wat wijs gemaakt,
En dit gelaakt,
Die heeftet nooyt gesmaakt.

De swacke vaatjes,
U Cameraatjes,
Dat slechte Poppe-goet,
En kennen niet het soet
Van 't trecke-becke,
Van 't warrem decke,
Van 't kitt'len inde zy,
En ander knoeyery,
Geen soeter zaak,
Geen vrolijker vermaak,
Geen meerder vreught,
Geen meer geneught,
Als dese voor de Jeught.

Daar leertme soentjes
Van veel fatsoentjes,
An Borsjes, Hals, en mondt,
O! dat is soo gesondt:
En dan by vlaaghjes,
Met soete slaaghjes,
En klapjes op het lijf,
O bloet! wat tijt verdrijf
Genaakt de Bruyt,
O waarde lieve Spruyt
Gelooft dit vry,
Soo 't anders zy
Verwytet morgen my.

Al schijnje nu swakjes,
'k Wed' dat het strakjes
‘Den Bruygom maakt soo fix,
‘Al waarje noch soo quix:
Geen kleyn noch grootje
Van al het zootje,
Behalven onse Bruyt,
Of 't moet ter Camer uyt,
Doet op de deur,
Den Bruygom isser veur,
Al wat ghy wilt
Belooft hy mildt,
Ey laat dit Paar in stilt.

Kom soete Sakjes
Vertel ons quakjes,
En laat dit Paar met vre'en,
Dat bid ik yeder een:
Vrolyke Schaapjes,
Lustige knaapjes,
Speel soetjes hantje slagh,
Want 't is noch veer van dagh,
Verbeurje pandt,
't Zijn soentjes voor de handt:
En tot besluyt,
Maak dat bier spruyt
Een nieuwe Bruyloft uyt.

Stuer Recht.