Mey-crans,
Van verscheyden Cruyden, over de meer als treffelijcke veroveringhe der Stadt 's Hertogen-Bos.
Ghelevert inde macht des alderdoorluchtighsten Prince van Orangien Frederick Henderick van Nassauw, den 17. September 1629.
Aande Edele, Erentveste, Wijse,Voorsinnige Heeren, mijnne Heeren Borgermeesteren, Schepen ende Raac der Stadt DEVENTER.
Mitsgaders hare Gesworene Gemeente ofte Vroetschap.
GHy Stylen onser troost, en Stutten deser Veste,
Bewaackers onser sorgh, bestuerders tot het beste,
Beschermers deser grens, die nu een wyle zijt
Ontrust voor ons geweest, door een verwarden tijt,
Maar hy die hart en nier en alles hier besichtet,
Heelt u, en ons te saam, van 't sware jock verlichtet,
Soo schielyck onverwacht als eenne blicxem blickt,
Dat ons in plaats van vrees de blyschap heeft verschrickt,Ga naar margenoot+
En weynigh tijts daar na heeft God ons noch gegeven,
Dat onverwinlyck scheen voor alle die daar leven,
Dies stel' ick uter hant hier van wat Rymery,
Behaaght het u niet al, yets sal behagen dy,
Hoop, als ghy zijt ontlast van wichtige Stadts saacken,